Pagina's

09 augustus 2010

Hellevaart - Nederdaling ter Helle [Polinco 9 III 2003]

Wat moeten we in godesnaam met de Nederdaling ter Helle hier?

Ik zal het U verklaren, maar vooralsnog een korte inleiding. Bij de Hellevaart is eeuwenlang gevoeld (geloofd) dat de hel een onderwereld is, dus lager dan de aarde, onder de grond, rooddonker, dampig van zwavel en verstikkend. Men lijdt ondragelijke smart en smeekt de Hooghste God, opzettelijk volkomen onzichtbaar voor hen, om genade. Maar ze moeten boeten, eeuwenlang en een levend mens huivert van de gedachte verdoemd te worden.

Swedenborg heeft uitvoerig zijn visioenen nedergeschreven over de hel. Het is een grote brede diepe put met galerijen, ieder voorzien van een eigen kwellingsniveau. Later is deze schrijver door Kant voor geestesziek verklaard, maar wie visionair is wil ik niet zo vlug verdoemen; het kunnen de vruchtbaarste mensen op aarde zijn met een binding aan het hogere, waar tijdgenoten plezier van kunnen hebben voor hun denken en handelen.
Het geloof is vrij vaag t.a.v. de hel. Was het eeuwenlang een lekker dreigement vooral tegen Joden, thans wordt de hel meer en meer op de achtergrond gedrongen. Het geloof zal er heus niet minder om zijn maar de openlijkheid is weg. De besluiten van het Tweede Vaticaans Concilie hebben de misteksten in die mate veranderd dat het woord hel niet meer voorkomt, noch het woord verdoemenis. Wel met Pasen de naam Satan gelezen, maar ja, daarvan kennen wij er velen...
Hel en Hemel zijn toestanden, volgens moderne inzichten en de locatie moeten wij maar vergeten. De zielen wachtend op verlossing. Hoe?
Toen Jezus stierf werd zijn ziel gescheiden van zijn lichaam. De ziel, ook een godheid, daalde af ter helle en gaf een lichtstraal in de duisternis. Welk criterium daaraan ten grondslag heeft gelegen weten wij niet, dat is godsbeschikking.
Er zijn meerdere hellevaarten bekend. De beroemdste die van Orpheus en meer voor classici Odysseus, die Achilleus ontmoet. Aeneas die zijn vader opzoekt. Lopen, lopen en lopen in rijen, eindeloos moeten ze volgens de heidense mythe. Maar de Jesaja verwacht al redding, en dat moet uitgekomen zijn of geconstrueerd zo men wil.
Er is een apocriefe bron die duidelijker taal spreekt: het z.g. Nicodemusevangelie. De Christus dring de onderwereld in en verbreekt de poorten en grendels van het dodenrijk, bevrijdt de gestorvenen die in Jeruzalem op de voorste rij mogen zitten bij Jezus' verrijzenis.
Hiermee zijn generaties mensenzielen in het Christendom opgenomen en leven nog lang en gelukkig.
Dit verhaaltje, deels dogmatisch, is thans uiterst kwetsbaar voor kritiek en verwerping. De Anglicaanse kerk heeft de hel namelijk officieel afgeschaft, d.w.z. er wordt niet meer over gesproken. Privé mag men natuurlijk denken wat men wil: Gedanken sind frei. Ook een opvatting van eeuwigheid die niet meer gezien wordt als een tijd (als bij Nietzsche) maar tijdloosheid. Hier kunnen wij de clou van het verhaal hebben: Een constructie om de zielen als mens geleefd hebbend in de tijden vóór het Christendom in te palmen. Daarmee is het geloof van het Christendom geniaal. Want altijd een gedachte dat vóór het jaar 33 er niet een ziel in de hemel zou kunnen/mogen zitten is ondragelijk en onaanvaardbaar.
Nu is het mooie dat andere religies niet zo een geniale vondst hebben. Wat nu te doen met de niet tot de Islam behorende zielen van gestorvenen? Die geesten zijn dus vóór de tijd van de Profeet Mohammed reddeloos verloren en hebben eenvoudig pech gehad. De mensenzielen ernà hebben geluk en stralen dit uit. Ook nu nog... Fijn niet? Er is er een die de Hellevaart min of meer heeft geïroniseerd: Dante. Jezus treedt de onderwereld in en verzamelt de Profeten, zeggend: "Jullie horen hier niet!" Zijn deze gestorvenen eenmaal weg dan breekt in de Hades een oorverdovend gejuich en gejoel uit, blij dat de heidenen van die zeikerts verlost zijn!
Dante moest op de vlucht.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten