Hyves Vrijheid van Mening den 11en Januar 2006, 13:56
Der Dichter Rilke hat diesen Spruch wohl als Leitstandarte benutzt. Was
ich damals ganz merkwürdig fand ist daß die verstorbene Lilian (+16 III
2005) diesen Ausdruck wohl gekannt hatte! Auch wußte sie Rilke sei Sekretär des Rodins gewesen. Wohl spezialistische Information für eine
ziemlich ungebildete Frau aber ich habe sie eingeschätzt, das bestimmt.
Tatsächlich, alles was ist geht vorüber, alles was geht will stoppen und alles was sich liebt scheidet sich einst. So ist die Natur, wie Nietzsche sagt: die ewige Wiederkehr des Gleichen weil es neue Vorgänge geben wird.
27 november 2013
Carnaval
Hyves Vrijheid van Mening 27 feb 2006, 02:34
Toen ik vanmiddag 26 II 2006 om half vier Feestelijk Oeteldonk verliet stond op het stationsplein een oudere man met gestrekte rechterarm krampachtig gestrekt in gedragen taal te prediken over het Laatste Oordeel. Lekker gezellig. Hij maar zalig dan. Een ware stunt!
Ondertussen daalden nog drommen feestgangers onder wie een ware bisschop gearmd met non de trap en roltrap af richting plein!
Ondeugend en nieuwsgierig als ik ben heb ik net zondagmiddag Oeteldonk twee uurtjes bezocht, het is onvergetelijk wat een feestelijke stad, wat een uitgedoste mensen en vooral, wat een toeschouwers allen in jolige kledij. Hoe jonger de meisjes hoe lekkerder om aan te bijten.
Vele café?s waren bezet en de stampende muziek scheurde naar buiten. Ook het café naast de St.-Jan waar Axel na het concert ons een drankje en hapje aangeboden heeft was afgeplakt en toegankelijk voor muzikanten en feestvierders.
Zaterdag ging ik al vroeg per trein naar Sittard waar ik nog nooit geweest was. Er was al het nodige in aanbouw voor de festiviteiten. In een feestwinkel kocht ik een komisch kruis voor een monnik in travesto. Alsdan reed ik verder naar Maastricht om formidabele muziekcorpsen te zien en te horen. Wat een organisaties allemaal! Zoveel mensen, zoveel plezier.
Dus vanmiddag maar even die prachtige St.-Jansstad aanzien en een sigaar roken. Ik heb mij wel vermaakt. En steevast de kathedraal aanzien als daad van nostalgie.
In de trein terug kwam ik ondanks twee pull-overs, winterjas en dubbele winterdas en handschoenen bij van de kou en heb nog lekker wat gelezen. De keurige vrouw naast mij zag er niet bepaald uit ooit feest te vieren laat staan met een man te dansen. Maar ze was heel netjes hoor dus geen kwaad woord hoor.
Een geslaagd weekend. Volgend jaar ga ik ook in de stoet!
Josh
Toen ik vanmiddag 26 II 2006 om half vier Feestelijk Oeteldonk verliet stond op het stationsplein een oudere man met gestrekte rechterarm krampachtig gestrekt in gedragen taal te prediken over het Laatste Oordeel. Lekker gezellig. Hij maar zalig dan. Een ware stunt!
Ondertussen daalden nog drommen feestgangers onder wie een ware bisschop gearmd met non de trap en roltrap af richting plein!
Ondeugend en nieuwsgierig als ik ben heb ik net zondagmiddag Oeteldonk twee uurtjes bezocht, het is onvergetelijk wat een feestelijke stad, wat een uitgedoste mensen en vooral, wat een toeschouwers allen in jolige kledij. Hoe jonger de meisjes hoe lekkerder om aan te bijten.
Vele café?s waren bezet en de stampende muziek scheurde naar buiten. Ook het café naast de St.-Jan waar Axel na het concert ons een drankje en hapje aangeboden heeft was afgeplakt en toegankelijk voor muzikanten en feestvierders.
Zaterdag ging ik al vroeg per trein naar Sittard waar ik nog nooit geweest was. Er was al het nodige in aanbouw voor de festiviteiten. In een feestwinkel kocht ik een komisch kruis voor een monnik in travesto. Alsdan reed ik verder naar Maastricht om formidabele muziekcorpsen te zien en te horen. Wat een organisaties allemaal! Zoveel mensen, zoveel plezier.
Dus vanmiddag maar even die prachtige St.-Jansstad aanzien en een sigaar roken. Ik heb mij wel vermaakt. En steevast de kathedraal aanzien als daad van nostalgie.
In de trein terug kwam ik ondanks twee pull-overs, winterjas en dubbele winterdas en handschoenen bij van de kou en heb nog lekker wat gelezen. De keurige vrouw naast mij zag er niet bepaald uit ooit feest te vieren laat staan met een man te dansen. Maar ze was heel netjes hoor dus geen kwaad woord hoor.
Een geslaagd weekend. Volgend jaar ga ik ook in de stoet!
Josh
Geluks-Weekendjes
Hyves Vrijheid van Mening 2 feb 2008, 15:52
Een paar maal per jaar convergeren en conjuncteren de gelukslijnen.
Ze veronachtzamen is de Goden verzoeken, ze spannend tegemoetzien en erbij genieten is geprezen.
De Parsifal werd op zaterdagavond 19 januari 2008 op Hilversum 3 weergegeven. De leiding had niet minder onze Bernard Haitink vanuit Covent Garden. Voor hem na de Ringen in Engeland een triomf. De uitvoering was erg rustig zoals ik in zijn Bruckner symfonieën uit 1970 ook gewend ben geweest: een bedaarde noorderling.
Maar hoe keek ik uit naar Die Meistersinger vanuit Wenen op zaterdagavond de week hiervoor onder de leiding van Christian Thielemann [geboren 1 april 1959 te Berlijn]. Deze voerde een rustige stokvoering en voorzag het orkest van een fluweelklank die mij ontzag heeft ingeboezemd. In het weekend overwoog ik wederom lid te worden van het Wagner Genootschap Nederland (voorheen - - Amsterdam) en kreeg een correspondentie met Hank Neugarten, de nieuwe voorzitter. De oude die ik goed gekend heb, Dr. Herman Hoelen, minstens 25 jaren in functie geweest, is overleden december 2007. Nadat ik de nodige belevenissen hem had medegedeeld spoorde hij mij aan lid te worden omdat "je bij ons hoort" als Wagnerliefhebber! Ik ontving van Hank enige recente documentatie en las deze aandachtig, gevoelde dat mijn spontaneïteit niet kon overeenstemmen met mijn verwachting voor de komende jaren toch niet meer zo inspannend te leven en er een abonnement meer bij te krijgen ondanks de opzegging van twee die ik beide elf jaren in huis heb gehad. Ik wil niet overbodige verplichtingen aangaan en moest Hank onder verontschuldiging nul op zijn rekest geven.
Spijtig maar waar.
Een paar maal per jaar convergeren en conjuncteren de gelukslijnen.
Ze veronachtzamen is de Goden verzoeken, ze spannend tegemoetzien en erbij genieten is geprezen.
De Parsifal werd op zaterdagavond 19 januari 2008 op Hilversum 3 weergegeven. De leiding had niet minder onze Bernard Haitink vanuit Covent Garden. Voor hem na de Ringen in Engeland een triomf. De uitvoering was erg rustig zoals ik in zijn Bruckner symfonieën uit 1970 ook gewend ben geweest: een bedaarde noorderling.
Maar hoe keek ik uit naar Die Meistersinger vanuit Wenen op zaterdagavond de week hiervoor onder de leiding van Christian Thielemann [geboren 1 april 1959 te Berlijn]. Deze voerde een rustige stokvoering en voorzag het orkest van een fluweelklank die mij ontzag heeft ingeboezemd. In het weekend overwoog ik wederom lid te worden van het Wagner Genootschap Nederland (voorheen - - Amsterdam) en kreeg een correspondentie met Hank Neugarten, de nieuwe voorzitter. De oude die ik goed gekend heb, Dr. Herman Hoelen, minstens 25 jaren in functie geweest, is overleden december 2007. Nadat ik de nodige belevenissen hem had medegedeeld spoorde hij mij aan lid te worden omdat "je bij ons hoort" als Wagnerliefhebber! Ik ontving van Hank enige recente documentatie en las deze aandachtig, gevoelde dat mijn spontaneïteit niet kon overeenstemmen met mijn verwachting voor de komende jaren toch niet meer zo inspannend te leven en er een abonnement meer bij te krijgen ondanks de opzegging van twee die ik beide elf jaren in huis heb gehad. Ik wil niet overbodige verplichtingen aangaan en moest Hank onder verontschuldiging nul op zijn rekest geven.
Spijtig maar waar.
Reünie 22 IV 2006 - Teleurstelling maar ik heb Haar toch meegemaakt
Hyves Vrijheid van Mening 25 mei 2006, 16:34
St-Ignatiuscollege te Amsterdam
Dus... had ik mij van de reünie veel voorgesteld en werk verricht oude klasgenoten te stimuleren te komen. Maar dit is niet geschied. Ik gis naar de reden(en).
Ten eerste is het klassieke historische gebouw als in IX 1995 niet aan de orde voor samenkomst. Die plek betreden na zoveel jaren heeft iets heiligs, de knappe leraren die daar rondliepen, het strenge gezag dat vanuit alle hoeken straalt.
Tweedens waren er natuurlijkerwijs geen leraren meer en indien wel zijn ze niet gekomen.
En als derde was de nieuwe locatie van het enorme betonnen glasgebouw aan de Jan van Eijckstraat 47 niet aantrekkelijk om uren in te vertoeven.
De organisatie door de reüniewebsite heeft een commercieel tintje.
Reünie16-9-1995 (Ig 100 Jaar)
Al vroeg aanwezig bij de Obrechtkerk spreek ik uitvoerig met prof Wim Tervoort. De kerk loopt in een halfuur stampvol. De Pens, te weten Beyersbergen van Henegouwen geeft ver armstrekkend Tervoort (ex-Jezuïet) een hand, drie of vier rijen vooraan zijn gereserveerd voor prominente gasten, meestal leraren. Er gaat een ontzag van aanwezigen uit de octogenaire autoriteit Wim Slijpen te zien, de oprichter van Contardo Ferrini. Verder een oudste leerling van eindexamen 1924. Henny A. M. Bresser filmt bezoekers, meestal vooraan gezeten. Pater A. Wiewel overlegt druk lopend.
De heilige mis met communie volgens de missae ordo nova en wordt afgesloten met het Ignatiuslied met de voorlaatste toon die in tegenstelling tot de verwachting niet een mineur is. Orgelbegeleiding Antoine Oomen. Wiewels preek gaat slim-toepasselijk over Jezus' verhandeling in de tempel. "Leven is geven en doorgeven" is het Leidmotiv des orators.
Allen in schier processie via De Lairessestraat, Concertgebouw naar de Pieter de Hoochstraat. Wachten op inschrijving.
Het prachtige gebouw aan de Hobbemakade waar je kan dolen door de gangen. Het tekenlokaal thans zonder amphitheater en de lijntekenklas. De Fabriek is allang afgebroken voor nieuwbouw. Het groene poortje is niet meer.
Een enorme tent op de Cour voor samenkomst. Achter zeilen geuren van een openlucht-keuken. Schalen vol met broodjes worden gepresenteerd. Passerende mensen bekijk je op de batch. Je ziet klasgenoten en hen die weliswaar in een andere klas hebben gezeten maar met wie je toch een zekere binding hebt gehad. Zangkoor op wisselende locaties. Leraar Bresser der Eichholzstruktur die innemend kan babbelen. De intellectuele pater Mooijman als altijd driftigerwijs discussiërend. Dan enige leerlingen die slechts naar binnen gekropen zijn slechts voor de receptie. De aula als praatzaal maar een vermoeide kan hier uitblazen. De kapel zij het ontruimd met attributen uit de oude tijd. Hier praat ik met de vrouwelijke rector G. A. (Trudy) Elsenaar-Tijsze die op mijn lof over de kennisopbouw reageert met: "Dan is het een goede school." Ik blader in het academielogboek waarvan ik een jaar secretaris ben geweest en zie met blos mijn schoolse handschrift. Ik kijk een tiental Harpoens door waarin ik heb bijgedragen met tekeningen. Klassenfoto H.B.S. 1960-1965. Toon Schermer (zelf Jezuïet) schuift onverwachts aan. Tegen vieren aankondiging van het herdenkingsboek "100 Jaar Ig". Ten slotte bij de uitgang Nicolaas Maesstraat een Leger des Heils-pot voor vrijwillige bijdrage. Mooi!
Ik schrijf dit maar in de præsens historicus om lectorum mijn herinnering te verlevendigen. Publiciteit over "'n Eeuw Ig" was er wel: in De Telegraaf 18 II 1995 en De Echo 22 II 1995. Maar het was geweest en wat de reünie thans voorstelt zal ik zeggen.
De verwachtingen waren in zekere zin gespannen als de oprichtingsvergadering Oud-leerlingen plaatsvindt op 24 april 2004, officieel met inschrijving KvK. Maar in 2005 wordt naar ik informeerde besloten de reünie een jaar uit te stellen. Het is niet onjuist te stellen dat de reünie als 22e lustrum op 24 IV 2006 dan nog net in het schooljaar 2005-2006 valt. Wat er verder met de Oud-Leerlingenvereniging die men nog had willen hernoemen in OLIM (Oud-leerlingen in Mokum) is gebeurd noch waarom zij überhaupt is opgericht geworden is gewoon niet bekend.
Reünie 22-4-2006
Aankomst Obrecht geen kip. Ik wandel liever wat in de omgeving. Eenmaal binnen geen kip, doch ik ontwaar pater Jan van Kilsdonk eenzaam zittend en wachtend met stok. Niet zonder schroom schuif ik bij hem aan en een gesprek met de man waar dan ook is zoals altijd zonder ademhalen. "Ik zie slecht maar mijn geheugen is goed", stelt de bejaarde. Dat weet ik, legendarisch is zijn geheugen van de klassieken en van duizenden mensen. "U bent tachtig, denk ik", zeg ik voorzichtig, waarop prompt geantwoord: "Negentig!" "O ja, natuurlijk, ik weet het weer", verontschuldig ik mij. Na lange tijd nog weinig mensen binnen, althans ouderen. Tot mijn verrassing zie ik de mij bekende kunstenares Inica Loe (47) die tekenlerares blijkt te zijn. Ze is nog niet afgestudeerd.
Geen mis, ik had het verwacht. Docent M. Elsenaar noemt het "een viering van nù".
"Is vorming in vroeger tijd educatief doel geweest, thans spreekt men van identiteitsvinding en persoonlijkheidsontwikkeling", aldus rector H. Buijze.
