Pagina's

30 mei 2016

De Pianoclub Amsterdam met puur piano

Geen concertzaalmanieren, geen opsmuk maar solisten en bezoekers die prachtige muziek van nabij willen horen. Een zaal van Van Kerkwijk aan De Braak te Amstelveen met de rijen vleugels opgesteld aan de zijkant. Alles glimt en de prijskaartjes zijn opgeplakt. Even de toetsen indrukken mag natuurlijk niet.

Ik had een uitnodiging gekregen van de charmante Kim en wilde die nadat ik huize De Tamboer heb overgeslagen beslist niet afslaan. Maar dan moet je wel een eind lopen, geen bezwaar, aangezien ik dagelijks wandel doch dit is me wel een stukje verder dan Buitenveldert alleen! Ik heb  diverse websites van OV geraadpleegd maar ik kon er niet uitkomen welke bus laat staan of er wel een bus langsreed. Nu weet ik het nog niet (bedoeld: geen bal).

Het is vrijdag de 27e mei. Na zessen ga ik van huis en loop door het Gijsbrecht van Aemstelpark, de Van der Boechorststraat tot aan het eind en rechtsaf de De Cuserstraat. Ik ben aangekomen op de Amstelveenseweg en dat wordt een eindeloos stuk.

Voorheen museum AEmstelle
 
Bij het gebouw AEmstelle aangekomen maak ik een paar foto's als herinnering aan de tien jaar openingen die ik aldaar heb mogen bijwonen. Toen het museum Cobra geopend werd was AEmstelle niet meer nodig. Een fijne sfeer met mensen die je zowat van gezicht kent, diverse gemeenteambtenaren en vrijwilligers, die allen zie je niet meer, op een functionaris na met een witte kop die mij nog meermaals in de 51 gegroet heeft.

De Pianoclub is niet echt 'n rechtspersoon maar een groep enthousiaste pianisten die elkaar gevonden heeft om samen te musiceren. Er schijnen zowel professionals als niet-professionals mee te doen doch op deze avond waren slechts de eerste. Je mag ze beslist geen amateurs noemen, daarvoor waarschuw ik alvast! De Tamboer was eenmalig laatst; bij Van Kerkwijk zijn ze meer geweest.

Nog even de Amsterdamseweg met een bocht naar links en ik zie de gevel van de pianozaak opdoemen. Op afstand zie ik al mensen naar binnen gaan, ik heb 55 minuten gelopen kan kan dus binnen nog een kwartiertje uitblazen. Ik ben niet bezweet maar mijn pullover voelt wel onnodig warm aan.

Wat een apparaten en masse, ik zag ook keyboards waarvan ik een folder wil vragen. Hugo is een soort ad hoc voorzitter die ik vraag vooraan te mogen zitten om de toetsen te kunnen zien. Dit deze lange jaren geleden de leerlingen van het conservatorium ook links vooraan zittend in de Kleine Zaal.

De zaal loopt vol, op afspraak alleen.

Karin van Kerkwijk

Mevrouw Van Kerkwijk houdt een inleiding en attendeert ons op de vrije gave voor een goed doel in Afrika t.b.v. een door droogte geteisterd gebied.
Dan houdt Hugo een inleiding.

De eerste solist treedt naar voren, Irene, een 65+ (geen foto). Ze wil van kruk wisselen maar de krijgt de handel niet omlaag. Je moet blijven zitten wil de zitting gaan dalen doch is Irene erg slank. Twee geven de helpende hand en eindelijk zit ze goed. Ik vond het erg voor Irene om zowel de eerste te zijn alsdan nog een stoel installeren ook. Dit stoort psychisch maar ook fysisch want zo een handel te doen bewegen doet bepaald pijn. Irene speelt het Adagio uit de sonate opus 7 (1797) van Van Beethoven. Ze is langzaam en misschien traag, hier en daar wat aarzelend, misschien dat zij het lezen der bladmuziek niet zo direct in spelen omzet. Ik geloof dat het een walsvorm is en indien juist is er door een danspaar bepaald niet over de gladde vloer mee te zweven. Toch is het mooiste adagio uit de geschiedenis toch dat uit de Pathétique, Sonate in c mineur, opus 13, waarover Hans Westgeest in zijn boek de stelling met bewijs heeft gegeven dat deze eerste vier noten na transpositie naar Es en notitie met dubbele notenwaarden het Nimrodthema voor ons laat opdienen.


