Pagina's

09 maart 2017

Friedrich Griese - studie

Bio-, bibliografisch en kritisch documentonderzoek en kijk op zijn tijd van de romancier

Friedrich Griese (1890-1975),

op basis van het manuscript 31 januari 1979.  Boekvorm DIN A4, 167 pagina's (maart 2017).

Privé-uitgave, niet in de handel.



GRIESE INLEIDING


Wij hebben de eer onze tekstkritische studie over de Duitse letterkundige Friedrich Griese voor te leggen.

Het betreft de privéstudie aan de UB 1976-1979, met aanvullende documentatie uit heel Europa.

Het is geen leesboek, eerder een naslagwerk of bibliografische encyclopedie.

Het lijdt geen twijfel dat doelbewuste afstand gehouden is geworden tot de talrijke vermeldingen van vreemde namen en zwaarwichtige woorden uit de vooroorlogse Duitse tijd doch laten wij de schrijvers en zijn critici ten volle aan het woord komen echter niet zonder becommentariëring. Alles dient de investigatorische belangstelling.

Met gestrengheid hebben wij de manuscripttekst getypt zoals hij in 1978/9 geschreven geworden is teneinde de authenticiteit te waarborgen. Slechts hier en daar zijn kleine correcties en aanvullingen aangebracht en die moeten kunnen.

De gegevens zijn voor de periode na 1979 niet geactualiseerd, het boek is dus een tijdsdocument.

Het boek is niet geschikt voor iedereen aangezien minstens verwacht wordt een voorkennis te beschikken over de Duitse tijd, letterkunde en toenmalige cultuur alsmede over de jaren na de WOII. Minder krijgskunde dan politieke geschiedenis en cultuurpolitiek. Daarom is het ook niet in de handel. Onze studie is bestemd voor instituten van universiteiten en voor oudere personen onzer persoonlijke keuze.

Mailto: J.A. Heitmann
             AMSTERDAM

07 maart 2017

Een Koopermoolen die plots ophield met draaien

Nu ik een opname gehoord heb van Henk Elsink die Wim Sonneveld ontvangt moet ik zeggen dat die twee perfect samenwerkten. De bekende liedjes doen goed.

Elsink trad op in zijn eigen theater + restaurant De Koopermoolen aan de Warmoesstraat. Na vele jaren ging de zaak in de 70er failliet en maakte hij een doorstart. Of liet hij failliet gaan? Ik vond dit maar raar zijn crediteuren in de koude te laten staan. En willen die dan wederom nog wel zaken doen?

Misschien was hij op zijn 53e vermoeid geworden en zocht hij een escape. Dit moet hij verricht  hebben als schrijver van thrillers, zo ik las. Inderdaad is jezelf beschermen een goed principe want het hart van collega Wim ging er op zijn 57e mooi aan onderdoor. Ze spreken wel de kaars niet aan twee kanten aansteken.

06 maart 2017

Elgar 3 maart 2017 met het KCO o.l.v. Sir John Eliot Gardiner

Weer naar het Concertgebouw. Van afstand zie ik het verlichte bouwwerk en smul nu al van de heerlijke sfeer binnen. Het is een andere wereld, hemelse wereld.

Het Concertgebouw vanaf het Ravensbrückmonument Museumplein

Als ik eenmaal gezeten ben in een nog aardig lege zaal krijg ik een verbazing dat de onbemande basviolen links op het podium staan opgesteld. Ik maak een opmerking tot mijn buurman die mij verklaart over een "Duitse opstelling". Dit blijkt inderdaad waar te zijn.

Vooraan van ltr: Eerste violen, altviolen, celli en tweede violen. Deze laatste zijn nu goed te zien!
Daarachter van ltr: Basviolen, harpen, hout, koper.
Achteraan van ltr: Slagwerk met tamboerijn, triangel, bekkens, grote trom en pauken.
(Orgel.)
De dirigent staat eigenlijk links van het midden en rechts naast hem is plaats voor de zangeres.