Oefenen koor en orkest o.l.v. Luc Löwenthal. Zang van allerlei soort, met afwisselend Gregoriaans door leraren. Rap-muziek best knap gebracht maar is het niet een kerk, bedacht ik mij?
Hoogtepunt is de lezing door Huub Oosterhuis. Met krachtige stem verhaalt hij over zijn leven. Deed 1946 toelatingsexamen welke traditioneel op een 100% jezuïetencollege nog moeilijk geweest moeten zijn en legde zijn eindexamen af in 1952. De man gleed direct de Orde Societas Jesu in.
Als zijn godsdienstleraar Van Kilsdonk hem niet warm gemaakt heeft?
Deze, vooraan gezeten, luisterde echter aandachtig.
"Psalm 8 over de grootsheid van de mens. Het goede is slechter dan het betere. Gestuurde roeping tot Jezuïet. Het scheppingsverhaal als biologie. Wordt dit Bijbelverhaal nog gelezen? Het eerste woord is "Licht" en het predicaat "goed" is een utopie. Evolutie als IIe Kamerstuk. Aapachtigen waaruit de mens en de aap. Dat nu bekend de chimpansee 96% menselijke genen heeft. De linker hersenhelft het taalgebied, de dromen, de liefde, het IK, het samenleven, het "licht" bij de mensen tot beschaving en solidariteit. Op grond hiervan veroordeel ik het uitzettingsbeleid van vreemdelingen. Ik misprijs de benevelingskracht van de media."
Je moet het als theoloog maar goed kunnen draaiconstrueren om vanaf het "fiat lux" te geraken tot verontwaardiging inzake de komende (inmiddels plaatsgevonden) uitzetting van Taïda Pasic. Ik gevoelde me wel genaaid, dat moet ik zeggen. Ja, hij is verrekt slim, die man. Niettemin is Taïda evolutionair een slavinnetje.
De charmante violiste Saskia Otto was speciaal uit Londen overgekomen om een recital te geven van de Méditation de Thaïs van Jules Massenet. We luisteren aandachtig naar zoveel virtuositeit.
--------------------
De wandeling vanaf de Obrecht naar de Jan van Eijckstraat was niet meer in drommen als vroeger maar alleen zij het dat ik opliep met een echtpaar dat hun kind op school had zitten. De man verhaalde (op een andere school) acht jaren over zijn gym gedaan te hebben: "Dat kon nog in die tijd!" Ze hadden hun auto vlak bij school gezet.
Uren heb ik doorgebracht met praten hier en daar. Een wat Indische man (1965) had ook een collegestropdas, wij beiden moesten even lachen. Een oude kennis te weerzien was hartelijk doch beiden waren wij gedrukt zo weinig klasgenoten te mogen ontmoeten. De reüniefoto voor ±1960-1965 moest dan van lieverlee maar met gymnasiasten èn H.B.S.-ers vreedzaam te samen. Ook dat was vroeger anders... Een collega van Adelbert kwam ook in de groep net als op 16 IX 1995.
Twee rinsige wijntjes maar een voortreffelijk broodje waren geregeld. We wandelden troosteloos door het allengs stiller wordende glasbetonnen gebouw maar zagen geen bekenden meer. Wij beiden waren gedrukt. Maar die tijd is voorgoed voorbij. In gedachten liep ik naar huis.
Mijn uitvoerige beschrijving van de school en leraren is te vinden op mijn Directory XS4all.
Schoolherinneringen J.A. Heitmann 1956-1962 (pdf)
St-Ignatiuscollege te Amsterdam
Dus... had ik mij van de reünie veel voorgesteld en werk verricht oude klasgenoten te stimuleren te komen. Maar dit is niet geschied. Ik gis naar de reden(en).
Ten eerste is het klassieke historische gebouw als in IX 1995 niet aan de orde voor samenkomst. Die plek betreden na zoveel jaren heeft iets heiligs, de knappe leraren die daar rondliepen, het strenge gezag dat vanuit alle hoeken straalt.
Tweedens waren er natuurlijkerwijs geen leraren meer en indien wel zijn ze niet gekomen.
En als derde was de nieuwe locatie van het enorme betonnen glasgebouw aan de Jan van Eijckstraat 47 niet aantrekkelijk om uren in te vertoeven.
De organisatie door de reüniewebsite heeft een commercieel tintje.
Reünie16-9-1995 (Ig 100 Jaar)
Al vroeg aanwezig bij de Obrechtkerk spreek ik uitvoerig met prof Wim Tervoort. De kerk loopt in een halfuur stampvol. De Pens, te weten Beyersbergen van Henegouwen geeft ver armstrekkend Tervoort (ex-Jezuïet) een hand, drie of vier rijen vooraan zijn gereserveerd voor prominente gasten, meestal leraren. Er gaat een ontzag van aanwezigen uit de octogenaire autoriteit Wim Slijpen te zien, de oprichter van Contardo Ferrini. Verder een oudste leerling van eindexamen 1924. Henny A. M. Bresser filmt bezoekers, meestal vooraan gezeten. Pater A. Wiewel overlegt druk lopend.
De heilige mis met communie volgens de missae ordo nova en wordt afgesloten met het Ignatiuslied met de voorlaatste toon die in tegenstelling tot de verwachting niet een mineur is. Orgelbegeleiding Antoine Oomen. Wiewels preek gaat slim-toepasselijk over Jezus' verhandeling in de tempel. "Leven is geven en doorgeven" is het Leidmotiv des orators.
Allen in schier processie via De Lairessestraat, Concertgebouw naar de Pieter de Hoochstraat. Wachten op inschrijving.
Het prachtige gebouw aan de Hobbemakade waar je kan dolen door de gangen. Het tekenlokaal thans zonder amphitheater en de lijntekenklas. De Fabriek is allang afgebroken voor nieuwbouw. Het groene poortje is niet meer.
Een enorme tent op de Cour voor samenkomst. Achter zeilen geuren van een openlucht-keuken. Schalen vol met broodjes worden gepresenteerd. Passerende mensen bekijk je op de batch. Je ziet klasgenoten en hen die weliswaar in een andere klas hebben gezeten maar met wie je toch een zekere binding hebt gehad. Zangkoor op wisselende locaties. Leraar Bresser der Eichholzstruktur die innemend kan babbelen. De intellectuele pater Mooijman als altijd driftigerwijs discussiërend. Dan enige leerlingen die slechts naar binnen gekropen zijn slechts voor de receptie. De aula als praatzaal maar een vermoeide kan hier uitblazen. De kapel zij het ontruimd met attributen uit de oude tijd. Hier praat ik met de vrouwelijke rector G. A. (Trudy) Elsenaar-Tijsze die op mijn lof over de kennisopbouw reageert met: "Dan is het een goede school." Ik blader in het academielogboek waarvan ik een jaar secretaris ben geweest en zie met blos mijn schoolse handschrift. Ik kijk een tiental Harpoens door waarin ik heb bijgedragen met tekeningen. Klassenfoto H.B.S. 1960-1965. Toon Schermer (zelf Jezuïet) schuift onverwachts aan. Tegen vieren aankondiging van het herdenkingsboek "100 Jaar Ig". Ten slotte bij de uitgang Nicolaas Maesstraat een Leger des Heils-pot voor vrijwillige bijdrage. Mooi!
Ik schrijf dit maar in de præsens historicus om lectorum mijn herinnering te verlevendigen. Publiciteit over "'n Eeuw Ig" was er wel: in De Telegraaf 18 II 1995 en De Echo 22 II 1995. Maar het was geweest en wat de reünie thans voorstelt zal ik zeggen.
De verwachtingen waren in zekere zin gespannen als de oprichtingsvergadering Oud-leerlingen plaatsvindt op 24 april 2004, officieel met inschrijving KvK. Maar in 2005 wordt naar ik informeerde besloten de reünie een jaar uit te stellen. Het is niet onjuist te stellen dat de reünie als 22e lustrum op 24 IV 2006 dan nog net in het schooljaar 2005-2006 valt. Wat er verder met de Oud-Leerlingenvereniging die men nog had willen hernoemen in OLIM (Oud-leerlingen in Mokum) is gebeurd noch waarom zij überhaupt is opgericht geworden is gewoon niet bekend.
Reünie 22-4-2006
Aankomst Obrecht geen kip. Ik wandel liever wat in de omgeving. Eenmaal binnen geen kip, doch ik ontwaar pater Jan van Kilsdonk eenzaam zittend en wachtend met stok. Niet zonder schroom schuif ik bij hem aan en een gesprek met de man waar dan ook is zoals altijd zonder ademhalen. "Ik zie slecht maar mijn geheugen is goed", stelt de bejaarde. Dat weet ik, legendarisch is zijn geheugen van de klassieken en van duizenden mensen. "U bent tachtig, denk ik", zeg ik voorzichtig, waarop prompt geantwoord: "Negentig!" "O ja, natuurlijk, ik weet het weer", verontschuldig ik mij. Na lange tijd nog weinig mensen binnen, althans ouderen. Tot mijn verrassing zie ik de mij bekende kunstenares Inica Loe (47) die tekenlerares blijkt te zijn. Ze is nog niet afgestudeerd.
Geen mis, ik had het verwacht. Docent M. Elsenaar noemt het "een viering van nù".
"Is vorming in vroeger tijd educatief doel geweest, thans spreekt men van identiteitsvinding en persoonlijkheidsontwikkeling", aldus rector H. Buijze.
Oefenen koor en orkest o.l.v. Luc Löwenthal. Zang van allerlei soort, met afwisselend Gregoriaans door leraren. Rap-muziek best knap gebracht maar is het niet een kerk, bedacht ik mij?
Hoogtepunt is de lezing door Huub Oosterhuis. Met krachtige stem verhaalt hij over zijn leven. Deed 1946 toelatingsexamen welke traditioneel op een 100% jezuïetencollege nog moeilijk geweest moeten zijn en legde zijn eindexamen af in 1952. De man gleed direct de Orde Societas Jesu in.
Als zijn godsdienstleraar Van Kilsdonk hem niet warm gemaakt heeft?
Deze, vooraan gezeten, luisterde echter aandachtig.
"Psalm 8 over de grootsheid van de mens. Het goede is slechter dan het betere. Gestuurde roeping tot Jezuïet. Het scheppingsverhaal als biologie. Wordt dit Bijbelverhaal nog gelezen? Het eerste woord is "Licht" en het predicaat "goed" is een utopie. Evolutie als IIe Kamerstuk. Aapachtigen waaruit de mens en de aap. Dat nu bekend de chimpansee 96% menselijke genen heeft. De linker hersenhelft het taalgebied, de dromen, de liefde, het IK, het samenleven, het "licht" bij de mensen tot beschaving en solidariteit. Op grond hiervan veroordeel ik het uitzettingsbeleid van vreemdelingen. Ik misprijs de benevelingskracht van de media."
Je moet het als theoloog maar goed kunnen draaiconstrueren om vanaf het "fiat lux" te geraken tot verontwaardiging inzake de komende (inmiddels plaatsgevonden) uitzetting van Taïda Pasic. Ik gevoelde me wel genaaid, dat moet ik zeggen. Ja, hij is verrekt slim, die man. Niettemin is Taïda evolutionair een slavinnetje.
De charmante violiste Saskia Otto was speciaal uit Londen overgekomen om een recital te geven van de Méditation de Thaïs van Jules Massenet. We luisteren aandachtig naar zoveel virtuositeit.
--------------------
De wandeling vanaf de Obrecht naar de Jan van Eijckstraat was niet meer in drommen als vroeger maar alleen zij het dat ik opliep met een echtpaar dat hun kind op school had zitten. De man verhaalde (op een andere school) acht jaren over zijn gym gedaan te hebben: "Dat kon nog in die tijd!" Ze hadden hun auto vlak bij school gezet.
Uren heb ik doorgebracht met praten hier en daar. Een wat Indische man (1965) had ook een collegestropdas, wij beiden moesten even lachen. Een oude kennis te weerzien was hartelijk doch beiden waren wij gedrukt zo weinig klasgenoten te mogen ontmoeten. De reüniefoto voor ±1960-1965 moest dan van lieverlee maar met gymnasiasten èn H.B.S.-ers vreedzaam te samen. Ook dat was vroeger anders... Een collega van Adelbert kwam ook in de groep net als op 16 IX 1995.
Twee rinsige wijntjes maar een voortreffelijk broodje waren geregeld. We wandelden troosteloos door het allengs stiller wordende glasbetonnen gebouw maar zagen geen bekenden meer. Wij beiden waren gedrukt. Maar die tijd is voorgoed voorbij. In gedachten liep ik naar huis.
Mijn uitvoerige beschrijving van de school en leraren is te vinden op mijn Directory XS4all.
Schoolherinneringen J.A. Heitmann 1956-1962 (pdf)
Altijd dezelfde Muziek?
Hyves Vrijheid van Mening 26 mrt 2006, 19:42
Gisteravond 26 III 2006 hoorde ik vanuit de MET Luise Miller van Verdi.
Op oudejaar 2005 Alban Bergs Lulu en begin 2006 Het Sluwe Vosje van Leo? Janácek.
Voor geen der drie muziekwerken kan ik een placet geven. En toch luisterde ik. Waarom?
Begon je als jong mens met de ritmische versiermuziek van Bach, bezocht je de jeugdconcerten in het Concertgebouw trouw, geleidelijk wordt je blikveld groter tot het speelveld van de grote meesters. Er ontstaan voorkeuren met noodzakelijkerwijs afkeuren. De 19e eeuw blijft favoriet.
In een interview zei prof Ernst Nolte (Historikerstreit) ook dat Bach uitsluitend door de Duitse protestanten (en vergeet niet de Oost-Duitse communisten, apostrofeerde Axel) is opgewaardeerd tot wat hij nu is. ?Moet je nu eens horen...?, vervolgde de oude Nolte in het interview, en wij kregen kriebelig kippenvel van de ongelofelijke uitbundige klanken van ?n Monteverdi. ?Zo kan het ook!?, moet hij bedoeld hebben.
Maar eerst Mozart. Al in de 6e lagere school kregen wij muziekles met daarin een uitleg van de sonatevorm Eine Kleine Nachtmusik. De aantekeningen in toenmalig handschrift bezit ik nog. Alle symfonieën kocht ik in 1970 met de BPh o.l.v. Böhm die een aparte plaat volpraatte over Mozart ist meine Große Liebe.
Van die tijd stamt ook de aankoop van de Beethoven symfonieën van Herbert von Karajan met de BPh. Tenslotte de Mahler symfonieën met het CO o.l.v. Haitink. Niet mee tel ik de Bruckners met Haitink daar deze alle krom trokken en ik ze weggegooid heb. (Je had ze tussen twee verwarmde glasplaten kunnen strekken.)