Ruth

Dan komt Ruth, van afkomst Indonesisch, met twee walsen van Chopin, opus 18 (1833) en opus 64 nr. 2 (1847). Zij speelt ze vlot zonder bladmuziek en de wals zal op haar lijf geschreven geworden zijn! Met haar ranke vingers zijn de zwarte toetsen feilloos te toucheren.



Roosmarijn

Roosmarijn, 65+ heeft de naam van een beroemde Franse abbé uit de 18e eeuw. Er komen twee werken van Moesorgsky, Een Traan (1880) en Meditatie (1880). Beide werken laten aan de naam zien rustige muziek te zijn, wat easy-listening, en worden door de solist iets stroef gespeeld, alsof ze voorzichtig wil zijn en geen risico mag nemen. Dan lijkt dit soms aarzeling. In het laatste is de linkerhand manifest maar is er door de componist maar weinig melodie.

Eindelijk onze Kim die mij heeft uitgenodigd. Zij had mij al hartelijk verwelkomd en moet iets gezegd hebben iets nerveus te zijn? Wie niet, zou ik geantwoord hebben. Af en toe zag ik haar ernstig denken en eenmaal de vingers oefenen.

Kim

Kim is de eerste die eindelijk eens wat zegt waarover ze gaat spelen. Dat vind ik geweldig, dit personaliseert de vertolker alsof op de Koningin Elisabethwedstrijd er zo uitvoerig informatie verstrekt wordt. Kim speelt eerst Scriabin Etude opus 8 nr. 12 (1894). Diens pianomuziek ken ik veel minder dan zijn symfonieën. Of het de 1e, 2e of 3e is moet ik in mijn aantekeningen opzoeken maar niet lang geleden heb ik een van deze drie in het nachtprogramma kort achter elkaar gehoord. Hierin is er iets dat mij steeds stoort, noem het een vierregelig liedje met een schone melodie dat abrupt afbreekt. Waarom nu, hij is goed op weg maar 'n Mozart als 'n Beethoven zouden doorgecomponeerd hebben. Toeval is het ook weer niet want twee- of driemaal gebeurt hetzelfde in het muziekwerk. Kim kan haar talent tonen met forse en luide tonen als ook weids gespreide armen met rechts zowat octaven. Vervolgens Rachmaninoff's Prelude opus 32 nr. 5 (1910) waarbij de speler tot verademing komt. Dit is in diens pianoconcerten nooit het geval, verzeker ik u!





Dan wordt de eerste helft afgesloten met een optreden van Hugo

Hugo

die wordt gesecondeerd door Kim als bladomslaander.
Wat we te horen krijgen grenst aan het ongelovige. Het is Alban Berg's Sonate opus 1 (1908), en het cijfer een betekent zijn eerste werk als studie op het conservatorium bij Schönberg. Hugo geeft in de toelichting dat de sonate een plichtwerk is maar dat de volgende delen niet vervaardigd zijn aangezien Berg aangaf uitgeput te zijn.
Aangezien Hugo een professionele indruk maakt vroeg ik zijn vrouw naar hem. Ze antwoordde dat hij eerder vergevorderd is. Maar dat kan niet waar zijn, na zo een compositie met voortdurend tien vingers spelend. Dan was Berg ook geen amateur! Hij zal nog meer meer composities maken. Wat een krachtsinspanning zo'n blad vol zwarte noten in muziek om te zetten. Kim kon ook goed meelezen, zag ik aan haar gezicht. Ik zou Hugo eerder een onofficieel professional willen noemen.
Het muziekwerk is veelal atonaal maar toch romantisch naar verluidt. Echter is de sonatevorm moeilijk te herkennen op een moment na, als het blad wordt teruggedraaid. Hugo bevestigde dit mij.

