Pagina's

09 november 2015

Les Dialogues des Carmélites in het Muziektheater te Amsterdam

Het decor
Drie grijze decordoeken die meerdere malen twee meter werden opgetrokken, dat was het hele toneel, de gehele opera lang. Daarachter bevinden zich de ruim 70 figuranten, het Volk, dat geregeld opkomt. Geen bestorming doch eerder statisch. Al in het begin stelt zich een rij volk op die boos de zaal inkijkt: ze hebben honger.

De 15 zusters acht sopraan, zeven alt. Blanche (Sally Matthews), de noviet, is sopraan. In de solorollen zitten mezzo- en sopranen.

Het beroepskoor van de DNO, ruim 75 zang(st)ers.

De eerste acte is nog gekleurd door de kleding van de Markies en van de Chevalier, daarna is alle kleur somber, het volk bruin, de kloosterzusters zwart.

Vaak felle witte schijnwerpers, ook een paar maal links laag bij de grond hetgeen een uitvergrote schaduw rechts geeft.

De Markies, de Moeder-Overste, de angstige nonnen, deze allen zijn gecentreerd. Bij een dialoog kunnen de twee uit het centrum komen.

Première
Ik was op zaterdag 7 november in het Muziektheater en zat vooraan. De teksten hoef ik niet te lezen, ik let eerder op de zang en het orkest, het verhaal ken ik wel. Geraadpleegd had ik de inhoudsopgave in het vermaarde Leo Riemens Groot Operaboek want in de dtv stond hij niet. Zeer weinig feestelijke kleding gezien, vaak heren in een huiselijke pull-over. De avond tevoren werd nog het 50-jarig jubileum van DNO gevierd en dat was wel gala met dresscode.

In de gang de lange rij kartons met de opsomming de titels der 650 producties. Jammer dat net 1962-1964 erbuiten vielen toen ik toch met mijn ASVA-kaart menig opera bezocht heb in De Stadschouwburg.



Het Muziektheater aan de Amstel 7-11-2015

Muziek
Ik heb haar eenmaal gehoord op de radio.
Het Residentie Orkest heb ik nog niet meegemaakt.

De componist Poulenc is mij welbekend. Hij wordt nergens pompeus, hetgeen een opera vaak het geval is, maar blijft getemperd in volume. De klanken zijn ook beheerst, ontzettend veel hele noten, hetgeen een dragende sfeer geeft aan de zang. Typisch Poulenc zijn de schrille effecten van blazers die door merg en been gaan. Heel veel harmonieën herken ik van zijn andere werken. Dan weer de softe tonen, met een ongelooflijke afwisseling, steeds weer verrassend waar de klank naar toe gaat. Opvallend de passages met pianissimo's, waarvan de adem stokt. Ik geraakte driemaal geëmotioneerd.

Zang
De Franse taal is apart, altijd opvallend de uitspraak van de e-muet, waar Jean-Jacques zo fel tegenstander van was. Ik heb over die strijd om 1755 de originele literatuur gelezen. Passages met gezongen Latijn, niet de originele kerkneumen maar compositie van de meester zelf.

Libretto
Er is een opbouw in spanning. De kennis van het martelaarschap wordt stap voor stap in de daad omgezet. Uiteraard niet zonder angst. Er komt wel een berusting. Na de laatste non is de opera meteen uit en waren geen noten meer nodig.

De Dankzegging 
was een uitbundige gebeurtenis, met een op- en afkomst vol beweging. De zusters in hun witte onderkleed waren nu oogverblindend door de schijnwerpers. Mijn fototoestel geraakte overbelicht.


De overbelichte nonnen


Een vaag hoofd van dirigent Stéphane Denève



De Ware Historie
De opera speelt in 1789. Allen weten dat de revolutionairen genadeloos waren jegens het Koningshuis, de Adel en de Roomskatholieke functionarissen. Tijdens de z.g. Terreur drie jaren later zijn er tienduizenden geguillotineerd. Toch hebben Franse geleerden een onderzoek geëntameerd waaruit blijkt dat het regiem na de z.g. Terreur wreder was dan zijn voorganger en deze de bijnaam heeft gegeven. Van een lezing hierover schreef ik een verslag:


De Franse Revolutionaire Terreur 1773 - juli 1774 heeft nooit een Wettige Basis gehad