Dit laatste heb ik nooit betreurd. Haitink is voor mij een saaie piet en de Bruckners zijn slaapverwekkend als je nu weet dat er uitvoeringen op de radio gegeven worden waarbij ik niet kan stilzitten. Ik weet niet wat ik doe, ik wandel en maak armbewegingen. Ik geraak buiten adem.
Na deze vier alba heb ik geen dozen grammofoonplaten meer gekocht en toen de muziek-Cd?s eenmaal in zwang kwamen, nimmer een Cd-speler noch schijfjes.
Ik neem bescheiden genoegen met wat de radio biedt.
Ik heb de Mozart, Bruckner en Mahler echter wel leren kennen! De Beethoven spaar ik om overgewenning te voorkomen zoals mij overkomen is met het 5e pianoconcert.
Met deze ervaring heb ik vanaf medio 70er Wagner altijd gedoceerd gehouden. En dan om je heen wagnerliefhebbers, soms op het fanatieke af wagnerianen genoemd, die Nederland, Vlaanderen en West-Duitsland afreizen om te kunnen profiteren van aanbiedingen. Groot deel van salaris en gehele vakantietoeslag is hun lief. Ik lachte erom want ik heb anders dan een cassetterecorder dus nooit een Cd-speler gekocht. De uitvoering van de Meistersinger uit Salzburg 1975 blijft voor mij echter norm, de sonore stem van de Karl Ridderbusch kan ik nooit vergeten.
Het Wagnergenootschap Amsterdam, thans Nederland, heeft zo?n eenmaal per maand een bijeenkomst voor een lezing met/of Cd. Traditioneel een Parsifalzondagmiddag met gezamenlijk diner in een naburig restaurant. Het is een studievereniging die als organisatie best goede sprekers kan uitnodigen. Ik heb er heel veel geleerd maar ook om beheersing te betrachten niet gek te worden. Helaas, je hebt ze en je kan het zien. Twintig jaren ben ik lid geweest zij het met een onderbreking. Toen het genootschap 1986 25 jaar bestond en de feestzaal met de coryfee Gre Brouwenstijn volgelopen was dacht ik: ?Dit is toch wel mijn club, ik word weer lid!?
Toch komt er een moment dat de herhaling voelbaar wordt. Immer dasselbe of zoals Nietzsche zegt: ?Die ewige Wiederkehr des Gleichen.? Toen verliet ik het Wagnergenootschap voorgoed om niettemin elk najaar het program te gaan bekijken.
Capo! Het is de herhaling, de gewenning en het behagen in hetzelfde.
De Irene verbaasde zich van mijn uitspraak dat ik ook voedsel eet (echt strikt brrr karnemelk uitgezonderd) dat ik niet eens zo lekker vind. Moet ik nog beschrijven wat mij dan wel behaagt, als saucijzenbroodjes en hartige taartjes? Groenten die ik als onkonijn toch al niet zo lekker vind eet ik elke keer wat anders. Ook soms raar broodbeleg maar dan dit een half jaar weer niet.
Variatie dus. Zo ook met muziek.
Mijn absolute liefde is Richard Strauß. Symfonische werken en opera als de Rosenkavalier die Marcel Reich-Ranici niet eens zijn beste vond maar er best nog tien Rosenkavaliers bij had willen hebben...? Hetgeen niet impliceert dat ik altijd Strauß wil horen!
Ik ben dus een gedisciplineerd mens. Toen ik 25 was hoorde ik na afloop van een concert de Sacre een waarlijk hysterisch applaus met gejuich. Wat zijn dat voor gekken, vroeg ik mij af. Ik besloot Strawinsky nader te beluisteren en eerst op mijn 50e kon ik hem wel wat waarderen. Een tweetal weken geleden beluisterde ik samen met de Irene de Psalmensymfonie van een opname met Irene als alt-mezzo op het Conservatorium te Tilburg met schitterend orkest. Ik heb genoten en dacht weer aan de ontwikkeling die ik heb doorgemaakt. Was ik bij hetzelfde gebleven wat dan? Nu is mijn kennis verrijkt.
Een cynicus schreef dat het Latijn altijd hetzelfde is. Het was Joris Karel Huysmans wiens À Rebours ik in het Frans gelezen heb, Nee, zo een citaat kom je niet snel bij classici tegen!
Jos
Gisteravond 26 III 2006 hoorde ik vanuit de MET Luise Miller van Verdi.
Op oudejaar 2005 Alban Bergs Lulu en begin 2006 Het Sluwe Vosje van Leo? Janácek.
Voor geen der drie muziekwerken kan ik een placet geven. En toch luisterde ik. Waarom?
Begon je als jong mens met de ritmische versiermuziek van Bach, bezocht je de jeugdconcerten in het Concertgebouw trouw, geleidelijk wordt je blikveld groter tot het speelveld van de grote meesters. Er ontstaan voorkeuren met noodzakelijkerwijs afkeuren. De 19e eeuw blijft favoriet.
In een interview zei prof Ernst Nolte (Historikerstreit) ook dat Bach uitsluitend door de Duitse protestanten (en vergeet niet de Oost-Duitse communisten, apostrofeerde Axel) is opgewaardeerd tot wat hij nu is. ?Moet je nu eens horen...?, vervolgde de oude Nolte in het interview, en wij kregen kriebelig kippenvel van de ongelofelijke uitbundige klanken van ?n Monteverdi. ?Zo kan het ook!?, moet hij bedoeld hebben.
Maar eerst Mozart. Al in de 6e lagere school kregen wij muziekles met daarin een uitleg van de sonatevorm Eine Kleine Nachtmusik. De aantekeningen in toenmalig handschrift bezit ik nog. Alle symfonieën kocht ik in 1970 met de BPh o.l.v. Böhm die een aparte plaat volpraatte over Mozart ist meine Große Liebe.
Van die tijd stamt ook de aankoop van de Beethoven symfonieën van Herbert von Karajan met de BPh. Tenslotte de Mahler symfonieën met het CO o.l.v. Haitink. Niet mee tel ik de Bruckners met Haitink daar deze alle krom trokken en ik ze weggegooid heb. (Je had ze tussen twee verwarmde glasplaten kunnen strekken.)
Dit laatste heb ik nooit betreurd. Haitink is voor mij een saaie piet en de Bruckners zijn slaapverwekkend als je nu weet dat er uitvoeringen op de radio gegeven worden waarbij ik niet kan stilzitten. Ik weet niet wat ik doe, ik wandel en maak armbewegingen. Ik geraak buiten adem.
Na deze vier alba heb ik geen dozen grammofoonplaten meer gekocht en toen de muziek-Cd?s eenmaal in zwang kwamen, nimmer een Cd-speler noch schijfjes.
Ik neem bescheiden genoegen met wat de radio biedt.
Ik heb de Mozart, Bruckner en Mahler echter wel leren kennen! De Beethoven spaar ik om overgewenning te voorkomen zoals mij overkomen is met het 5e pianoconcert.
Met deze ervaring heb ik vanaf medio 70er Wagner altijd gedoceerd gehouden. En dan om je heen wagnerliefhebbers, soms op het fanatieke af wagnerianen genoemd, die Nederland, Vlaanderen en West-Duitsland afreizen om te kunnen profiteren van aanbiedingen. Groot deel van salaris en gehele vakantietoeslag is hun lief. Ik lachte erom want ik heb anders dan een cassetterecorder dus nooit een Cd-speler gekocht. De uitvoering van de Meistersinger uit Salzburg 1975 blijft voor mij echter norm, de sonore stem van de Karl Ridderbusch kan ik nooit vergeten.
Het Wagnergenootschap Amsterdam, thans Nederland, heeft zo?n eenmaal per maand een bijeenkomst voor een lezing met/of Cd. Traditioneel een Parsifalzondagmiddag met gezamenlijk diner in een naburig restaurant. Het is een studievereniging die als organisatie best goede sprekers kan uitnodigen. Ik heb er heel veel geleerd maar ook om beheersing te betrachten niet gek te worden. Helaas, je hebt ze en je kan het zien. Twintig jaren ben ik lid geweest zij het met een onderbreking. Toen het genootschap 1986 25 jaar bestond en de feestzaal met de coryfee Gre Brouwenstijn volgelopen was dacht ik: ?Dit is toch wel mijn club, ik word weer lid!?
Toch komt er een moment dat de herhaling voelbaar wordt. Immer dasselbe of zoals Nietzsche zegt: ?Die ewige Wiederkehr des Gleichen.? Toen verliet ik het Wagnergenootschap voorgoed om niettemin elk najaar het program te gaan bekijken.
Capo! Het is de herhaling, de gewenning en het behagen in hetzelfde.
De Irene verbaasde zich van mijn uitspraak dat ik ook voedsel eet (echt strikt brrr karnemelk uitgezonderd) dat ik niet eens zo lekker vind. Moet ik nog beschrijven wat mij dan wel behaagt, als saucijzenbroodjes en hartige taartjes? Groenten die ik als onkonijn toch al niet zo lekker vind eet ik elke keer wat anders. Ook soms raar broodbeleg maar dan dit een half jaar weer niet.
Variatie dus. Zo ook met muziek.
Mijn absolute liefde is Richard Strauß. Symfonische werken en opera als de Rosenkavalier die Marcel Reich-Ranici niet eens zijn beste vond maar er best nog tien Rosenkavaliers bij had willen hebben...? Hetgeen niet impliceert dat ik altijd Strauß wil horen!
Ik ben dus een gedisciplineerd mens. Toen ik 25 was hoorde ik na afloop van een concert de Sacre een waarlijk hysterisch applaus met gejuich. Wat zijn dat voor gekken, vroeg ik mij af. Ik besloot Strawinsky nader te beluisteren en eerst op mijn 50e kon ik hem wel wat waarderen. Een tweetal weken geleden beluisterde ik samen met de Irene de Psalmensymfonie van een opname met Irene als alt-mezzo op het Conservatorium te Tilburg met schitterend orkest. Ik heb genoten en dacht weer aan de ontwikkeling die ik heb doorgemaakt. Was ik bij hetzelfde gebleven wat dan? Nu is mijn kennis verrijkt.
Een cynicus schreef dat het Latijn altijd hetzelfde is. Het was Joris Karel Huysmans wiens À Rebours ik in het Frans gelezen heb, Nee, zo een citaat kom je niet snel bij classici tegen!
Jos
Lente Gedicht
Hyves Vrijheid van Mening 26 mrt 2006, 17:18
Het is mooi, de stralen prikken
op ons bol, weg de traan
met ogen knippen. Wij staan
soms stil en adem stokt:
ze lopen snel, druk doend
in fel plooi rokje ons voorbij.
Dan is het lente, mooie beentjes
en roze kopjes zijn voor mij
helemaal alleen. Ik kijk
en heb zo'n groot plezier:
ja zó woon ik hier!
Van practical joke tot crimi
Hyves Vrijheid van Mening 26 mrt 2006, 15:22
In Italië werd een kanaal uitgebaggerd. Studenten vervaardigden een stenen kop naar Modigliani, lang gerekt zoals zijn stijl en wierpen dit in het water.
Eenmaal op land uitgestort werd de vondst van de eeuw gedaan! Maar men ontmaskerde toch.
Tjerk Vermaning ooit een TV-herdenking van gezien. Wat was die man populair! En maar vechten en strijden tegen Bolke..., prof uit Groningen die hem wantrouwde. (Ooit een lezing van gevolgd in Allard Pierson, stampvol.) De man V. voerde een eenmansstrijd tegen de gevestigde orde.
Zie je na, geloof ik 20 jaren beelden van die druktemaker terug dan is onmiddellijk zijn ongeloofwaardigheid manifest, maar dan ook direct. Dat is een psychologisch proces dat tijd van rijping benodigt. Vele nazi-kopstukken komen nu ook over als onbetrouwbaar (alhoewel er razend knappe Duitsers zijn). Zo ook bij andere politici. Prof. Van de Wetering zei ooit in Zomergasten dat Van Meegeren nu direct als vals te erkennen is, maar dat duurde jaren en jaren, tijd van bezinning dus.
Die stafmedewerkster in het Allard Piersonmuseum (sprak ik in 2000 op een vergadering van de Vereniging Vrienden van het Gymnasium) houdt zich bezig met falsificatieonderzoek. En er is wat gerommeld met vondsten! Israël kan er ook wat van, laatst nog een put met inscriptie...
Maar de Dode Zee Rollen waren echt, bewezen door prof Van der Ploeg (overleden, was bij zijn uitvaart).
De Hollandse kooplieden ook, door schilderijen als Rembrandt te verkopen in het buitenland.
Over wetenschappelijke falsificaties volgend maal om over de betrouwbaarheid van gegevensverstrekking op het WWW maar te zwijgen.
Nu is St.-Oedenrode in het nieuws vanwege een sensationele archeologische vondst. Niet verklappen, had ik in de opgravingskuil laten vallen (maar het is een kopie). Ik ben blij daar geweest te zijn!
In Italië werd een kanaal uitgebaggerd. Studenten vervaardigden een stenen kop naar Modigliani, lang gerekt zoals zijn stijl en wierpen dit in het water.
Eenmaal op land uitgestort werd de vondst van de eeuw gedaan! Maar men ontmaskerde toch.
Tjerk Vermaning ooit een TV-herdenking van gezien. Wat was die man populair! En maar vechten en strijden tegen Bolke..., prof uit Groningen die hem wantrouwde. (Ooit een lezing van gevolgd in Allard Pierson, stampvol.) De man V. voerde een eenmansstrijd tegen de gevestigde orde.
Zie je na, geloof ik 20 jaren beelden van die druktemaker terug dan is onmiddellijk zijn ongeloofwaardigheid manifest, maar dan ook direct. Dat is een psychologisch proces dat tijd van rijping benodigt. Vele nazi-kopstukken komen nu ook over als onbetrouwbaar (alhoewel er razend knappe Duitsers zijn). Zo ook bij andere politici. Prof. Van de Wetering zei ooit in Zomergasten dat Van Meegeren nu direct als vals te erkennen is, maar dat duurde jaren en jaren, tijd van bezinning dus.
Die stafmedewerkster in het Allard Piersonmuseum (sprak ik in 2000 op een vergadering van de Vereniging Vrienden van het Gymnasium) houdt zich bezig met falsificatieonderzoek. En er is wat gerommeld met vondsten! Israël kan er ook wat van, laatst nog een put met inscriptie...
Maar de Dode Zee Rollen waren echt, bewezen door prof Van der Ploeg (overleden, was bij zijn uitvaart).
De Hollandse kooplieden ook, door schilderijen als Rembrandt te verkopen in het buitenland.