Na de pauze ging het allemaal rustiger toe zonder al teveel ophef.



Elske

Elske speelde Grieg's Albumblätter opus 28 (1864/1878). Het Duitse woord moet worden verstaan als pagina's maar als je het wilt kun je ook aan boombladeren denken aangezien de natuur immers voorop staat. Het viel me op dat ze veel afdempt waardoor aan de prachtige klank van de vleugel  afbreuk werd gedaan. Of de natuur moet alle rust verbeelden. Ze speelde op gewone toon, ik bedoel niet hard en niet zacht. Met haar duidelijk gekromde vingertjes wist ze alle toetsen te bereiken. Er is niet veel show in deze compositie. In het tweede deel is de toon voller geworden en voel ik me meer thuis. Het derde gelijkt een wals waar ze even haperde. In het laatste deel komen vele klanken in de lage registers maar helaas met wederom veel demping.

Coby heeft afgezegd. Ze had een stukje Liszt willen brengen.

Een welkome afwisseling: een quatre-mains!


Jax en Paul
 
De twee zusjes Labèque heb ik in het Concertgebouw gezien, eerst twee piano's maar als toegift kropen ze beiden met hun smalle corpora gezellig op één kruk. Twee heren Jax en Paul heb ik niet eerder gezien maar ik herinner van de radio me nog goed het duo André de Raaff en Jacques Schutte (zij het ieder op twee piano's maar altijd samen). Mijn moeder uitte kritiek dat ze altijd hetzelfde ten gehore brachten...
Mooi niet hier. Het was een zes jaar gelezen uitgebracht werk van de in de oorlog omgekomen Dick Kattenburg. Het stuk heet Flirtations (1939). Het lijkt een 4/4 maat, klinkt modern maar met opzettelijke dissonanten. Een herinnering heb ik nog aan Joodse Bron dat ik in het Muziekgebouw/IJ op de dag van de Dodenherdenking volgde.
Dan speelt Paul alleen een recent werk van de componist des Vaderlands Willem Jeths genaamd Chiaroscuro (1995), hetgeen clair-obscur betekent. Door vrij hard slaan en niet afdempen worden de boventonen opzettelijk hoorbaar gemaakt hetgeen de bedoeling zij. Een stuk vol contrasten en dissonanten.

Ten slotte:

Karlijn


Karlijn met Vijf Preludes (1992) van R. van Oosten. Er komen welluidende lage registers, wijde armen en prachtige harmonieën. Ik geloof foutloos gespeeld maar ik had het gevoel toch een keurige schoolmatige vertolking te horen. De componist kende ik niet, krachtige Karlijn nu wel.
























21 mei 2016

Tamboer Concertzaal aan de Overtoom zoals zij vroeger was

Het Huis Tamboer bevindt zich aan de Overtoom 247A, zowat op de hoek van de Gerard Brandtstraat. Net aan dit einde zit Het Orgelpark, doch dit terzijde.

Het Huis bevat een parterre met achterzaal die als concertzaal is omgebouwd geworden. De keuken wordt gebruikt als koffiekamer, de gang als praatkamer. De zaal heeft een glasvolle serre die gebruikt wordt voor opslag van extra stoeltjes. Deze zaal aan 'n binnenplaatsje is goed afgesloten voor verkeerslawaai, het Vondelpark verderop is stil en voornoemde de straat bevat niet meer dan parkeerplaatsen.

In de Tamboer kwam ik tien jaren, van 1986 tot en met 1996.

Wijlen Dr. Herman Hoelen, de voorzitter van het Wagnergenootschap Amsterdam (oude naam), heeft tijdens een zijner toespraken gezegd deze locatie een goudmijntje te vinden. Vergeleken met het eerdere Centraal Brouwerij Kantoor is dit absoluut niet waar, want dit is een chique locatie, doch na Hoelens pensionering konden wij daar niet meer verkeren. Kennelijk was de Tamboer hem een na de beste, ha.
Maar is dit ook zo?

