Pagina's

16 februari 2011

Het Woord "Kabouter" in het Frans


Aan een vroeger kennisje van Café De Zwart:

Een van mijn verzamelingen Franse woorden m.b.t. 'geesteswezens' begon ik in
2/1981 na lezing van een aflevering van de voormalige Les Nouvelles
Littéraires met het woord diablotin,m (uit: diable = kwelduiveltje) en noteerde
daarbij lutin,m (= kabouter) wel daarom, omdat ik kort tevoor un gai luron,m
(uit: een refrein) = een vrolijke Frans, alsmede lutrin,m (uit: lectrinum,L van
legere,L =lezen, kerkkoor) was tegengekomen en het woord lutin weliswaar
geenszins etymologische doch wel enigermate fonologische overeenkomst
vertoonde om het goed te kunnen onderscheiden inzake verdere studie in de
Franse vocabulaire. Lutin is het belangrijkste Franse woord voor ons kabouter
en zijn afkomst is uit een lijst van demonen uit de VII (eeuw) waarop vermeld
Neptunus (de Romeinse zeegod, naar Grieks voorbeeld Poséidon), dat in de XIIe
vervormde tot netun onder invloed van nuiton (= nacht), vervolgens tot luiton
o.i.v. lutter (= strijden) tot het XVe lutin.

Het tweede Franse woord voor ons kabouter is gnome,m (= berggeest,
aardmannetje) dat volgens de mij beschikbare bronnen zowel in het Joodse
geloof (ssst: vol de krankzinnigste fantasieën) als in het alchemistische
Latijn een rol speelt; zijn afkomst is gnosis,G (= kennen, vandaar
connaître,F), daar aardmannetjes verondersteld worden de bewakers te zijn van
de schatten der aarde. Chthonien,adj G van aarde, waarin Demeter, Pluto en
Persephone heersten, bij Richard Wagner de Nibelungen. In de Skandinavische
mythologie speelden deze eveneens een grote rol en is in vertellingen verwerkt
geworden dat ogenschijnlijke koperertsaders na delving en smelting tot
algehele verbijstering geen koper opbrachten, doch, wat later genoemd werd
Kobalt,D (van: Kobold,D = kabouter!), Quars of Wolfram, woorden van
aardmannetjes die boosaardiger-wijze het kopererts gestolen zouden hebben en
vervangen door een toentertijd minder kostbaar metaal...
Ik noemde zelve op vrijdagavond 28 X 1994 het woord farfadet,m (uit: fée,f  F),
wat echt wel kabouter is, zodat ik je vraag niettemin goed beantwoord heb! Fée
zelve komt van fatum,L, wel bekend en ik leerde dit Franse woord eerst op 12 V
1980. Zijn afleiding zit in fadette,f, feetje; en dit in de titel van het
sprookje la petite fadette (1849). Carabosse,f is een boze fee.

Inderdaad is nain,m (= dwerg) en het woord nabot hiervan afgeleid. Drôle,(m)
(=grappig) is eigenlijk afgeleid van kabouter, maar betekent nu meer dreumes.
Een meer algemeen woord is esprit (follet) voor kabouter. Feu follet voor een
spontaan ontbrandend grondgas boven een moeras of kerkhof, altijd aangezien
als een geestje of dwaallichtje of zoals op de Mookerhei de geesten van de ooit
gesneuvelde soldaten.

Le petit Poucet en le marchand de Sable zijn overbekend.

Alhoewel Elfe,m (uit: Scandinavisch) in het Frans bestaat, lijkt sylphe,m mij
méér voor te komen; dit woord komt weliswaar uit sylphus,L = geest, maar is
toch uit de Germaanse mythologie. Verwerkt in La Sylphide, de gracieuze
luchtgeest en naam van een ballet (1832). Het schijnt dat elfjes geslachtsloos
zijn, alhoewel tekenaars ze voorstellen als meisjes. De elfenkoning is echter
weer een man en net zo boosaardig en jaloers als de diverse soorten nymphen.
(d.a. Erlkönig van Goethe, maar het woord is door Herder foutief uit het Deens
vertaald).
Ik noemde ook met name Puck, welbekend uit de Midzomernachtsdroom (1595) en
bij latere anderen. Hij is echt kabouter! Dus een tweede naam noemde ik óók
goed, waarvan acte! De beroemdste is echter wel Ariel (uit: Bijbeltext),
verwerkt in La Tempête (1611) van Shakespeare.

De laatste woorden, door mij ooit gelezen & gevonden zijn meer voor geesten.
Stryge,f (uit: L,G) is een vamp, zuigend op wijven en honden, Lamie,f (uit: het
G) een bloedzuigende kindergeest, spectre,m en apparition,f algemene benamingen.
Bij De Maupassant las ik La *Hurla (I & II) over een vampier, die
gewoonlijkerwijze in de spiegel onzichtbaar is.

Gecreëerd worden geesten door tovenaars, homuncule,m genaamd, onzichtbaar 
maar voelbaar aanwezig. Golem,m is een creatuur volgens bronnen uit de Joodse
geloofswereld en ik heb daarvan ooit een oude z/w film gezien, hoe dit
schepsel niet meer in bedwang gehouden kan worden. Het verhaal van
Frankenstein is wellicht daarop gebaseerd; Goethe (Zauberlehrling), A.T.A.
Hoffmann en Annette von Droste-Hülshoff (1844) verwerkten dit thema eveneens.

Ooit ontmoette ik ook Patèque,m een phoenicische berggod.

 Ten slotte die "La Chouf(f)e", die ik net als jou op een zwoele avond leerde
kennen van het etiket. Eenmaal thuisgekomen zocht ik dit woord indertijd
tevergeefs en vermoed daarom dat het een fantasienaam voor een merk betreft.
Het werkwoord chouf(f)er (uit: chouffa, Arabisch voor "Kijk!") heeft betekenissen
van spieden, speuren, waken en is geboren in de Franse militaire scène te Algerije
Derhalve kan ik stellen dat het de reclame geenszins te doen is om de op het
etiket afgebeelde kabouter doch eerder om de manier waarop hij de potentiële
koper aankijkt!


Amsterdam, 30 oktober 1994