Over wetenschappelijke falsificaties volgend maal om over de betrouwbaarheid van gegevensverstrekking op het WWW maar te zwijgen.
Nu is St.-Oedenrode in het nieuws vanwege een sensationele archeologische vondst. Niet verklappen, had ik in de opgravingskuil laten vallen (maar het is een kopie). Ik ben blij daar geweest te zijn!
Muziekprogramma's heb ik altijd beluisterd als jong mens.
Hyves Vrijheid van Mening 26 mrt 2006, 15:12
Zo was er op de woensdagmiddag de pianist George G.F. Van Renesse (1909-1994) die een vergelijkend onderzoek hield tussen meerdere, meestal drie concertuitvoeringen. Ik luisterde met ingehouden adem en vond het begrijpen van de technische opmerkingen prachtig.
Dan was er het discussieprogramma met Felix de Nobel en de zanger Laurens Bogtman. Twee geheel verschillende karakters, ik denk opzettelijk bij elkaar gezet.
Ten slotte Rutger Schoute met zijn merkwaardig bedachtzame microfoonstem.
In de zeventiger was er ook zo een zachte stem die nog daalde in toon vanaf halverwege de zin. Toevallig wonend in een drukke buurt kon ik de man dus nauwelijks verstaan.
Tegenwoordig komt ieder voor de microfoon en camera vaak met polder Nederlands. In mijn tijd (hoor mij nu) moest men wel zeker op de uitspraak en intonatie letten.
De programma?s op zondagmiddag in de tachtiger en negentiger met vergelijkend beluisteren van uitvoeringen waren wisselender samenstelling. Dat daaronder verschrikkelijk competente lui kunnen zitten weet ik wel zeker. Een inmiddels overleden man met zware (en (KRO)-gezaghebbende!) stem (ik om nog op zijn naam) verklaarde pertinent dat de toen populaire Frederica Von Stade niet kon zingen. Maar de smaak is een kort leven beschoren: was men aanvankelijk laaiend enthousiast over de vertolkingen van Glenn Gould, later nam dit af. Zo ook bij mijn mening: technisch perfect is nog niet muzikaal! Als je een uur die man aanhoort (met zijn psychopathische gekreun) val je toch in slaap. Er zit geen leven in. Hij schijnt vele doctoren tegelijkertijd te hebben geconsulteerd en had een pakhuis aan medicijnen. De man heeft zichzelf vergiftigd en stierf exact op zijn 50e.
Zo was er op de woensdagmiddag de pianist George G.F. Van Renesse (1909-1994) die een vergelijkend onderzoek hield tussen meerdere, meestal drie concertuitvoeringen. Ik luisterde met ingehouden adem en vond het begrijpen van de technische opmerkingen prachtig.
Dan was er het discussieprogramma met Felix de Nobel en de zanger Laurens Bogtman. Twee geheel verschillende karakters, ik denk opzettelijk bij elkaar gezet.
Ten slotte Rutger Schoute met zijn merkwaardig bedachtzame microfoonstem.
In de zeventiger was er ook zo een zachte stem die nog daalde in toon vanaf halverwege de zin. Toevallig wonend in een drukke buurt kon ik de man dus nauwelijks verstaan.
Tegenwoordig komt ieder voor de microfoon en camera vaak met polder Nederlands. In mijn tijd (hoor mij nu) moest men wel zeker op de uitspraak en intonatie letten.
De programma?s op zondagmiddag in de tachtiger en negentiger met vergelijkend beluisteren van uitvoeringen waren wisselender samenstelling. Dat daaronder verschrikkelijk competente lui kunnen zitten weet ik wel zeker. Een inmiddels overleden man met zware (en (KRO)-gezaghebbende!) stem (ik om nog op zijn naam) verklaarde pertinent dat de toen populaire Frederica Von Stade niet kon zingen. Maar de smaak is een kort leven beschoren: was men aanvankelijk laaiend enthousiast over de vertolkingen van Glenn Gould, later nam dit af. Zo ook bij mijn mening: technisch perfect is nog niet muzikaal! Als je een uur die man aanhoort (met zijn psychopathische gekreun) val je toch in slaap. Er zit geen leven in. Hij schijnt vele doctoren tegelijkertijd te hebben geconsulteerd en had een pakhuis aan medicijnen. De man heeft zichzelf vergiftigd en stierf exact op zijn 50e.
St.-Ignatiuscollege Reünie 22 april 2006
Hyves Vrijheid van Mening 13 mrt 2006, 04:10
Het voormalig St.-Ignatiuscollege met opleiding Gymnasium alpha & beta en H.B.S. A & B 5-jarige cursus aan de Hobbemakade, nu St.-Ignatiusgymnasium aan de Jan van Eijkstraat houdt een reünie op 22 april 2006.
Op de nieuwe reünie-website Schoolpagina hebben onder St.-Ignatiusgymnasium al heel wat oud-leerlingen zich ingeschreven met accent op de afgestudeerden van de laatste jaren. Maar de jaren 50 en 60 zijn nog maar enkele tientallen.
Hetgeen mij niet belet al enige weken oud-klasgenoten op te sporen en te benaderen voor deelneming aan deze reünie. Enkelen zeggen pertinent nee maar enthousiaste reacties zijn er ook.
Ik speur nog even verder en dan moet het maar Schluß zijn. Hoe die middag zal verlopen weet ik niet. De tijd is van 1 tot 7 en dat is lang heen en weer lopen. Hoe houd je dit vol? We zijn immers uit die al oude tijd...
Contact: mailto: jaheit59@xs4all.nl
Het voormalig St.-Ignatiuscollege met opleiding Gymnasium alpha & beta en H.B.S. A & B 5-jarige cursus aan de Hobbemakade, nu St.-Ignatiusgymnasium aan de Jan van Eijkstraat houdt een reünie op 22 april 2006.
Op de nieuwe reünie-website Schoolpagina hebben onder St.-Ignatiusgymnasium al heel wat oud-leerlingen zich ingeschreven met accent op de afgestudeerden van de laatste jaren. Maar de jaren 50 en 60 zijn nog maar enkele tientallen.
Hetgeen mij niet belet al enige weken oud-klasgenoten op te sporen en te benaderen voor deelneming aan deze reünie. Enkelen zeggen pertinent nee maar enthousiaste reacties zijn er ook.
Ik speur nog even verder en dan moet het maar Schluß zijn. Hoe die middag zal verlopen weet ik niet. De tijd is van 1 tot 7 en dat is lang heen en weer lopen. Hoe houd je dit vol? We zijn immers uit die al oude tijd...
Contact: mailto: jaheit59@xs4all.nl
26 november 2013
Wiskundigen J.Th. Runnenburg en E. Dobber overleden
Hyves Vrijheid van Mening 31 mei 2008, 14:27
Van prof. J.Th. Runnenburg had ik vanaf 1962 Analyse I & II. Hij stond schier met zijn wang aan het schoolbord. Na zijn pens. kwam hij nog in het nieuws te werken aan de oplossing van het Hoedenprobleem. Runnenburg is in april 2008 overleden.
Juffrouw E. Dobber is overleden op 14 mei 2008. Zij gaf vanaf 1962 Practicum Wiskunde zodat ik haar meegemaakt heb in haar eerste docentenjaar aan de Universiteit van Amsterdam. Opvallend was altijd dat ze haar sommen goed geprepareerd had! Als ze bemerkte dat je nadenkt komt ze naar je toe om een aanwijzing te geven.
Landelijk was zij vermaard naast mevrouw A.B. Paalman-de Miranda [Algebra] de enige twee vrouwelijke wiskundigen te zijn in het universitaire onderwijs. Allicht dat de pers daarvoor soms aandacht schonk.
Ik sprak Dobber nog op 13 februari 2004 en vroeg haar of zij nog altijd wordt aangesproken met Juffrouw? Met een hoofdgebaar afwijzend te reageren antwoordde zij: “Dit is echt wel uit de tijd!”
Van prof. J.Th. Runnenburg had ik vanaf 1962 Analyse I & II. Hij stond schier met zijn wang aan het schoolbord. Na zijn pens. kwam hij nog in het nieuws te werken aan de oplossing van het Hoedenprobleem. Runnenburg is in april 2008 overleden.
Juffrouw E. Dobber is overleden op 14 mei 2008. Zij gaf vanaf 1962 Practicum Wiskunde zodat ik haar meegemaakt heb in haar eerste docentenjaar aan de Universiteit van Amsterdam. Opvallend was altijd dat ze haar sommen goed geprepareerd had! Als ze bemerkte dat je nadenkt komt ze naar je toe om een aanwijzing te geven.
Landelijk was zij vermaard naast mevrouw A.B. Paalman-de Miranda [Algebra] de enige twee vrouwelijke wiskundigen te zijn in het universitaire onderwijs. Allicht dat de pers daarvoor soms aandacht schonk.
Ik sprak Dobber nog op 13 februari 2004 en vroeg haar of zij nog altijd wordt aangesproken met Juffrouw? Met een hoofdgebaar afwijzend te reageren antwoordde zij: “Dit is echt wel uit de tijd!”
Dat moet je doen… - of hoe een gelukkig Mens te worden
Hyves Vrijheid van Menin 23 mei 2008, 07:02
“Dat moet je doen…”, verklaarde zij met het grootste enthousiasme!
Ik had omstreeks 1970 een folder aangevraagd uit Zwitserland van de Mövenpick Restaurants en liet deze haar zien. Het gaf uitvoerig de Grüt Farmbedrijven te zien met mooie foto’s evenals een begeleidende brief zo snel mogelijk te komen voor een sollicitatiegesprek. In het vooruitzicht werd een woning gesteld.
Maar ik deed het niet, ik had een baan en ik wilde geen risico nemen.
Ik ben geen avonturier en ook nooit geweest echter het vinden van vriendinnetjes was mij nooit teveel.
Zo ben ik gebleven, een huismus die soms in de stad komt en een pils drinkt maar ook dat is weggesleten. Ik had de ambitie in de letterkunde van Duits en Frans mijn doel te bereiken: de toegang tot de beste boeken en ben daarin geslaagd. Dat is mijn levensgeluk. Niet in den vreemde werken en afwachten tot het geluk begint? En wat bereik je als eenvoudige werknemer daar? Slechts zij die vermogend zijn krijgen een verblijfsvergunning dat in tegenstelling tot, maar dat is een ander verhaal, tienduizenden Koerden verdreven uit hun land daar gingen verblijven.
Met vriendinnen ben ik ook nooit op vakantie geweest, louter een weekend bij familie maar meestentijds een dagtrip met een lekker etentje. Wat wil je meer? Nu samen de uithoeken van de wereld zien was toen nog niet gewoonte.
Zo heb ik alleen geleefd, in studie-sfeer en de vrije tijd besteed aan de genoegens van de vriendin. Ik kan niet anders zeggen een gelukkig mens te zijn geweest.
Wat zou ik meer willen? Samen zijn voor korte tijd en dan een nieuwe afspraak in het vooruitzicht, overstijgt men deze norm dan kan je ongelukkig worden, is het maximaal haalbare waar mee men tevreden moet zijn.
Accepteren wat haalbaar is moge gelden als een wijs inzicht.
Jos Heitmann
23 V 2008
“Dat moet je doen…”, verklaarde zij met het grootste enthousiasme!
Ik had omstreeks 1970 een folder aangevraagd uit Zwitserland van de Mövenpick Restaurants en liet deze haar zien. Het gaf uitvoerig de Grüt Farmbedrijven te zien met mooie foto’s evenals een begeleidende brief zo snel mogelijk te komen voor een sollicitatiegesprek. In het vooruitzicht werd een woning gesteld.
Maar ik deed het niet, ik had een baan en ik wilde geen risico nemen.
Ik ben geen avonturier en ook nooit geweest echter het vinden van vriendinnetjes was mij nooit teveel.
Zo ben ik gebleven, een huismus die soms in de stad komt en een pils drinkt maar ook dat is weggesleten. Ik had de ambitie in de letterkunde van Duits en Frans mijn doel te bereiken: de toegang tot de beste boeken en ben daarin geslaagd. Dat is mijn levensgeluk. Niet in den vreemde werken en afwachten tot het geluk begint? En wat bereik je als eenvoudige werknemer daar? Slechts zij die vermogend zijn krijgen een verblijfsvergunning dat in tegenstelling tot, maar dat is een ander verhaal, tienduizenden Koerden verdreven uit hun land daar gingen verblijven.
Met vriendinnen ben ik ook nooit op vakantie geweest, louter een weekend bij familie maar meestentijds een dagtrip met een lekker etentje. Wat wil je meer? Nu samen de uithoeken van de wereld zien was toen nog niet gewoonte.
Zo heb ik alleen geleefd, in studie-sfeer en de vrije tijd besteed aan de genoegens van de vriendin. Ik kan niet anders zeggen een gelukkig mens te zijn geweest.
Wat zou ik meer willen? Samen zijn voor korte tijd en dan een nieuwe afspraak in het vooruitzicht, overstijgt men deze norm dan kan je ongelukkig worden, is het maximaal haalbare waar mee men tevreden moet zijn.
Accepteren wat haalbaar is moge gelden als een wijs inzicht.
Jos Heitmann
23 V 2008
Een vriendelijke stem, Lilian Vieira, zoals ik haar evenzeer gesproken heb
Hyves Vrijheid van Mening 5 mei 2008, 23:56
Een vriendelijke stem, zoals ik haar evenzeer gesproken heb, is nu de voice Kunststof 5-5-2008, maandag de 5e mei 2008. De interviewster legde haar de vraag voor of na negentien jaar hier in dit vrije land gewoond te hebben haar vaderland niet op de achtergrond verschuift? Wel de vader die zij nimmer spreekt maar genendele; zo te horen heeft ze nog wel een accent en is haar conservatoriumopleiding in Nederland afgesloten maar zingt ze in elk geval, uiteraard zelfs, in het smeuïge Portugees. Eigenlijk is ze gediplomeerd verpleegkundige want een loopbaan als zangeres was ondenkbaar. Geleidelijk het zangersvak ingekomen is Zuco 103 met haar nu een wereldsucces.
De love voor wie zij hier naar toe kwam is overleden, van een nieuwe, genaamd Maurice bezit zij een zoon van anderhalf.
Haar naam kwam ik spijtigerwijs nog tegen in verband met het trapincident aan de kanaaloever te Utrecht. Al die trillingen ook op dat oud ijzer.
Toen ik Lilian sprak op een uitvaart van ook een Lilian op 21 maart 2005 te Amsterdam was zij dus nog een kinderloze vrouw. De overledene had gewenst dat het gezellig werd. En dat was zo, ik had Lilian Vieira best zo mee willen nemen! Nu haar leven veranderd is in moederschap kan Zuco 103 best eens aflopen...
