Zo een goede jeugd...
Maar toch wist je al van droefheid: kinderverlamming, kindje onder de
wielen, steenpuist bovenop de slagader, vriendjes zonder vader. Je denkt nog
niet door, je goede moeder mag je niet verliezen.
Ouder geworden leer je mensen beter kennen en het gezegde van homi
homini lupus bewaarheid. Je maakt ze al mee op school, op werkkringen, soms
café en zelfs bij buren.
Het leven is lijden leert het Christendom maar het lijden zoeken
is voor de bevoorrechten als mystici.
Wij leerden op school al dat nood leert bidden maar we leefden
al aan het begin van de welvaart. Het woord nood is vreemd tot even Zeeland in
1953. Wat kan ons nu overkomen? Later besef je dat je nooit hybris mag hebben
als mij kan (toch) niets gebeuren. Ik krijg nu al kippenvel. Niets biedt
zekerheid: een voortreffelijke baan, vermogen of een ideale relatie, alles kan
verkeren, zei Bredero.
En dan vandaag de Turangalîla gemist.
Maar toch in de nood bijstaan is weer een zaak ten positieve gekeerd.
Somberheid mag nooit duurzaam worden daarvoor is het eenmalige leven te
kostbaar. Geld geven is geen kunst, alleen al denken aan de ander, intensie,
kan kosmische kracht uitoefenen. Een iemand maar die waarneemt, begrijpt en
knikt. Dan is er een glimlach.
Amsterdam, 21-3-2020