Pagina's

26 februari 2019

Wagnernoten door Kors Monster verslonden

Als pianist heeft Kors Monster tweemaal het Wagnergenootschap te Amsterdam bezocht op de locatie van het Brouwerijkantoor, Herengracht 282 voor muzikaaltechnische analyse. Deze materie is zeldzaam in onze geschiedenis aangezien de meeste leden geen muzikale opleiding of vorming hebben genoten, hetgeen de liefde voor de hele Wagner zeker niet minder maakt!

Kors Monster

Genoteerd staan voor 6-5-1976 Siegfrieds Rheinfahrt en de ouverture tot Die Meistersinger als voor 9-1-1978 Toscanini. Bij beide voorstellingen ben ik niet geweest, in zoverre ik het kan overzien, maar er is toch een derde bijeenkomst geweest niet aan de Herengracht maar in een zaal ergens in de buurt, niet die van Felix Meritus hoor, waarvan ik de plaats en datum niet meer weet.
We moesten wel een smalle trap op, vóór mij een mankende vrouw met dikke reet die op de eerste verdieping aangestrompeld lekker begon aan de tweede totdat een luide schreeuw (van Hans Pot?) ons deed ontwaken dat we toch echt op de eerste moesten zijn. En wij allen terug. Even lachen.
Het was wel een forse zaal met een gewone piano die in de vrij holle ruimte galmend klonk. Het aantal bezoekers zal niet meer dan 25 zijn geweest.

Volop spelend, onafgebroken met luidkeels commentaar door Kors. Daar leer je wel wat van maar Kors zelve ook aangezien hij plots bij Die Meistersinger exclameerde: "O, dit heb ik nog nooit gezien!"

Het was niet zo lang erna dat de koffiekelder van het Brouwerijkantoor twee heren discreet praatten over het overlijden van Kors Monster die (te Rome?) van de trap gevallen moet zijn. Dat blijkt nu 15-5-1978 te zijn geweest. Hij werd dus 59.

16 februari 2019

Het levend fossiel Carel Briels

Het organisatietalent van Carel Briels vereist het journalistiek gebruik van superlatieven maar eens houdt dit toch op. Hiervan herinner ik me dat Carel voor de radio zijn donderend beklag doet en als mosterd na de maaltijd van een diender een bekeuring kreeg voor een paar meter buiten de streep geparkeerd te hebben. Carel vermoedde een pesterij op zijn persoon. En dat terwijl hij toch 150 jaar-Koninkrijk (1963) heeft opgezet met 'n naspeling van slag bij Waterloo te Goffert-Nijmegen als pièce de résistance. Anke Versloot-Cornelis (*1938) vertelde mij in de jaren na 1970 dat zij als kind in 1946 Olympisch Stadion meegedaan heeft met een open lucht-spel en dat zij met omfloerste stem verklaarde teleurgesteld te zijn over de latere mislukking. Briels vermoedde obstructie van duistere groeperingen der neo-marxisten, toentertijd nog bevolkt ook door afgevallen katholieken. Dan kan je vermoeden dat een praktiserend katholiek toch zijn grenzen heeft in dit vorstendom. Carel was een levend fossiel geworden. Het massaspel was plusquamperfectum maar in de Gijsbrecht kon hij met een laatste snik nog traditioneel zijn. Ook in de Stadsschouwburg broeide door lichtelijke verstoring het linkse verzet tegen het Kloris en Roosje-establishment zodat dit nationale meesterwerk (ooit geknarsetand door Calvinisten) in 1982 moest worden stopgezet, met nu door linksen wat latere uitzondering dat Badeloch als feministe werd getoonzet.

Spec Takel


Briels overleed in 1983 (66).


Wat bronnen:
Archief Carel Briels

Theaterencyclopedie 
Spektakel rond het Koninkrijk
















 

09 februari 2019

Bruckner in 40 jaar Vredenburg

In Vredenburg werd vrijdagavond 8 februari 2019 gegeven Anton Bruckners Derde mis in f klein, bijgenaamd Grote. De leiding had Edo de Waart in dit feest van veertig jaar concerten.
Voordat het Agnus Dei zou beginnen werd in  het Groot Omroepkoor de voorste sopraan onwel en moest worden weggeleid. Dat was even pauze. Gelukkig was er niets ergs.

De mis blijft een wonder op zich hoe zoveel muzikaliteit in zo een korte tijd (1uur en 15m) kan worden gecomprimeerd. De steeds onverwachte inzet van solisten en zangers is verrassend en vergt een uiterste aan concentratie. Het is dus een krachtsinspanning door Anton Bruckner opgelegd. Misschien een onaardse inspiratie.

Anton Bruckner 1894

Solisten: 

Anita Hartig, sopraan
Helena Rasker, alt
Sebastian Kohlhepp, tenor
Tareq Nazmi, bas. 

Messe Nr. 3 in f-Moll