Een vriendelijke stem, zoals ik haar evenzeer gesproken heb, is nu de voice Kunststof 5-5-2008, maandag de 5e mei 2008. De interviewster legde haar de vraag voor of na negentien jaar hier in dit vrije land gewoond te hebben haar vaderland niet op de achtergrond verschuift? Wel de vader die zij nimmer spreekt maar genendele; zo te horen heeft ze nog wel een accent en is haar conservatoriumopleiding in Nederland afgesloten maar zingt ze in elk geval, uiteraard zelfs, in het smeuïge Portugees. Eigenlijk is ze gediplomeerd verpleegkundige want een loopbaan als zangeres was ondenkbaar. Geleidelijk het zangersvak ingekomen is Zuco 103 met haar nu een wereldsucces.
De love voor wie zij hier naar toe kwam is overleden, van een nieuwe, genaamd Maurice bezit zij een zoon van anderhalf.
Haar naam kwam ik spijtigerwijs nog tegen in verband met het trapincident aan de kanaaloever te Utrecht. Al die trillingen ook op dat oud ijzer.
Toen ik Lilian sprak op een uitvaart van ook een Lilian op 21 maart 2005 te Amsterdam was zij dus nog een kinderloze vrouw. De overledene had gewenst dat het gezellig werd. En dat was zo, ik had Lilian Vieira best zo mee willen nemen! Nu haar leven veranderd is in moederschap kan Zuco 103 best eens aflopen...
De Koninginnedag is gebruikt als vrije Reisdag
Hyves Vrijheid van Mening 2 mei 2008, 14:00
De Koninginnedag is gebruikt als vrije reisdag
De Koninginnedag is gebruikt als vrije reisdag door 's morgens alvast heerlijk te lezen met de trein vanaf Amsterdam Zuid-WTC naar 's 's-Hertogenbosch. Aldaar de trein naar Nijmegen om niet lang op de bus naar Limburg te hoeven wachten.
's Avonds nam ik de door chauffeursactie aangekondigde vrije rit naar Venlo en kon eerstmaals de omgeving van deze fraaie provincie goed bekijken. De stad zelf ben ik niet ingegaan. Helaas 'n 20 minuten wachten op de trein naar Eindhoven alwaar een verrassing volgde het station met honderden gonzende jonge feestgangers te zien op weg naar huis.
Allen stapten inderdaad uit in 's 's-Hertogenbosch en velen
namen de door mij eerder op de dag gegrepen rit naar Nijmegen. Het was een oorverdovend gebabbel van nette jongelui (meestal als er meisjes bij zijn) die mij opmerkten als een ouwe tegen wie je U moest zeggen. Nieuwsgierig vroegen ze mij uit over leven, werk en vriendin.
Van hier naar Amsterdam kon ik wederom mijn leeswerk oppakken.
Op Amsterdam-Amstel nam ik de sneltram uniekerwijs zonder afstempeling.
Duur heenreis 2½ uren.
Duur terugreis 4½ uren.
Totaal OV 7 uren.
Kosten: 0.
De Koninginnedag is gebruikt als vrije reisdag
De Koninginnedag is gebruikt als vrije reisdag door 's morgens alvast heerlijk te lezen met de trein vanaf Amsterdam Zuid-WTC naar 's 's-Hertogenbosch. Aldaar de trein naar Nijmegen om niet lang op de bus naar Limburg te hoeven wachten.
's Avonds nam ik de door chauffeursactie aangekondigde vrije rit naar Venlo en kon eerstmaals de omgeving van deze fraaie provincie goed bekijken. De stad zelf ben ik niet ingegaan. Helaas 'n 20 minuten wachten op de trein naar Eindhoven alwaar een verrassing volgde het station met honderden gonzende jonge feestgangers te zien op weg naar huis.
Allen stapten inderdaad uit in 's 's-Hertogenbosch en velen
namen de door mij eerder op de dag gegrepen rit naar Nijmegen. Het was een oorverdovend gebabbel van nette jongelui (meestal als er meisjes bij zijn) die mij opmerkten als een ouwe tegen wie je U moest zeggen. Nieuwsgierig vroegen ze mij uit over leven, werk en vriendin.
Van hier naar Amsterdam kon ik wederom mijn leeswerk oppakken.
Op Amsterdam-Amstel nam ik de sneltram uniekerwijs zonder afstempeling.
Duur heenreis 2½ uren.
Duur terugreis 4½ uren.
Totaal OV 7 uren.
Kosten: 0.
65 jaar met een Slok in het Donker
Hyves Vrijheid van Mening 28 apr 2008, 15:40
65 jaar met een slok in het donker
Traditioneel is er op mijn verjaardag kermis, in het hart van de stad dat aldus een week of meer heftig moet bonzen. Wat thans opvalt, zijn de meer dan torenhoge apparaten waarmee de bezoekers, want het gegil is niet van de lucht, meer dan ooit de stuipen op het lijf gejaagd worden!
Ik had gedoucht terwijl Spoed! liep maar een onderbreking in het volgen van het toch al hakkelige scenario is allerminst te betreuren. Om precies negen uur in de avond stempelde ik voor het eerst de roze kaart, welke ik beslist als aandenken dezes avonds wil bewaren, want ik ben nu eenmaal een verwoed archivaris.
Velen maakten foto's van de kermisattracties, waarop ook ik mijn camera richtte op de gigantische voorwerpen vol bewegende lichten. Maar 'n liefhebber van meedoen ben ik allerminst, ik houd het bij de schouw als door een hoofdschuddende grijsaard. Toch kreeg ik de neiging indien ik een mooi meisje naast mij had gehad haar mee te trekken de griezels van het spookhuis in, waarvan de eindelijk van degelijke ophangbeugel voorziene wagentjes luxueuzer waren geconstrueerd dan die van oudsher over de wiebelende amateuristische spoorrails.
Een wandeling maakte ik van het Waterloopleinstation via het Rembrandtplein maar de Munt. Het wordt tijd meer de stad te bezoeken, die na zo'n vijf jaren thuis zitten zienderogen verandert. Alleen een Nieuwe Amstelstraat al is door nieuwbouw van aanzien veranderd. Ik bemerkte tot mijn verwondering de gesloten winkel van Van Dobbe, al waar ik op een avond als deze beslist een broodje halfom had willen eten. Moeten ze nu vrijaf nemen vanwege de verjaardag van de kroonprins? De Turfmarkt was vrij stil en dan ben ik op mijn hoede, moet dan juist een vreemd figuur in 'n auto zien zitten.
Dan kwam de uitnodiging als gelegen om in plaats van een broodje daar, op de kermis een Bratwurst te eten, ditmaal geprepareerd boven een echte houtskoolgrill. Helaas, maar de worst was minder zout dan verwacht, echter knapperig en derhalve weer een traktatie.
Dan de looppas erin voor mijn bezoek aan de Irish pub voor mijn geliefde Guinness. Het was niet zo druk als gewoonlijk en de muziek stond gelukkig zachtjes. Ik zat naast een Engelse die toch echt wel met haar partner een volwassen indruk maakte doch jammer genoeg niet veel groter was dan 5'3". Ze kon wel een slok op van het extra sterke flessenbier. Maar ik blijf zoals altijd bij de draft. Echter had ik een misrekening gemaakt het kostbare vocht boven op de worst te nuttigen zodat niet eerder dan bij de tweede pint ik de hemelse smaak ten volle kon genieten. Zo kan je leven als God in Nederland!
Via de kanalen met veel toeristische drukte kwam ik op de Klovenier waar het echt goed stil werd. Ik bleef nogal achter een reiziger met bagage lopen om niet alleen te zijn. De voormalig litteraire caféruimte was gevuld, met een rijkdom aan Belgische bieren, maar daarin begaf ik mij niet. Wandelde echter naar de Staalstraat om een knus adresje op te zoeken. Tot mijn spijt was dit leeg, de toestroom moest na de film nog komen en dus ging ik naar de tegenover zich bevindende uitspanning.
De kan bier was prachtig, weet ik nog, en de temperatuur voortreffelijk. Een jonge gitarist gaf blijk van zijn kunde, een beschaafde stem en een techniek van afwisselende akkoorden die blijk geven van studie. Toen ik de zaak verliet en hij eveneens aanstalten maakte te stoppen, bracht ik hem een munt want op een avond als deze is vrijgevigheid geboden.
Nu ligt het voor de hand via de kortste weg de sneltram op Napoleons station te pakken maar mooi niet: de stilte en duisternis zijn zo groot dat ik niet waag daar te lopen met mijn dukaten. Ik ging dus via de Munt naar het Koningsplein en kon op het plaskruis nog even bidden.
De vijf arriveerde snel en er nam een studente naast mij plaats. Hoe het kwam weet ik niet maar ik moet vermeld hebben dat ik een lekker pils gedronken had waarop zij dit beantwoordde nog te moeten beginnen.
"Dat kan toch niet", zei ik verwonderd, "na hier zijn immers geen cafés meer?"
"Café Uilensteden is er"
"Zijn daar studentenprijzen?", vroeg ik.
"Dat zal echt tegenvallen hoor!"
Verder beluisterde ze de iPod.
Maar ik kreeg een idee: ik bleef zitten tot voornoemd Uilensteden en wandelde zij het op grote afstand van haar door de donkere lanen van de studentenwijk naar het café. Ik was daar ooit wel geweest dus voor verdwalen hoefde ik niet bevreesd te zijn.
Eenmaal binnen tikte ik haar schouder aan en zei dat ik de weg ook gevonden had. Ze keek mij aan met grote ogen. Toen genoot ik van een laatste pint hevig koel bier dat de pilsavond deed besluiten. Dat er niet slechts studenten komen wist ik al, ook zij die een billijker tarief prefereren weten het te vinden; ik schat de prijs minstens een euro minder dan in een soortgelijke gelegenheid in de stad.
Door een uiterst zacht regenbuitje kuierde ik naar huis. Ik ben een dag ouder geworden maar voor een bier ben je nooit te oud.
Jos Heitmann
AMSTERDAM
27 IV 2008
mailto: joshadam@xs4all.nl
65 jaar met een slok in het donker
Traditioneel is er op mijn verjaardag kermis, in het hart van de stad dat aldus een week of meer heftig moet bonzen. Wat thans opvalt, zijn de meer dan torenhoge apparaten waarmee de bezoekers, want het gegil is niet van de lucht, meer dan ooit de stuipen op het lijf gejaagd worden!
Ik had gedoucht terwijl Spoed! liep maar een onderbreking in het volgen van het toch al hakkelige scenario is allerminst te betreuren. Om precies negen uur in de avond stempelde ik voor het eerst de roze kaart, welke ik beslist als aandenken dezes avonds wil bewaren, want ik ben nu eenmaal een verwoed archivaris.
Velen maakten foto's van de kermisattracties, waarop ook ik mijn camera richtte op de gigantische voorwerpen vol bewegende lichten. Maar 'n liefhebber van meedoen ben ik allerminst, ik houd het bij de schouw als door een hoofdschuddende grijsaard. Toch kreeg ik de neiging indien ik een mooi meisje naast mij had gehad haar mee te trekken de griezels van het spookhuis in, waarvan de eindelijk van degelijke ophangbeugel voorziene wagentjes luxueuzer waren geconstrueerd dan die van oudsher over de wiebelende amateuristische spoorrails.
Een wandeling maakte ik van het Waterloopleinstation via het Rembrandtplein maar de Munt. Het wordt tijd meer de stad te bezoeken, die na zo'n vijf jaren thuis zitten zienderogen verandert. Alleen een Nieuwe Amstelstraat al is door nieuwbouw van aanzien veranderd. Ik bemerkte tot mijn verwondering de gesloten winkel van Van Dobbe, al waar ik op een avond als deze beslist een broodje halfom had willen eten. Moeten ze nu vrijaf nemen vanwege de verjaardag van de kroonprins? De Turfmarkt was vrij stil en dan ben ik op mijn hoede, moet dan juist een vreemd figuur in 'n auto zien zitten.
Dan kwam de uitnodiging als gelegen om in plaats van een broodje daar, op de kermis een Bratwurst te eten, ditmaal geprepareerd boven een echte houtskoolgrill. Helaas, maar de worst was minder zout dan verwacht, echter knapperig en derhalve weer een traktatie.
Dan de looppas erin voor mijn bezoek aan de Irish pub voor mijn geliefde Guinness. Het was niet zo druk als gewoonlijk en de muziek stond gelukkig zachtjes. Ik zat naast een Engelse die toch echt wel met haar partner een volwassen indruk maakte doch jammer genoeg niet veel groter was dan 5'3". Ze kon wel een slok op van het extra sterke flessenbier. Maar ik blijf zoals altijd bij de draft. Echter had ik een misrekening gemaakt het kostbare vocht boven op de worst te nuttigen zodat niet eerder dan bij de tweede pint ik de hemelse smaak ten volle kon genieten. Zo kan je leven als God in Nederland!
Via de kanalen met veel toeristische drukte kwam ik op de Klovenier waar het echt goed stil werd. Ik bleef nogal achter een reiziger met bagage lopen om niet alleen te zijn. De voormalig litteraire caféruimte was gevuld, met een rijkdom aan Belgische bieren, maar daarin begaf ik mij niet. Wandelde echter naar de Staalstraat om een knus adresje op te zoeken. Tot mijn spijt was dit leeg, de toestroom moest na de film nog komen en dus ging ik naar de tegenover zich bevindende uitspanning.
De kan bier was prachtig, weet ik nog, en de temperatuur voortreffelijk. Een jonge gitarist gaf blijk van zijn kunde, een beschaafde stem en een techniek van afwisselende akkoorden die blijk geven van studie. Toen ik de zaak verliet en hij eveneens aanstalten maakte te stoppen, bracht ik hem een munt want op een avond als deze is vrijgevigheid geboden.
Nu ligt het voor de hand via de kortste weg de sneltram op Napoleons station te pakken maar mooi niet: de stilte en duisternis zijn zo groot dat ik niet waag daar te lopen met mijn dukaten. Ik ging dus via de Munt naar het Koningsplein en kon op het plaskruis nog even bidden.
De vijf arriveerde snel en er nam een studente naast mij plaats. Hoe het kwam weet ik niet maar ik moet vermeld hebben dat ik een lekker pils gedronken had waarop zij dit beantwoordde nog te moeten beginnen.
"Dat kan toch niet", zei ik verwonderd, "na hier zijn immers geen cafés meer?"
"Café Uilensteden is er"
"Zijn daar studentenprijzen?", vroeg ik.
"Dat zal echt tegenvallen hoor!"
Verder beluisterde ze de iPod.
Maar ik kreeg een idee: ik bleef zitten tot voornoemd Uilensteden en wandelde zij het op grote afstand van haar door de donkere lanen van de studentenwijk naar het café. Ik was daar ooit wel geweest dus voor verdwalen hoefde ik niet bevreesd te zijn.
