Ik had een uitnodiging gekregen van de charmante Kim en wilde die nadat ik huize De Tamboer heb overgeslagen beslist niet afslaan. Maar dan moet je wel een eind lopen, geen bezwaar, aangezien ik dagelijks wandel doch dit is me wel een stukje verder dan Buitenveldert alleen! Ik heb diverse websites van OV geraadpleegd maar ik kon er niet uitkomen welke bus laat staan of er wel een bus langsreed. Nu weet ik het nog niet (bedoeld: geen bal).
Het is vrijdag de 27e mei. Na zessen ga ik van huis en loop door het Gijsbrecht van Aemstelpark, de Van der Boechorststraat tot aan het eind en rechtsaf de De Cuserstraat. Ik ben aangekomen op de Amstelveenseweg en dat wordt een eindeloos stuk.
Voorheen museum AEmstelle |
Bij het gebouw AEmstelle aangekomen maak ik een paar foto's als herinnering aan de tien jaar openingen die ik aldaar heb mogen bijwonen. Toen het museum Cobra geopend werd was AEmstelle niet meer nodig. Een fijne sfeer met mensen die je zowat van gezicht kent, diverse gemeenteambtenaren en vrijwilligers, die allen zie je niet meer, op een functionaris na met een witte kop die mij nog meermaals in de 51 gegroet heeft.
De Pianoclub is niet echt 'n rechtspersoon maar een groep enthousiaste pianisten die elkaar gevonden heeft om samen te musiceren. Er schijnen zowel professionals als niet-professionals mee te doen doch op deze avond waren slechts de eerste. Je mag ze beslist geen amateurs noemen, daarvoor waarschuw ik alvast! De Tamboer was eenmalig laatst; bij Van Kerkwijk zijn ze meer geweest.
Nog even de Amsterdamseweg met een bocht naar links en ik zie de gevel van de pianozaak opdoemen. Op afstand zie ik al mensen naar binnen gaan, ik heb 55 minuten gelopen kan kan dus binnen nog een kwartiertje uitblazen. Ik ben niet bezweet maar mijn pullover voelt wel onnodig warm aan.
Wat een apparaten en masse, ik zag ook keyboards waarvan ik een folder wil vragen. Hugo is een soort ad hoc voorzitter die ik vraag vooraan te mogen zitten om de toetsen te kunnen zien. Dit deze lange jaren geleden de leerlingen van het conservatorium ook links vooraan zittend in de Kleine Zaal.
De zaal loopt vol, op afspraak alleen.
Karin van Kerkwijk |
Mevrouw Van Kerkwijk houdt een inleiding en attendeert ons op de vrije gave voor een goed doel in Afrika t.b.v. een door droogte geteisterd gebied.
Dan houdt Hugo een inleiding.
De eerste solist treedt naar voren, Irene, een 65+ (geen foto). Ze wil van kruk wisselen maar de krijgt de handel niet omlaag. Je moet blijven zitten wil de zitting gaan dalen doch is Irene erg slank. Twee geven de helpende hand en eindelijk zit ze goed. Ik vond het erg voor Irene om zowel de eerste te zijn alsdan nog een stoel installeren ook. Dit stoort psychisch maar ook fysisch want zo een handel te doen bewegen doet bepaald pijn. Irene speelt het Adagio uit de sonate opus 7 (1797) van Van Beethoven. Ze is langzaam en misschien traag, hier en daar wat aarzelend, misschien dat zij het lezen der bladmuziek niet zo direct in spelen omzet. Ik geloof dat het een walsvorm is en indien juist is er door een danspaar bepaald niet over de gladde vloer mee te zweven. Toch is het mooiste adagio uit de geschiedenis toch dat uit de Pathétique, Sonate in c mineur, opus 13, waarover Hans Westgeest in zijn boek de stelling met bewijs heeft gegeven dat deze eerste vier noten na transpositie naar Es en notitie met dubbele notenwaarden het Nimrodthema voor ons laat opdienen.
Ruth |
Dan komt Ruth, van afkomst Indonesisch, met twee walsen van Chopin, opus 18 (1833) en opus 64 nr. 2 (1847). Zij speelt ze vlot zonder bladmuziek en de wals zal op haar lijf geschreven geworden zijn! Met haar ranke vingers zijn de zwarte toetsen feilloos te toucheren.
Roosmarijn |
Roosmarijn, 65+ heeft de naam van een beroemde Franse abbé uit de 18e eeuw. Er komen twee werken van Moesorgsky, Een Traan (1880) en Meditatie (1880). Beide werken laten aan de naam zien rustige muziek te zijn, wat easy-listening, en worden door de solist iets stroef gespeeld, alsof ze voorzichtig wil zijn en geen risico mag nemen. Dan lijkt dit soms aarzeling. In het laatste is de linkerhand manifest maar is er door de componist maar weinig melodie.
Eindelijk onze Kim die mij heeft uitgenodigd. Zij had mij al hartelijk verwelkomd en moet iets gezegd hebben iets nerveus te zijn? Wie niet, zou ik geantwoord hebben. Af en toe zag ik haar ernstig denken en eenmaal de vingers oefenen.