Het huis is ingesloten door de omgevende gebouwen.
De gang is lelijk, voor ontvangst een slecht visitekaartje. Een loper, waar zie je zie nog?
De keuken is hopeloos ouderwets, gestort granieten aanrecht.
De koffie is vies, de zak kookt al een half uur voor aanvang (20:00) en kookt door tot in de pauze (~21:15). Er waren wel koekjes of zo.
De toilet is als van 'n huis van een woningbouwvereniging. Had met nu echt geen rooie rug er voor  een professioneel gastentoilet te laten maken? Om de lelijke muur te camoufleren hing er jarenlang de pianotechniekplaat van Broekman en Van Poppel vol met 12e wortels. Wachten in rij, de dames mochten naar boven. Eens glipte een oudere voor mij, moest ik nog langer wachten. Grrr. Spoedig daarop overleed die ouwe.
De stoeltjes zijn niet comfortabel, smalle zitting en voelen hard.
Vooraf de vergadering of concert hoorde je klassieke muziek vanuit de huiskamer boven.
De dames in ons gezelschap deden de afwas.

Wel fraai is de vleugel, de akoestiek zo dicht op.

Het echtpaar Tamboer was altijd net en beleefd. De man P. Tamboer is pianoleraar met cultureel  onderwijs, met de vrouw heb ik persoonlijk contact gehad, zij was erg aardig.


Zie ook:

Een waardig Afscheid van de heer G. Van Orden in het Wagnergenootschap op 9 oktober 1979

Ellie Bysterus Heemskerk spreekt voor het Wagnergenootschap te Amsterdam

 

 



14 mei 2016

Monsieur de Pourceaugnac en Frank Martin in De Stadsschouwburg te Amsterdam

Het Holland Festival was begonnen. Met mijn studenten ASVA-kaart kreeg ik billijk toegang tot 'n opera. In muziek ben ik altijd geïnteresseerd geweest en heb ik dan ook mijn blik geworpen op het muziekleven te Amsterdam om er bij te zijn. Want niets gaat boven de realiteit dan de vooroorlogse ERRES-buizenradio waaraan ik verknocht was (en die ik als museumobject nog bezit).
In de Stadsschouwburg meldde ik mij een half uur voor het begin en kreeg een plaats op de parterre, ongeveer 3 of 4 rijen midden-vooraan. Ik zat als eenvoudig student tussen de heren in avondkleding (hetgeen nu een zeldzaamheid is) en de dames in luxe toiletten. De critica schrijft dat ook de echtparen Luns, Zijlstra en Scholte aanwezig waren. Eerst nu huiver ik dat ik daar bij was!

Het is de avond van 17 juni 1963. Toen ik de zaal betrad, die hemelse ruimte met warm rood en pluche, kreeg ik een geel kaartje aangereikt dat de vermelde dirigent Paul Sacher verstek moest laten gaan en niemand minder dan Frank Martin zelve komt! Dat was een verrassing maar ik kon nog niet goed de importantie daarvan inschatten.

De gehele voorstelling heb ik Frank Martin voor mij gezien. Niet meer dan een hoofd met keurig kapsel, schouders alsmede de armen. Vlak achter hem zat een deftig echtpaar dat soms een paar woorden wisselde. Ik herinner me goed dat de dirigent iets geïrriteerd zich achterom draaide.

Het is een komisch toneelstuk van Molière waarin de toenmalige artsen danig op de hak genomen worden. De clismaspuit speelt een voorname rol. Wat is hierop tegen? De vermoede werkzame stoffen worden snelst in het bloed opgenomen en ontzien derhalve de maag. Er vinden scènes plaats die de lachlust van  het publiek opwekken.

Monsieur de Pourceaugnac


De (voormalige) Nederlandse Opera geeft deze avond. De voorname heer was André Vessières en de gedupeerde vrouw Erna Spoorenberg. Ook Cora Canne Meyer zong mee, die ik tien jaar later zou zien in de proloog van Ariadne.