Eenmaal binnen tikte ik haar schouder aan en zei dat ik de weg ook gevonden had. Ze keek mij aan met grote ogen. Toen genoot ik van een laatste pint hevig koel bier dat de pilsavond deed besluiten. Dat er niet slechts studenten komen wist ik al, ook zij die een billijker tarief prefereren weten het te vinden; ik schat de prijs minstens een euro minder dan in een soortgelijke gelegenheid in de stad.
Door een uiterst zacht regenbuitje kuierde ik naar huis. Ik ben een dag ouder geworden maar voor een bier ben je nooit te oud.
Jos Heitmann
AMSTERDAM
27 IV 2008
mailto: joshadam@xs4all.nl
Parallel tussen een Internet Forum en Café
Hyves Vrijheid van Mening 22 apr 2008, 23:02
In een café wordt de mores bepaald door de caféhouder en de vaste bezoekers. Een café is weliswaar juridisch een openbare gelegenheid met vergunning van de burgemeester maar toch ook weer een beslotenheid, dus minder-openbaarheid door de groep. Wie als buitenstaander binnentreedt, dient zich aan de mores aan te passen en niet vervelend te gaan doen anders krijgt hij de ruggen toegekeerd en wordt hij door de caféhouder weggechicaneerd. Een burgemeester zal tevreden zijn als de leiding van een café zijn in vino veritas-bezoekers in toom weet te houden.
Het Argot, het Bargoens bestaat niet, de groepstaal is plaatselijk, tijdelijk, beroepsgroepelijk en anderszins groepseigen idioom. Met deze taal kunnen de deelnemers elkaar vlotter verstaan dan met ABN en komt het de voortgang en continuïteit ten goede. Het is niet zo dat een gebruik van voor buitenstaanders ongewoonlijk taalgebruik bedoeld is als opzettelijke belediging in zin der Wet maar juist die groep dient ter wille van de vruchtbare onderlinge verstandhouding. Antroposofen spreken dan ook van een etherlichaam als een matrix-afscherming.
Nog heviger is een groep onderhavig aan normalerwijze kwalijke uitlatingen tijdens hoogtijdagen van Carnaval, studentenfeest of bruiloft, vooral in het vrijmoedige (als antithese van het zwaarmoedige Calvinistische Noorden) katholieke Limburg.
Ik was ooit verrast te vernemen dat voor de studentenontgroening in Delft men zelfs een verklaring tot geheimhouding dient te tekenen! Dit betekent dat de groep besloten blijft.
Op een openbaar forum op het Internet staat heden ten dage veelal ?n opschrift zich te onthouden van racistische, beledigende enz. taal wil met niet door de forumbeheerder of een moderator worden verbannen (dit gaat op grond van het IP-nummer). Het is door de publiciteit van bekend geworden ongeoorloofde uitlatingen door de politiek aangemoedigd. Dit was in den beginne van de ontwikkeling van een forum nog niet het geval: kranten.com bezat een forum waar door inzenders alras bedenkelijke uitlatingen ten aanzien van allochtonen werden verricht zodat de leiding van dit forum, angst de adverteerders te verliezen, het forum sloot. Op grond van dit gegeven heeft 'n politiek incorrect forum bestaan alwaar men behoudens zottenpraat en niet chic gescheld vrij kon zeggen wat men wil. De server bevindt zich in Amerika en is voor de Justitie hier te lande ongrijpbaar.
Maar niet alle fora, zoals er ook fora zijn die angstvallig inzendingen schrappen waarin gesproken wordt over illegaal downloaden (dit is overigens onwaar, het downloaden is niet laakbaar maar het middels uploaden ter beschikking stellen van auteursrechtelijk beschermde bestanden wel) zijn er fora genoeg waar men hierover wel kan spreken! Zo ook fora veelal politiek geëngageerd met een schier onbeperkte vrijheid van meningsuiting waar gezien de groep ?n Argot of Bargoens wordt gebezigd dat nooit en te nimmer in het openbaar mogelijk is en dat de desbetreffende schrijver een immanente uitingsmogelijkheid verschaft zonder zich in bochten te hoeven wringen zich niet aan belediging schuldig te maken.
Taalgebruik is hier niet gericht tegen een persoon of groep als opzettelijke belediging, het is de door aanpassing aan de groep onderlinge gewoonte van gebruik van het jargon dat dit mogelijk maakt. Uitlatingen worden evenmin een zich buiten het forum bevindend persoon of maatschappelijke groep als reclamefolders onder diens neus gelegd, immers degene die het forum oproept moet inloggen en kan best weten wat hij tegenkomt.
Wie dit niet past dient een dergelijk forum niet te bezoeken en dan gebeurt er verder niets. GeenStijl.nl heeft dit echt eens gezegd tegen de homo?s die morden als heaumeau te worden betiteld waarna het voorgoed stil bleef van die zijde en die lui zijn toch anders zeer gesteld op rel en aangifte!
Opeens moet ik denken aan het Ezel-Incident op het Boekenbal, misschien 1968, alwaar een ezel van papier-maché aan een kruis hing. Elk jaarlijks Boekenbal is uiterst besloten vanwege de schriftelijke invitatie maar toch kwam deze grap naar buiten, misschien door De Telegraaf. Tot een vervolging kwam het niet maar de Minister van Buitenlandse Zaken Jozef Luns deed zich schriftelijk verontschuldigen bij de Nuntius in Den Haag.
Kan men van een rechter ooit een klare uitspraak verwachten dat een groep die dan wel de openbaarheid van het Internet benut desalniettemin een feitelijk besloten karakter vertoont waar belediging op grond van de Strafwet niet zo meer relevant is?
Amsterdam, 11 april 2008
In een café wordt de mores bepaald door de caféhouder en de vaste bezoekers. Een café is weliswaar juridisch een openbare gelegenheid met vergunning van de burgemeester maar toch ook weer een beslotenheid, dus minder-openbaarheid door de groep. Wie als buitenstaander binnentreedt, dient zich aan de mores aan te passen en niet vervelend te gaan doen anders krijgt hij de ruggen toegekeerd en wordt hij door de caféhouder weggechicaneerd. Een burgemeester zal tevreden zijn als de leiding van een café zijn in vino veritas-bezoekers in toom weet te houden.
Het Argot, het Bargoens bestaat niet, de groepstaal is plaatselijk, tijdelijk, beroepsgroepelijk en anderszins groepseigen idioom. Met deze taal kunnen de deelnemers elkaar vlotter verstaan dan met ABN en komt het de voortgang en continuïteit ten goede. Het is niet zo dat een gebruik van voor buitenstaanders ongewoonlijk taalgebruik bedoeld is als opzettelijke belediging in zin der Wet maar juist die groep dient ter wille van de vruchtbare onderlinge verstandhouding. Antroposofen spreken dan ook van een etherlichaam als een matrix-afscherming.
Nog heviger is een groep onderhavig aan normalerwijze kwalijke uitlatingen tijdens hoogtijdagen van Carnaval, studentenfeest of bruiloft, vooral in het vrijmoedige (als antithese van het zwaarmoedige Calvinistische Noorden) katholieke Limburg.
Ik was ooit verrast te vernemen dat voor de studentenontgroening in Delft men zelfs een verklaring tot geheimhouding dient te tekenen! Dit betekent dat de groep besloten blijft.
Op een openbaar forum op het Internet staat heden ten dage veelal ?n opschrift zich te onthouden van racistische, beledigende enz. taal wil met niet door de forumbeheerder of een moderator worden verbannen (dit gaat op grond van het IP-nummer). Het is door de publiciteit van bekend geworden ongeoorloofde uitlatingen door de politiek aangemoedigd. Dit was in den beginne van de ontwikkeling van een forum nog niet het geval: kranten.com bezat een forum waar door inzenders alras bedenkelijke uitlatingen ten aanzien van allochtonen werden verricht zodat de leiding van dit forum, angst de adverteerders te verliezen, het forum sloot. Op grond van dit gegeven heeft 'n politiek incorrect forum bestaan alwaar men behoudens zottenpraat en niet chic gescheld vrij kon zeggen wat men wil. De server bevindt zich in Amerika en is voor de Justitie hier te lande ongrijpbaar.
Maar niet alle fora, zoals er ook fora zijn die angstvallig inzendingen schrappen waarin gesproken wordt over illegaal downloaden (dit is overigens onwaar, het downloaden is niet laakbaar maar het middels uploaden ter beschikking stellen van auteursrechtelijk beschermde bestanden wel) zijn er fora genoeg waar men hierover wel kan spreken! Zo ook fora veelal politiek geëngageerd met een schier onbeperkte vrijheid van meningsuiting waar gezien de groep ?n Argot of Bargoens wordt gebezigd dat nooit en te nimmer in het openbaar mogelijk is en dat de desbetreffende schrijver een immanente uitingsmogelijkheid verschaft zonder zich in bochten te hoeven wringen zich niet aan belediging schuldig te maken.
Taalgebruik is hier niet gericht tegen een persoon of groep als opzettelijke belediging, het is de door aanpassing aan de groep onderlinge gewoonte van gebruik van het jargon dat dit mogelijk maakt. Uitlatingen worden evenmin een zich buiten het forum bevindend persoon of maatschappelijke groep als reclamefolders onder diens neus gelegd, immers degene die het forum oproept moet inloggen en kan best weten wat hij tegenkomt.
Wie dit niet past dient een dergelijk forum niet te bezoeken en dan gebeurt er verder niets. GeenStijl.nl heeft dit echt eens gezegd tegen de homo?s die morden als heaumeau te worden betiteld waarna het voorgoed stil bleef van die zijde en die lui zijn toch anders zeer gesteld op rel en aangifte!
Opeens moet ik denken aan het Ezel-Incident op het Boekenbal, misschien 1968, alwaar een ezel van papier-maché aan een kruis hing. Elk jaarlijks Boekenbal is uiterst besloten vanwege de schriftelijke invitatie maar toch kwam deze grap naar buiten, misschien door De Telegraaf. Tot een vervolging kwam het niet maar de Minister van Buitenlandse Zaken Jozef Luns deed zich schriftelijk verontschuldigen bij de Nuntius in Den Haag.
Kan men van een rechter ooit een klare uitspraak verwachten dat een groep die dan wel de openbaarheid van het Internet benut desalniettemin een feitelijk besloten karakter vertoont waar belediging op grond van de Strafwet niet zo meer relevant is?
Amsterdam, 11 april 2008
Enigma Variations van Elgar
Hyves Vrijheid van Mening 4 apr 2008, 03:57
Een interview maakte mij laaiend enthousiast te horen dat het Enigma is opgelost! Alleen de
Elgar Society moet van de toch altijd kritische instelling bijdraaien omdat het natuurlijk een Hollander betreft.
Wij hadden al eens een inventief figuur namens T. van Houten die een link wilde leggen met het kinderraadsel: "Hoe heet de hond van Karel de Grote?" Als je dit veel uitspreekt kom je tot:
"Hoe heet de hond van Karel de Grote!", dus Hoe. Dan de Elgartekst "but the theme never appears" geeft door analogie dat het thema never is. Vervolgens moet men zoeken naar de betekenis van never en komt op het never in "Rule Brittannia!", maar dan hapert men aangezien hiervan de muzieknoten volkomen afwijken van wat maar ook hoorbaar is in de Enigma Variaties. Van Houten was aan het woord in een radio-uitzending op 7 maart 1976 en ik herinner me haar nog als de dag van gisteren.
Vele jaren later vernam ik in een toelichting op WDRIII dat de mening van Van Houten heus niet zo geaccepteerd is geworden maar desalniettemin een vermelding waard is.
We zijn nu met Pasen 2008 op de 31e maart als Hans Westgeest zijn studie bekend maakt van het Enigma en met de definitieve oplossing komt. Ik heb zijn betoog geïllustreerd met muziekfragmenten met ingehouden adem gevolgd, ijverig aantekeningen gemaakt en de kans benut zijn boekje te kopen.
Ik vind het een meesterwerkje hoe de man de fragmentarische informatie weet te bewerken.
Thema Adagio uit Pathétique. De aanleiding is de donderpreek die vriend Jaeger tegen Elgar hield ook in de moeilijkste en depressieve omstandigheden het hoofd mentaal boven water te houden en ten voorbeeld gaf de grote Beethoven die juist in zo'n tijd zijn mooiste met name adagiowerken schiep.
Er volgt dan een technische transpositie, maatcorrectie en notenwaardeverandering en het Enigmamotief (Nimrodvariatie) wordt naadloos gepast op het Pathétiquethema.
Nu afwachten of de chauvinistische Engelsen dit accepteren.
Een interview maakte mij laaiend enthousiast te horen dat het Enigma is opgelost! Alleen de
Elgar Society moet van de toch altijd kritische instelling bijdraaien omdat het natuurlijk een Hollander betreft.
Wij hadden al eens een inventief figuur namens T. van Houten die een link wilde leggen met het kinderraadsel: "Hoe heet de hond van Karel de Grote?" Als je dit veel uitspreekt kom je tot:
"Hoe heet de hond van Karel de Grote!", dus Hoe. Dan de Elgartekst "but the theme never appears" geeft door analogie dat het thema never is. Vervolgens moet men zoeken naar de betekenis van never en komt op het never in "Rule Brittannia!", maar dan hapert men aangezien hiervan de muzieknoten volkomen afwijken van wat maar ook hoorbaar is in de Enigma Variaties. Van Houten was aan het woord in een radio-uitzending op 7 maart 1976 en ik herinner me haar nog als de dag van gisteren.
Vele jaren later vernam ik in een toelichting op WDRIII dat de mening van Van Houten heus niet zo geaccepteerd is geworden maar desalniettemin een vermelding waard is.
We zijn nu met Pasen 2008 op de 31e maart als Hans Westgeest zijn studie bekend maakt van het Enigma en met de definitieve oplossing komt. Ik heb zijn betoog geïllustreerd met muziekfragmenten met ingehouden adem gevolgd, ijverig aantekeningen gemaakt en de kans benut zijn boekje te kopen.
Ik vind het een meesterwerkje hoe de man de fragmentarische informatie weet te bewerken.
Thema Adagio uit Pathétique. De aanleiding is de donderpreek die vriend Jaeger tegen Elgar hield ook in de moeilijkste en depressieve omstandigheden het hoofd mentaal boven water te houden en ten voorbeeld gaf de grote Beethoven die juist in zo'n tijd zijn mooiste met name adagiowerken schiep.
Er volgt dan een technische transpositie, maatcorrectie en notenwaardeverandering en het Enigmamotief (Nimrodvariatie) wordt naadloos gepast op het Pathétiquethema.