Kim |
Kim is de eerste die eindelijk eens wat zegt waarover ze gaat spelen. Dat vind ik geweldig, dit personaliseert de vertolker alsof op de Koningin Elisabethwedstrijd er zo uitvoerig informatie verstrekt wordt. Kim speelt eerst Scriabin Etude opus 8 nr. 12 (1894). Diens pianomuziek ken ik veel minder dan zijn symfonieën. Of het de 1e, 2e of 3e is moet ik in mijn aantekeningen opzoeken maar niet lang geleden heb ik een van deze drie in het nachtprogramma kort achter elkaar gehoord. Hierin is er iets dat mij steeds stoort, noem het een vierregelig liedje met een schone melodie dat abrupt afbreekt. Waarom nu, hij is goed op weg maar 'n Mozart als 'n Beethoven zouden doorgecomponeerd hebben. Toeval is het ook weer niet want twee- of driemaal gebeurt hetzelfde in het muziekwerk. Kim kan haar talent tonen met forse en luide tonen als ook weids gespreide armen met rechts zowat octaven. Vervolgens Rachmaninoff's Prelude opus 32 nr. 5 (1910) waarbij de speler tot verademing komt. Dit is in diens pianoconcerten nooit het geval, verzeker ik u!
Dan wordt de eerste helft afgesloten met een optreden van Hugo
Hugo |
die wordt gesecondeerd door Kim als bladomslaander.
Wat we te horen krijgen grenst aan het ongelovige. Het is Alban Berg's Sonate opus 1 (1908), en het cijfer een betekent zijn eerste werk als studie op het conservatorium bij Schönberg. Hugo geeft in de toelichting dat de sonate een plichtwerk is maar dat de volgende delen niet vervaardigd zijn aangezien Berg aangaf uitgeput te zijn.
Aangezien Hugo een professionele indruk maakt vroeg ik zijn vrouw naar hem. Ze antwoordde dat hij eerder vergevorderd is. Maar dat kan niet waar zijn, na zo een compositie met voortdurend tien vingers spelend. Dan was Berg ook geen amateur! Hij zal nog meer meer composities maken. Wat een krachtsinspanning zo'n blad vol zwarte noten in muziek om te zetten. Kim kon ook goed meelezen, zag ik aan haar gezicht. Ik zou Hugo eerder een onofficieel professional willen noemen.
Het muziekwerk is veelal atonaal maar toch romantisch naar verluidt. Echter is de sonatevorm moeilijk te herkennen op een moment na, als het blad wordt teruggedraaid. Hugo bevestigde dit mij.
Na de pauze ging het allemaal rustiger toe zonder al teveel ophef.
Elske |
Elske speelde Grieg's Albumblätter opus 28 (1864/1878). Het Duitse woord moet worden verstaan als pagina's maar als je het wilt kun je ook aan boombladeren denken aangezien de natuur immers voorop staat. Het viel me op dat ze veel afdempt waardoor aan de prachtige klank van de vleugel afbreuk werd gedaan. Of de natuur moet alle rust verbeelden. Ze speelde op gewone toon, ik bedoel niet hard en niet zacht. Met haar duidelijk gekromde vingertjes wist ze alle toetsen te bereiken. Er is niet veel show in deze compositie. In het tweede deel is de toon voller geworden en voel ik me meer thuis. Het derde gelijkt een wals waar ze even haperde. In het laatste deel komen vele klanken in de lage registers maar helaas met wederom veel demping.
Coby heeft afgezegd. Ze had een stukje Liszt willen brengen.
Een welkome afwisseling: een quatre-mains!
Jax en Paul |
De twee zusjes Labèque heb ik in het Concertgebouw gezien, eerst twee piano's maar als toegift kropen ze beiden met hun smalle corpora gezellig op één kruk. Twee heren Jax en Paul heb ik niet eerder gezien maar ik herinner van de radio me nog goed het duo André de Raaff en Jacques Schutte (zij het ieder op twee piano's maar altijd samen). Mijn moeder uitte kritiek dat ze altijd hetzelfde ten gehore brachten...
Mooi niet hier. Het was een zes jaar gelezen uitgebracht werk van de in de oorlog omgekomen Dick Kattenburg. Het stuk heet Flirtations (1939). Het lijkt een 4/4 maat, klinkt modern maar met opzettelijke dissonanten. Een herinnering heb ik nog aan Joodse Bron dat ik in het Muziekgebouw/IJ op de dag van de Dodenherdenking volgde.
Dan speelt Paul alleen een recent werk van de componist des Vaderlands Willem Jeths genaamd Chiaroscuro (1995), hetgeen clair-obscur betekent. Door vrij hard slaan en niet afdempen worden de boventonen opzettelijk hoorbaar gemaakt hetgeen de bedoeling zij. Een stuk vol contrasten en dissonanten.
Ten slotte:
Karlijn |
Karlijn met Vijf Preludes (1992) van R. van Oosten. Er komen welluidende lage registers, wijde armen en prachtige harmonieën. Ik geloof foutloos gespeeld maar ik had het gevoel toch een keurige schoolmatige vertolking te horen. De componist kende ik niet, krachtige Karlijn nu wel.