Hoevele jaren later, misschien 80er, werd de gehele opera uitgezonden in het zondagavond-programma van de toenmalige Concertradio. De presentator zeide geen informatie ter beschikking te hebben, wat vreemd is voor zo een deskundige, en ik kon hem ook niet helpen. Ik heb weliswaar de gehele opera beluisterd. Misschien is het dezelfde opera-expert die nu werkzaam is bij de huidige Concertzender.

De nu bestaande De Nationale Opera bestaat meer dan vijftig jaar. In het Muziektheater was een grote rij foto's en afbeeldingen van de producties te zien, vanaf 1964. Iets jammer dat deze er net buiten viel...


07 mei 2016

Heitmann in Het Concertgebouw Amsterdam


Toch heb ik het met 'n muziek-maak-programma maar gebracht tot opus 3. Ik wilde bij Irene Hagemans een goede beurt maken maar het liep mooi mis: zij als waardige alumna van het Conservatorium Fontis te Tilburg wist me te vertellen dat mijn doodernstige conceptie maar een fletse afspiegeling zij van Mozart. Dan liet ik het er maar bij zitten en mijn droom carrière te maken te beëindigen.
Doch hoe vele componisten zal je de kost moeten geven die tegenslagen niet bloedserieus in hun leven hebben meegemaakt?

05 mei 2016

Joodse bron op 4 mei 2016 in Muziekgebouw aan 't IJ

Voornoemd Muziekgebouw ontwaar ik lopend over de grote brug langs de oever van het IJ. Ik had al meermaals vanuit de trein gelet op dit gebouw maar zag het steeds op afstand. Aan deze onzekerheid  komt nu een eind.



Eerst nog is de lange weg over de stijgende brug te nemen, dan een recht stuk, om linksaf te slaan een stijgende toegangsweg op naar de ingang. Eigenlijk zweven we minutenlang in de lucht richting hemelse sferen. Wie heeft zoiets bedacht? Maar eenmaal binnen moet je een grote diepte afdalen naar parterreniveau, voor mij niet zonder pijnlijke benen. Er is een lift die ik na afloop zal nemen. Het was stil, niemand zag mijn krachtsinspanning. Ik kijk rustig rond en verbaas me over een gigantisch onbeschilderd betonblok dat kennelijk het IJ inzakt, omgeven door een stalen frame met glasplaten. Modern met weinig hout.


Er is ruim een half uurtje tijd wat rond te kijken.


Mijn voorafje
Vooraf was ik uitgestapt op de Nieuwmarkt en wilde een corona opsteken. Doch vergat ik in mijn costuum de aansteker mee te brengen. Van een reservedoosje lucifers, geconserveerd in een plastic pakje waar wiet in gezeten heeft, was het schuurvlak glad geworden of de kop van de lucifers te hard. Ik moest haar weggooien. Kuierend op de Zeedijk zag ik bij de ingang van een café een ras Amsterdammer wien ik een vuurtje vroeg. Ik dankte hem en wenste 'n goede avond. Vervolgens keek ik met heimwee naar die gelegenheden welke ik tientallen jaren op mijn kroegentocht heb bezocht maar waaraan ik toch na vijftig jaar uitgaan min of meer een punt achter heb gezet. Immers het is niet meer dan staan en hijsen, verder ken je niemand als je incidenteel inwandelt. Eten en drank heb ik thuis genoeg. Vlak bij het stationsplein was het erg druk. Ik keek naar links en zag al drommen mensen op het rak bij de Dam. De weg was afgesloten en twee gele bewakers hielden het verkeer tegen. Doch kon nog net een arrestantenwagen doorrijden, ook daar houden ze rekening mee.
Helaas kon ik de stationshal met een sigaar niet inlopen want ik heb geen vuur om die wederom op te steken. Ik besloot rechtsaf de spoorrails onderdoor te lopen hetgeen volgens een verkeersbord niet was toegestaan. Een Engelse tourist, bepakt en bezakt, liep voor mij. Deze grote verkeerswegen oversteken is niet zonder risico. Maar dan toch is de oever bereikt en zag ik voor het eerst de nieuwe overkapping van het busstation aan het IJ.