Nu afwachten of de chauvinistische Engelsen dit accepteren.
Bernard Kruyssen en Han Henkemans met Debussy
Hyves Vrijheid van Mening 5 feb 2008, 02:32
Het is een maandagavond programma met opnamen uit het verre verleden.
Ik heb het al eerder gehoord maar nu met extra aandacht!
Bernard Kruyssen en Han Henkemans met Debussy, een uitvoering in het Concertgebouw van 22 juni 1968.
Tussen enkele liederen door een solo met een werk van de componist, waarbij je paf staat van de bekwaamheid, immers de muziek was Henkemans niet zijn echte vak!
Al eerder schreef ik Axel in de 60er heel vaak op de woensdagmiddag Henkemans te hebben beluisterd als hij een analyse gaf van een pianoconcert in verschillende uitvoeringen, tegenwoordig in een team besproken, hij alleen.
Het was mijn middag waarnaar ik uitkeek.
De opname was alsof je erbij stond, wellicht al stereo maar dat hoeft niet eens.
Kruyssens stem was nog niet zo tremolo zoals de CD bij Irene aanwezig in later jaren.
Je zou toch die muziek in huis moeten hebben maar ik bezit nog steeds niet een moderne receiver.
Het zal je leven nog meer verrijken zo een duo meer dan eens "op te zetten"!
Het is een maandagavond programma met opnamen uit het verre verleden.
Ik heb het al eerder gehoord maar nu met extra aandacht!
Bernard Kruyssen en Han Henkemans met Debussy, een uitvoering in het Concertgebouw van 22 juni 1968.
Tussen enkele liederen door een solo met een werk van de componist, waarbij je paf staat van de bekwaamheid, immers de muziek was Henkemans niet zijn echte vak!
Al eerder schreef ik Axel in de 60er heel vaak op de woensdagmiddag Henkemans te hebben beluisterd als hij een analyse gaf van een pianoconcert in verschillende uitvoeringen, tegenwoordig in een team besproken, hij alleen.
Het was mijn middag waarnaar ik uitkeek.
De opname was alsof je erbij stond, wellicht al stereo maar dat hoeft niet eens.
Kruyssens stem was nog niet zo tremolo zoals de CD bij Irene aanwezig in later jaren.
Je zou toch die muziek in huis moeten hebben maar ik bezit nog steeds niet een moderne receiver.
Het zal je leven nog meer verrijken zo een duo meer dan eens "op te zetten"!
Katholieke Jongens uit den beschaafden Stand
Hyves Vrijheid van Mening 19 apr 2009, 15:00
Citaat:
Van den Beld (1937) heeft zelf het Sint Ignatius College in Amsterdam bezocht.
'Katwijk' [aan den Rijn] leidde tal van bekende Nederlanders op, zoals oud-premier Jan de Quay, oud-minister Benk Korthals, oud-NOS-voorzitter Erik Jurgens en toneelschrijver Haye van der Heyden, alsmede kinderen uit de winkeliersfamilies Vroom, Dreesmann en Brenninkmeijer.
Van het Canisius College in Nijmegen kwamen onder anderen Ruud Lubbers en Hans van Mierlo.
Doch dit boek gaat niet specifiek over het St.-Ignatiuscollege te Amsterdam.
Het kost wel €45,-
Boekbespreking in Katholiek Nederland
Katholieke kweekvijver voor de macht
Citaat:
Van den Beld (1937) heeft zelf het Sint Ignatius College in Amsterdam bezocht.
'Katwijk' [aan den Rijn] leidde tal van bekende Nederlanders op, zoals oud-premier Jan de Quay, oud-minister Benk Korthals, oud-NOS-voorzitter Erik Jurgens en toneelschrijver Haye van der Heyden, alsmede kinderen uit de winkeliersfamilies Vroom, Dreesmann en Brenninkmeijer.
Van het Canisius College in Nijmegen kwamen onder anderen Ruud Lubbers en Hans van Mierlo.
Doch dit boek gaat niet specifiek over het St.-Ignatiuscollege te Amsterdam.
Het kost wel €45,-
Boekbespreking in Katholiek Nederland
Katholieke kweekvijver voor de macht
Willem Passtoorsstraat te Amsterdam
Hyves Vrijheid van Mening 6 dec 2008, 13:30
Willem Passtoorsstraat te Amsterdam.
Foto 24 maart 1932. Zelden kom ik nog in de ouderlijke buurt, het lijkt wel of ik er voor huiver.
Hanny Heitmann liet zich eens charmant voor de deur fotograferen:
Zelf heb ik met de (gedateerde) mobiel wat foto's gemaakt maar die zijn niet toevallig erg somber. De herinnering is niettemin scherp, ook dromen doe ik er nog over. Flaubert ook moet elke steen van zijn ouderlijke omgeving gekend hebben, z’n schrijfstijl is minutieus maar die ken ik echter van de natuurbeschrijving.
Veranderd is de straat totaal, van de inwendige renovaties valt buiten niet veel te zien. De buren ken ik nog van naam en karakter, wie er kwam door de buurt van handelaren van uiterlijk.
Rob Bloemkolk was een speelkameraad, evenals ik op het St.-Ignatiuscollege. Emmy heb ik nog gezien bij Delta Lloyd alwaar zij een baan had. Zij behoorde als Hanneke Groentenman tot de Joodse wezen die in een Christelijk pleeggezin zijn opgevoed, waarover de psychiater Hans Keilson een proefschrift vervaardigde. Emmy was geenszins anti-Duits. Hanny Middelbeek kwam laat aan de man, zij werkte in de Bijenkorf. Peets jr nog wel gesproken, een krachtige en zakelijke man. Van Norden jr liet zich niet meer zien. Hans Distelbrink was wat ouder, zijn zusje Marjon stierf jong aan een steenpuist op de halsslagader. Siliakus heel veel gesproken al is het maar dat hij als oprichter van de Reproductie-afdeling in het Stedelijk Museum werkte alwaar ik kind in huis ben geweest. Hij verhuisde op hoge leeftijd naar Menno Simons waar ik nu vrijwilliger ben. Gillissen en Cahuzac rustige buren. Vinju nog wel een zien lopen met zijn huppelgang.
De herinnering van de overkant met het katholieke woonblok van Schaepman is wat vager en algemener. Ik ging om met Peter Joren die ook op onze school zat. Met Mirani had ik weer geen omgang. De familie (onderwijzer) Brugman met krachtige zonen; een werd gekoppeld aan een buurmeisje, alsmede een dochter die akela was. Hans Kouwenberg (*1943) woonde (bij zijn oma) oostelijker en daarnaast weer Ido Ypma wiens vader (1914-1990) een Gilera-motor bezat. Deze is lang ziek geweest, wat hij geworden is weet ik niet.
De aanwezigheid van het huizenblok van de Amsterdamse School-architectuur geeft nu nog aanleiding tot bezoek van belangstellenden uit de hele wereld.
Mensen opsporen is een langdurige klus als ook kostbaar want de wet waarborgt de privacy. Dit echter zij geen geruststelling voor mij, dus de deelneming aan het EPD is te weigeren.
Gemakkelijk had ik het een cafévriend van Koekenbier te hervinden met wie ik nu soms contact heb. Vrienden van Café Mulder/Weteringschans zijn weg. [Vino deterritum.]
Het schijnt toch een en ieders behoefte te zijn het verleden levendig te houden. Zelf heb ik veel opgeschreven.
Voor de man Willem Passtoors zie het krantenarchief van de KB, begin 20e eeuw R.K. Kamerlid met inzet voor de katholieke Arbeider.
Jos Heitmann 21 XI 2008 Willem Passtoorsstraat 28 nov, 11:57
mailto: joshadam@xs4all.nl
Zie ook artikel 5-12-2008 over de Willem Passtoorrstraat
Willem Passtoorsstraat te Amsterdam.
Foto 24 maart 1932. Zelden kom ik nog in de ouderlijke buurt, het lijkt wel of ik er voor huiver.
Hanny Heitmann liet zich eens charmant voor de deur fotograferen:
Zelf heb ik met de (gedateerde) mobiel wat foto's gemaakt maar die zijn niet toevallig erg somber. De herinnering is niettemin scherp, ook dromen doe ik er nog over. Flaubert ook moet elke steen van zijn ouderlijke omgeving gekend hebben, z’n schrijfstijl is minutieus maar die ken ik echter van de natuurbeschrijving.
Veranderd is de straat totaal, van de inwendige renovaties valt buiten niet veel te zien. De buren ken ik nog van naam en karakter, wie er kwam door de buurt van handelaren van uiterlijk.
Rob Bloemkolk was een speelkameraad, evenals ik op het St.-Ignatiuscollege. Emmy heb ik nog gezien bij Delta Lloyd alwaar zij een baan had. Zij behoorde als Hanneke Groentenman tot de Joodse wezen die in een Christelijk pleeggezin zijn opgevoed, waarover de psychiater Hans Keilson een proefschrift vervaardigde. Emmy was geenszins anti-Duits. Hanny Middelbeek kwam laat aan de man, zij werkte in de Bijenkorf. Peets jr nog wel gesproken, een krachtige en zakelijke man. Van Norden jr liet zich niet meer zien. Hans Distelbrink was wat ouder, zijn zusje Marjon stierf jong aan een steenpuist op de halsslagader. Siliakus heel veel gesproken al is het maar dat hij als oprichter van de Reproductie-afdeling in het Stedelijk Museum werkte alwaar ik kind in huis ben geweest. Hij verhuisde op hoge leeftijd naar Menno Simons waar ik nu vrijwilliger ben. Gillissen en Cahuzac rustige buren. Vinju nog wel een zien lopen met zijn huppelgang.
De herinnering van de overkant met het katholieke woonblok van Schaepman is wat vager en algemener. Ik ging om met Peter Joren die ook op onze school zat. Met Mirani had ik weer geen omgang. De familie (onderwijzer) Brugman met krachtige zonen; een werd gekoppeld aan een buurmeisje, alsmede een dochter die akela was. Hans Kouwenberg (*1943) woonde (bij zijn oma) oostelijker en daarnaast weer Ido Ypma wiens vader (1914-1990) een Gilera-motor bezat. Deze is lang ziek geweest, wat hij geworden is weet ik niet.
De aanwezigheid van het huizenblok van de Amsterdamse School-architectuur geeft nu nog aanleiding tot bezoek van belangstellenden uit de hele wereld.
Mensen opsporen is een langdurige klus als ook kostbaar want de wet waarborgt de privacy. Dit echter zij geen geruststelling voor mij, dus de deelneming aan het EPD is te weigeren.
Gemakkelijk had ik het een cafévriend van Koekenbier te hervinden met wie ik nu soms contact heb. Vrienden van Café Mulder/Weteringschans zijn weg. [Vino deterritum.]
Het schijnt toch een en ieders behoefte te zijn het verleden levendig te houden. Zelf heb ik veel opgeschreven.
Voor de man Willem Passtoors zie het krantenarchief van de KB, begin 20e eeuw R.K. Kamerlid met inzet voor de katholieke Arbeider.
Jos Heitmann 21 XI 2008 Willem Passtoorsstraat 28 nov, 11:57
mailto: joshadam@xs4all.nl
Zie ook artikel 5-12-2008 over de Willem Passtoorrstraat
Die Vreselijke Weg naar School
Hyves Vrijheid van Mening 3 dec 2008, 15:15
Die Vreselijke Weg naar School
Het was ‘n vreselijke weg naar school, alle jaren door de Lutmastraat heen en terug, langs een naargeestig donker houten gebouw, omgeven door een hek, een dependance van de Rijksverzekeringsbank overgebleven van de tijd toen het fraaie schijf-torengebouw aan de Apollolaan nog niet gebouwd was. Dat er op 16 juli 1950 een brand is geweest zal mij als scholier onverschillig gelaten hebben.
In het midden van dit gebouw bevond zich door het hek heen een inham met een brede ingang die ik overigens nooit heb open gezien - de eigenlijke toegang was op de hoek van de Ferdinand Bolstraat - alwaar ik clandestienerwijs mijn eerste sigaret heb gerookt.
De eerste jaren bracht mijn overzorgzame moeder mij dagelijks naar school, het was vanaf de Willem Passtoorsstraat niettemin een korte afstand maar de idee dat een kind de twee grote straten met voortdurend verkeer moest oversteken bezorgde haar angst. Die angst heb ik in zekere zin behouden alles goed voor te bereiden als ik van huis ga.
Aan de Lutmastraat op de hoek bevond zich de groenteman Oojevaar, de eigenaar was al op leeftijd, met een zoon die met zijn krachtig lichaam de grote trom bediende in het fanfarekorps van de Speeltuin Henrick de Keijser. Hij droeg over zijn borst een pantervel ter bescherming.
De Lutmastraat was een dagelijkse parkeerplaats in lunchtijd voor de vele vuilniswagens. Op de dag van de 8e juni 1953 volgde er een daverende knal waarbij alle ruiten in de omgeving barstten. Het bleek een vuilniswagen geweest te zijn die ik nog verkreukeld heb gezien, waarin carbid heeft gezeten. Men kon nagaan dat het is opgehaald geworden in de Haringvliet-straat, de chique buurt. Je weet dat deze stof gebruikt wordt voor verlichting, lang nog gebruikt op marktkramen. Met water wordt het explosief.
Op de hoek van de Karel Dujardinstraat was een winkel van een Chinees die goedkope boeken verkocht. Doch waar de kopers woonden kan ik niet zeggen. Wij keken vaak naar binnen en zagen een grote rommel, ooit zijn wij brutalerwijs eens naar binnen gegaan.
Het gedeelte van houten gebouw aan de Ferdinand Bolstraat was verhuurd aan een architectenbureau, ik keek vaak naar de grote tekentafels (thans alles op de computer met VectorWorks of AutoCAD) en had een droom gehad ook bouwkundig tekenaar te worden en naar de HTS te gaan. Dit is er niet van gekomen.
Voor de ramen was van stangenconstructie een rek waar kinderen in konden klimmen. Het gebeurde zo vaak dat een onfortuinlijk kind pijnlijk op de straattegels viel dat de tekenaars de stoute idee uitvoerden de tegels weg te halen om de zandgrond open te leggen. Tegenwoordig worden op dergelijke speellocaties rubberen tegels gelegd.
Het meest in het oog springende bouwwerk, echt te groot voor deze buurt, is de (oude) RAI, een afkorting van Rijwiel- en Auto-tentoonstelling; we zien nog net het voornoemde architectendeel.
Maar landelijk beroemd is het gebouw evenzeer vanwege de jaarlijkse Huishoudtentoonstelling. Het zal in 1955 geweest zijn dat een dichte haag mensen de koningin Juliana de beurs zagen ingaan voor een opening. Ook ik heb haar gezien, wij konden gemakkelijk voorkruipen. Prachtige zwarte hofauto’s en veel politie. Opzienbarend dichtbij toch was de koningin in onze buurt!