We zien het podium volstromen, veel vrouwen. Nog nooit zijn de tweede violen zo goed te zien geweest. Het wachten is op de dirigent Sir John Eliot Gardiner CBE, die toevalligerwijs precies een week ouder is dan ik. Dit is toch mooi geregeld van boven, nietwaar?

Opvallend dat vier Japanse girls op de podiumtrap de orkestplaatsen nauwkeurig bekijken. Ze hebben allen gitzwart halflang kapsel en witte rokken.


Als Eliot Gardener de trap afdaalt blijkt hij een forse man te zijn.



Onverwacht voor een Engelsman. Hij heeft een rechte rug, klimt zonder moeite. Voordeel is dat de muziek van Elgar zware grote lijnen heeft, de bewegingen van de dirigent zijn navenant.

Elgar - Ouverture Cockaigne, op. 40 'In London town' 
Eigenlijk zonder al te veel inleiding komt de muziek in volle kracht opzetten, we zitten midden in de drukke stad. Soms felle passages, dan weer tot rust komen. Alles is melodieus. De harpen kan je soms een tokkel horen geven, het orgel speelt constant mee maar het is op zich niet te horen, de pijpen vermengen zich met het volumineuze geheel. Het verschaft de Elgarmuziek een wondervolle bas-basis. Opvallend ook de soms opstijgende klank waarop deze plots afgebroken wordt. Dan komen ze allen weer opzetten. Het is een spanningstrekker.

Mahler - Rückert-Lieder 
De schitterende Zweedse zangeres Ann Hallenberg (1967), mezzosopraan, komt op, ze wordt hartelijk begroet. Ze heeft een klein partijboekje. Het gehele werk zal uiterst beheerst en soft worden, heus geen Elgar-volumineuziteit. Soms iele klanken, soms bijna stil. De zaal is ook muisstil. Ze begint een hele tijd met beheerst volumen, dan komen er krachtigere zangklanken. Ik geloof toch echt maar vier van de vijf Lieder.
Dan komt de Um Mitter Nacht. De zangeres gaat midden in het orkest op 'n lege plaats staan. Haar zachte zanggeluid mengt zich met de iele klanken van de orkestleden. Wat een vondst! De zaal is volkomen stil. De nacht is stil. Het is 'n levenseinde. Steeds deze drie woordjes, zacht, iets meer en dan weer zacht een kabbeling, het is een betovering. Blazers in solo geven soms zachte klanken, de zangeres zingt onverdroten door. Als het uit is kunnen we even adem bijhappen.
Het laatste lied ben ik vergeten.

Elgar - Tweede symfonie in Es, op. 63  
Slechts wat noten ken ik van deze tweede symfonie, het is een weinig gespeeld werk. De eerste is me goed bekend, de zware thematiek met lange lijnen en die begint met een soort treurmars. De derde is voltooid door meerdere competente muziekkenners. Nu dan de tweede die mij dus een hernieuwde kennismaking betekent o.l.v. een geboren Engelsman.
Wat een merkwaardig begin: de violen maken een kort glissando waarop het gehele orkest volgt met een totale bezetting. Steeds meer zullen deze glijders vertoond worden, als alle musici dit doen geeft alles een bazareffect. Steeds weer de afwisseling van pia en tutti. Er is weinig nazingbare melodie in te ontdekken maar het geheel blijft een fascinatie. Er lijkt geen eind aan te komen, de verbeelding van Elgar is onuitputtelijk. Men zou de symfonie oneindig kunnen herhalen, niemand die het merkt.

Het applaus is overweldigend en dat na Haitink op 16 februari al. Eliot Gardener moet tweemaal terugkomen. Zondag hierop is de uitvoering rechtstreeks die ik heb opgenomen.

Sir John Eliot Gardiner CBE - dirigent




Lees ook: Elgars Enigma-Variaties