Adembenemend die ondergaande zon boven de spiegelgladde wateroppervlakte. Drie lange  cruiseschepen, eendeks. Condensstrepen van vliegtuigen die elkaar grappigerwijs kruisen.

Alhoewel de deuren van de concertzaal nog allang gesloten zijn zal hier wel veel hout te zien zijn echter zonder artisticiteit. Zij gelijkt eerder op een Vorstenlandense droogschuur voor bundels al gefermenteerde tabaksbladeren.




Violist en componist Josef Malkin (1950)
Dat Joods met een hoofdletter geschreven wordt is gebruikelijk alhoewel met minuskel ook wordt gebruikt. Maar bij bron ontgaat het mij, bij de titel betaamt slechts het eerste woord in majuskel. In Amerikaanse titels zijn weer wel alle woorden voorzien van hoofdletter, lelijk maar waar.


Hier is de avond duidelijk ethnisch: de Joodse componisten Prokofjev (1891-1953), Sjostakovitsj (1906-1975) en de hedendaagse uit Georgië afkomstige Josef Malkin. De sopraan zangeres is Channa Malkin (1990) en er zijn nog meer familiaire muzikanten.
Het concert wordt rechtstreeks uitgezonden op NPO Radio 4 klassiek
Het is hier terug te beluisteren.





Het muzikale gezelschap is een ensemble uit het NPhO, ook leden van het KCO verrichten zulks.

De Dodenherdenking
Zoals aangekondigd was de Dodenherdenking op een beeldscherm te volgen. We waren om kwart voor acht met zowat dertig personen. In de inleidende interviews werd een opsomming gegeven van oorlogsdoden WOII: 250.000 Nederlanders in totaal, waarvan 102.000 Joden, 20.000 uit de hongerwinter (nu eens 'n keer niet achtergehouden), 16.000 militairen waarvan in de Oost al 5000 op de Erevelden, alsmede 24.000 Indische Nederlanders al of niet in Japanse gevangenschap. Uiteraard is Rotterdam genoemd geworden maar opmerkelijk dat 'n (controversiële) politionele actie wordt genoemd als ook de burgerlijke doden uit het Haagse Bezuidenhout en Amsterdam-Noord (17-6-1943).


Het beeldscherm werd in zuidelijke richting gezet aangezien de ondergaande zon danig stoort. Toch blijft in het brillenglas een reflectie. Gordijnen zijn er niet en vensterglas met elektronische verduistering is er evenmin want daarvoor is deze gelegenheid te zeldzaam. Opvallend dat tijdens een kranslegging de muziek door de kapel van Luchtmacht heftiger wordt. Een glimlach komt als basis-scholieren uit Amsterdam en Groningen een bloem leggen (met de bloem naar voren).

De uitvoerenden
De leider en violist Vadim Tsibulevsky. Hij is afkomstig uit Azerbeidjan maar studeerde in Moskou. Emigreerde naar Israël en studeerde daar verder. Maar in Europa heeft hij op vele plekken gewerkt tot nu in het NPhO als 1e concertmeester.
Sergei Edelmann, piano. Afkomstig uit Oekraïne, emigreerde naar de VS. Heeft ook onder Maxim Sjostakovitsj gewerkt, de zoon van.
Robert Lis, viool. Geboren in Polen, Zat in vele orkesten en nu als 2e concertmeester bij het NPhO.
Avi Malkin, familie van, en geboren te Azerbeidzjan, altviool. Emigreerde in 1985 naar Israël en is nu werkzaam in het NPhO.
David Bordeleau, afkomstig uit Canada, cellist in het NPhO. Zijn instrument is een klassieker uit 1815 en de strijkstok eveneens. Plv aanvoerder in het NPhO.
Luis Cabrera Martin, contrabas, uit Spanje. Eerste bassist in het NPhO. Is docent aan de Guildhall School te Londen alwaar Nico de Villiers (zie mijn Mulder-Herinneringen 19-11-2013) zal afstuderen.
Leon Bosch, klarinet. Last but not least een Nederlander! Is 1e klarinettist bij het NPhO.

De sopraan Channa Malkin, dochter van. Opera- en concertervaring.

De werken.
Hier kom je toch voor! De formidabele componisten als Sergei Prokofjev en Dmitri Sjostakovitsj!
Prokofjev's Ouverture op Hebreeuwse thema's uit 1919 door zijn medestudenten van het conservatorium te Sint Petersburg hem in handen gegeven. Jiddische sfeer met harmonieën en volksmelodietjes. Ik herkende wat passages maar niet zovele als in het volgende werk. Met ingehouden adem heb ik geluisterd. Opvallend, hoe paradoxaal, is de absolute stilte in de zaal, zelfs ademhaling van je buren hoor je niet.

Sjostakovits's Strijkkwartet nr. 8 uit 1960. Bewust gebruik van Joodse volksmuziek die de meester zeer aansprak door haar innerlijke tegenstrijdigheid. Als basis is een doorwerking van de noten d-es-c-b die van zijn (Duitse) naamsinitialen afkomstig zijn. Als je dit weet hoor je ze herhaaldelijk en overduidelijk. Goed kan ik mij herinneren de krachtige driewerf kwarten, die steeds terugkomen. Ze doen je denken aan een waarschuwing of een signaal en je kan ervan schrikken. Dan onmiddellijk komen de warme melodieën weer naar boven om je te strelen en je gerust te stellen. Ook hier was de zaal volkomen stil. Er gebeurt iets, je wacht af en kijkt.
De avond sluit af met het Pianokwintet uit 1940. Hier kan de pianist waarlijk met beide vuisten op de toetsen slaan en je goed wakker houden. Ik wou dat ik dit mocht! Merkwaardig dat de pianopartij soms rust maar dan weer opkomt. Het eindigt zacht, wat je naar al het heftige voorgaande niet verwacht!

De piece de résistance was het vertolken van het werk van Josef Malkin op basis van 35 gedichten door 'n zekere Ida Vos. Ik heb wel van die naam gehoord doch nimmer iets van haar gelezen. De poëzie bestaat uit kleine zinnen van twee tot vier woorden, zonder hoofdletters en met bijna geen leestekens. De zangeres zong alle vijftien uit haar hoofd. Alhoewel de inhoud der gedichten droef, is de melodie bepaald aangenaam om te horen. Geen moment dat ik uit mijn concentratie geraakte. Even dacht ik aan filmmuziek, de stem heeft de leidende toon, het ensemble volgt haar, denk ik zo.
Je kijkt wel heel even op als je woorden hoort als jullie zijn dood / ik leef , het allesvernietigende leven, op weg naar de vernietiging en giftig gas. Als deze woorden nu in een buitenlandse taal zouden gezongen zijn, zoals met alle vocale orkestmuziek in de concertzalen, zouden ze niet zo opvallen als nu.
De zangeres heeft een uiterst charmante gestalte, dat mag je ook zien maar de muziek staat toch voorop, het is immers muziek op basis van tekst. En als je daar aandachtig en intens naar luistert geniet je van haar zuivere en heldere toon met als extra de klaarheid der gezongen woorden. Zo komen muziek en tekst beide met evenveel intensiteit op je over.
De laatste zin luidt in het heelal is opgegaan. Dit deed me eventjes denken aan de zinsneden uit The Tempest alwaar na hun heilzame werk de bosgeesten in de dampige boslucht verdwijnen, welke nog werden gepresenteerd op de 400-Shakespeare herdenking.

Joodse muziek
Sprak Sjostakovitsj al over Joodse muziek, na de titel Joodse bron lees ik ook Joodse componisten, Joods karakter, Joodse elementen en Joodse cultuur. Is dit nu waar?
Ik citeer niemand minder dan de vermaarde musicoloog en componist Marius Flothuis over wie ik een essay schreef onder de titel Marius Flothuis bij de Vrijdenkers van 6-10-2014. Hij sprak in februari 1974 tweemaal de flotcurtusiaanse sententie uit dat religieuze muziek niet bestaat! Hiermede behaagde hij de aanwezige vrijdenkers ten zeerste maar er is meer. De kern van zijn betoog is dat het Joodse menselijkerwijs is toegevoegd aan de noten van de muziek maar dat het eigenlijke Joods in muziek illusoir is! Immers, kan muziek dan ook een kleur hebben, een temperatuur of een massa, natuurkundeige begrippen, als ook de psychologische van emotie, hartstocht, depressie of uitbundigheid?
Dan krijgen we ook nog de schurk Erik Satie die laconiekerwijs een zijner werkstukken de vorm van een peer bedacht...
Ik moet Flothuis geloven dat muziek als creatie op zich (zelf) staat en dat elk adjectief (=toegevoegd) niet klopt. Nu is bij Gustav Mahler en Anton Bruckner een afwisseling van felle (harde tonen) en lieflijke (zachte tonen) optimaal aanwezig. Maar net zo goed kan een liefdesroes door harde tonen en een woedeuitval door zachte tonen worden vertolkt in muzieknoten. Wij zijn volledig afhankelijk van de scheppingsdaad des componists zonder dat we er iets aan kunnen veranderen. Je behoeft niet eens te denken wat de muziek voorstelt, zij is een abstractie, het wordt soms wel eens geduid om wellicht naieve mensen wat idee te geven van muziek (denk aan Peter en de Wolf) maar dan moeten ze er maar vlug weer van afkomen. Ik studeerde ook in Schopenhauer die ook uitspraak heeft gedaan dat muziek boven de letterkunde staat, het is onwoordelijk. Daarom is het toekennen van literaire  eigenschappen bezijden de waarheid. Geen religieuze muziek dus maar muziek die tijdens een religieuze bijeenkomst wordt ten gehore gebracht of uitgevoerd. Het kan ook met de Matthäus waarvan Leo van Doeselaar heeft gezegd dat dit een geestelijke opera is, dus geenszins religieus. Zie mijn essay De Matthäus-Passion o.l.v. Ivor Bolton van 20-3-2016. Dus de "passiemuziek" zelve is geen religie! En Joodse muziek bestaat niet.

Film
Tijdens alle muziek werd een film geprojecteerd vervaardigd door Bob Aardewerk. Het betreffen beelden van Nederland vanaf 1930 tot nu. Ik heb gedeelten of geheel al in de loop der jaren gezien op VPRO-Geschiedenis, die van dezelfde bron Beeld en Geluid gebruik maakt. Maar hier is iets opmerkelijks: de beelden zijn veelal in diagonale stroken gemonteerd met een resterende driehoek rechtsboven, en overlopen in een beeld en weer terug. En rijke afwisseling die nooit verveelt. Dit is nog eens moderne filmtechniek! Ik keek mijn ogen uit en luisterde tevens intens naar de muziek. Deze filmbeelden: van vreedzaam Nederland (de crisistijd komt niet voor) met ontspanning bij het water, straatbeelden met passanten, een Joods huwelijk met heren in deftige kledij, dansen, overgaand in oorlogsdreiging en -voering, bombardement op Rotterdam, een inval op Joodse adressen en wegvoeren van bewoners, tot en met Bevrijding en wederopbouw. Dan zien we de volle stedenbouw en infrastrctuur, trots op Nederland. Ik heb alle bewondering voor deze kunst, zo ik het noemen wil.

Applaus
Verzocht werd na elk muziekstuk het applaus te bewaren tot het laatst. Dat kwam van ongeveer driekwart van de 500 zitplaatsen. Dit applaus was enthousiast ook en verdiend. De uivoerenden moesten terugkomen en kregen fraaie bloemstukken aangereikt. Ik heb genoten!



Channa Malkin nu met brilmontuur


Ook Josef Malkin kwam op en deelde in de ovatie