En dan in dezen dagen van de Kredietcrisis wereldwijd heeft ook de auto-industrie het zwaar te verduren. GeenStijl, een satirisch weblog, schrijft dat ze in de RAI nog alleen maar fietsen zullen exposeren…
Rechts van de RAI was een elektronicazaak met een naam die moet lijken op Paff? Hier de achterzijde van de winkel.
Vaak tuurden wij in de etalage naar de gebruiksvoorwerpen die nog niet door ieder konden worden aangeschaft, de consumentenmaatschappij moest nog van start gaan. In de etalage was voor iedere voorbijganger, die zijn pas inhield, een gloednieuw televisieapparaat te zien, uiteraard zwart/wit. Het waren nog grote glanzend houten kasten eventueel met deurtjes waarachter het kleine beeldscherm van zo’n 15’. Deze televisies waren echt bedoeld als chic meubelstuk zoals de radiotoestellen
voorheen.
Dan komen we in de Van Hilligaertstraat, de rand van het Papendorp, zoals die katholieke buurt genoemd werd.
Daar was de ingang van de St.-Franciscusschool voor jongens. De meisjesschool was aan de Ferdinand Bolstraat zodat er gescheiden onderwijs werd gegeven. In het Openbaar Onderwijs is gemengd altijd normaal geweest wat met scholen op confessionele grondslag nu ook het geval is. De nieuwe schooltypen als die van Islamitisch onderwijs zijn nog gescheiden, maar die lopen dan ook vijftig jaren achter. Zelfs de speeltuin heeft een hek, zo bang was men vroeger voor samengaan. Mijn indruk is dat de jeugd netjes was, ik kan mij geen ordinaire straatjongens voorstellen op school. Daarenboven was de leiding ook autoritair en dat boezemt de scholier angst in. Ontzag had men voor elke gezagsdrager.
In de Vredeskerk werden de religieuze bijeenkomsten gehouden, de missen in Latijn volgens de Tridentijnse ritus, wat de paus Benedictus XVI een half jaar geleden heeft toegestaan te celebreren niet meer in een beperkt aantal kerken op afzonderlijke uren doch overal in de Katholieke Kerk. Alleen, wie kan er nog Latijn?
Wij moesten een hele mis uit ons hoofd leren zingen en hebben daar vele weken op geoefend. Gedeelten ken ik nog uitwendig. In de kerk waren de geslachten dan wel bij elkaar. Het gebouw was ’s zondags bomvol en achterin stonden nog vele gelovigen. Nu kun je, ik was tweemaal aanvang 1998 daar voor een speciaal Gregoriaans koor, de lege zitplaatsen niet meer tellen. Om in het grote gebouw wat afgescheidenheid te voelen heeft men de kerk zelfs met een houten hek verkleind, hetgeen eigenlijk ridicuul is.
Tussen de Vredesscholen, de St.-Cornelisschool bij gerekend, bevond zich het broederklooster. Het nonnenklooster moet aan de Pijnackerstraat gelegen hebben. Op de hoek was Pax, een zaal voor speciale gelegenheden, zelfs met toneel. Alles troosteloze baksteenbouw, saai door grootte. Een speelplaats voor jongens, die van de meisjes weet ik niet. Ook na schooltijd was er geen gezamenlijk optrekken van jongens en meisjes, wellicht was de uitgaanstijd verschillend.
Voor de schoolgebouwen was een dik ijzeren hek, waarover wij veel klommen voor plezier. Eens had een jongen zijn hoofd tussen te stangen gestoken en huilde niet meer terug te kunnen. Een voorbijganger trad resoluut op en tilde zijn smalle lichaam op om hem geheel door de opening te laten glijden, de jongen was bevrijd! Wij hadden ook de maandenlange gewoonte in een schroefbout zwavel van de lucifers te draaien en de bout met kracht op de grond te gooien. Er volgde dan een grote knal. De oorzaak leer je op school: bewegingsenergie wordt omgezet in warmte die het kruid doet ontploffen. Na klachten van de buurtbewoners moesten wij deze grap staken.
Aan de Pijnackerstraat waren twee winkels met onze bijzondere belangstelling. Een bakker waar wij in de pauze een broodje kochten om eerst het broodwit (la mie, F) op te peuzelen. Vervolgens een zaak waar een wijnbal te verkrijgen was, ons lievelingssnoepje.
Op het Cornelis Troostplein stond een opvallende paardenbak om de trekdieren die nog in het verkeer aanwezig waren te kunnen laten laven. Onderaan was zelfs een hondendrinkbak. Het water stroomde veelal over straat maar ook wij gaven vaak met de hele arm een ferme haal door de inhoud van de bak.
Na schooltijd begaven wij ons vaak naar het Zwarte Landje, tussen de Oude RAI en de Jozef Israëlskade met het topje van de Vredeskerk als bewakingscamera. Ruimte te over om te spelen. Opeens werd daar een tent neergezet voor evangelisatie door protestanten. Wij allen na schooltijd daarheen! Een slanke vrouw hield een heel verhaal en liet een plakboek zien waarin mooie plaatjes gezet konden worden. Duidelijk een lokkertje! Toen grepen de broeders in: ons werd verboden daar ooit nog naar toe te gaan wilden wij niet van de katholieke school gestuurd worden. Dit kwam ja goed aan!
Eerst na 1956 werden daar zijhallen van de RAI door middel van houten gebouwen neergezet ter uitbreiding van de tentoonstellingsruimte tot de afbraak van de Oude RAI in maart 1961. Dan was het terrein ook niet meer bruikbaar voor de jaarlijkse kermis.
Jos Heitmann
AMSTERDAM, 2e december 2008
mailto: joshadam@xs4all.nl
Die Vreselijke Weg naar School
Het was ‘n vreselijke weg naar school, alle jaren door de Lutmastraat heen en terug, langs een naargeestig donker houten gebouw, omgeven door een hek, een dependance van de Rijksverzekeringsbank overgebleven van de tijd toen het fraaie schijf-torengebouw aan de Apollolaan nog niet gebouwd was. Dat er op 16 juli 1950 een brand is geweest zal mij als scholier onverschillig gelaten hebben.
In het midden van dit gebouw bevond zich door het hek heen een inham met een brede ingang die ik overigens nooit heb open gezien - de eigenlijke toegang was op de hoek van de Ferdinand Bolstraat - alwaar ik clandestienerwijs mijn eerste sigaret heb gerookt.
De eerste jaren bracht mijn overzorgzame moeder mij dagelijks naar school, het was vanaf de Willem Passtoorsstraat niettemin een korte afstand maar de idee dat een kind de twee grote straten met voortdurend verkeer moest oversteken bezorgde haar angst. Die angst heb ik in zekere zin behouden alles goed voor te bereiden als ik van huis ga.
Aan de Lutmastraat op de hoek bevond zich de groenteman Oojevaar, de eigenaar was al op leeftijd, met een zoon die met zijn krachtig lichaam de grote trom bediende in het fanfarekorps van de Speeltuin Henrick de Keijser. Hij droeg over zijn borst een pantervel ter bescherming.
De Lutmastraat was een dagelijkse parkeerplaats in lunchtijd voor de vele vuilniswagens. Op de dag van de 8e juni 1953 volgde er een daverende knal waarbij alle ruiten in de omgeving barstten. Het bleek een vuilniswagen geweest te zijn die ik nog verkreukeld heb gezien, waarin carbid heeft gezeten. Men kon nagaan dat het is opgehaald geworden in de Haringvliet-straat, de chique buurt. Je weet dat deze stof gebruikt wordt voor verlichting, lang nog gebruikt op marktkramen. Met water wordt het explosief.
Op de hoek van de Karel Dujardinstraat was een winkel van een Chinees die goedkope boeken verkocht. Doch waar de kopers woonden kan ik niet zeggen. Wij keken vaak naar binnen en zagen een grote rommel, ooit zijn wij brutalerwijs eens naar binnen gegaan.
Het gedeelte van houten gebouw aan de Ferdinand Bolstraat was verhuurd aan een architectenbureau, ik keek vaak naar de grote tekentafels (thans alles op de computer met VectorWorks of AutoCAD) en had een droom gehad ook bouwkundig tekenaar te worden en naar de HTS te gaan. Dit is er niet van gekomen.
Voor de ramen was van stangenconstructie een rek waar kinderen in konden klimmen. Het gebeurde zo vaak dat een onfortuinlijk kind pijnlijk op de straattegels viel dat de tekenaars de stoute idee uitvoerden de tegels weg te halen om de zandgrond open te leggen. Tegenwoordig worden op dergelijke speellocaties rubberen tegels gelegd.
Het meest in het oog springende bouwwerk, echt te groot voor deze buurt, is de (oude) RAI, een afkorting van Rijwiel- en Auto-tentoonstelling; we zien nog net het voornoemde architectendeel.
Maar landelijk beroemd is het gebouw evenzeer vanwege de jaarlijkse Huishoudtentoonstelling. Het zal in 1955 geweest zijn dat een dichte haag mensen de koningin Juliana de beurs zagen ingaan voor een opening. Ook ik heb haar gezien, wij konden gemakkelijk voorkruipen. Prachtige zwarte hofauto’s en veel politie. Opzienbarend dichtbij toch was de koningin in onze buurt!
En dan in dezen dagen van de Kredietcrisis wereldwijd heeft ook de auto-industrie het zwaar te verduren. GeenStijl, een satirisch weblog, schrijft dat ze in de RAI nog alleen maar fietsen zullen exposeren…
Rechts van de RAI was een elektronicazaak met een naam die moet lijken op Paff? Hier de achterzijde van de winkel.
Vaak tuurden wij in de etalage naar de gebruiksvoorwerpen die nog niet door ieder konden worden aangeschaft, de consumentenmaatschappij moest nog van start gaan. In de etalage was voor iedere voorbijganger, die zijn pas inhield, een gloednieuw televisieapparaat te zien, uiteraard zwart/wit. Het waren nog grote glanzend houten kasten eventueel met deurtjes waarachter het kleine beeldscherm van zo’n 15’. Deze televisies waren echt bedoeld als chic meubelstuk zoals de radiotoestellen
voorheen.
Dan komen we in de Van Hilligaertstraat, de rand van het Papendorp, zoals die katholieke buurt genoemd werd.
Daar was de ingang van de St.-Franciscusschool voor jongens. De meisjesschool was aan de Ferdinand Bolstraat zodat er gescheiden onderwijs werd gegeven. In het Openbaar Onderwijs is gemengd altijd normaal geweest wat met scholen op confessionele grondslag nu ook het geval is. De nieuwe schooltypen als die van Islamitisch onderwijs zijn nog gescheiden, maar die lopen dan ook vijftig jaren achter. Zelfs de speeltuin heeft een hek, zo bang was men vroeger voor samengaan. Mijn indruk is dat de jeugd netjes was, ik kan mij geen ordinaire straatjongens voorstellen op school. Daarenboven was de leiding ook autoritair en dat boezemt de scholier angst in. Ontzag had men voor elke gezagsdrager.
In de Vredeskerk werden de religieuze bijeenkomsten gehouden, de missen in Latijn volgens de Tridentijnse ritus, wat de paus Benedictus XVI een half jaar geleden heeft toegestaan te celebreren niet meer in een beperkt aantal kerken op afzonderlijke uren doch overal in de Katholieke Kerk. Alleen, wie kan er nog Latijn?
Wij moesten een hele mis uit ons hoofd leren zingen en hebben daar vele weken op geoefend. Gedeelten ken ik nog uitwendig. In de kerk waren de geslachten dan wel bij elkaar. Het gebouw was ’s zondags bomvol en achterin stonden nog vele gelovigen. Nu kun je, ik was tweemaal aanvang 1998 daar voor een speciaal Gregoriaans koor, de lege zitplaatsen niet meer tellen. Om in het grote gebouw wat afgescheidenheid te voelen heeft men de kerk zelfs met een houten hek verkleind, hetgeen eigenlijk ridicuul is.
Tussen de Vredesscholen, de St.-Cornelisschool bij gerekend, bevond zich het broederklooster. Het nonnenklooster moet aan de Pijnackerstraat gelegen hebben. Op de hoek was Pax, een zaal voor speciale gelegenheden, zelfs met toneel. Alles troosteloze baksteenbouw, saai door grootte. Een speelplaats voor jongens, die van de meisjes weet ik niet. Ook na schooltijd was er geen gezamenlijk optrekken van jongens en meisjes, wellicht was de uitgaanstijd verschillend.
Voor de schoolgebouwen was een dik ijzeren hek, waarover wij veel klommen voor plezier. Eens had een jongen zijn hoofd tussen te stangen gestoken en huilde niet meer terug te kunnen. Een voorbijganger trad resoluut op en tilde zijn smalle lichaam op om hem geheel door de opening te laten glijden, de jongen was bevrijd! Wij hadden ook de maandenlange gewoonte in een schroefbout zwavel van de lucifers te draaien en de bout met kracht op de grond te gooien. Er volgde dan een grote knal. De oorzaak leer je op school: bewegingsenergie wordt omgezet in warmte die het kruid doet ontploffen. Na klachten van de buurtbewoners moesten wij deze grap staken.
Aan de Pijnackerstraat waren twee winkels met onze bijzondere belangstelling. Een bakker waar wij in de pauze een broodje kochten om eerst het broodwit (la mie, F) op te peuzelen. Vervolgens een zaak waar een wijnbal te verkrijgen was, ons lievelingssnoepje.
Op het Cornelis Troostplein stond een opvallende paardenbak om de trekdieren die nog in het verkeer aanwezig waren te kunnen laten laven. Onderaan was zelfs een hondendrinkbak. Het water stroomde veelal over straat maar ook wij gaven vaak met de hele arm een ferme haal door de inhoud van de bak.
Na schooltijd begaven wij ons vaak naar het Zwarte Landje, tussen de Oude RAI en de Jozef Israëlskade met het topje van de Vredeskerk als bewakingscamera. Ruimte te over om te spelen. Opeens werd daar een tent neergezet voor evangelisatie door protestanten. Wij allen na schooltijd daarheen! Een slanke vrouw hield een heel verhaal en liet een plakboek zien waarin mooie plaatjes gezet konden worden. Duidelijk een lokkertje! Toen grepen de broeders in: ons werd verboden daar ooit nog naar toe te gaan wilden wij niet van de katholieke school gestuurd worden. Dit kwam ja goed aan!
Eerst na 1956 werden daar zijhallen van de RAI door middel van houten gebouwen neergezet ter uitbreiding van de tentoonstellingsruimte tot de afbraak van de Oude RAI in maart 1961. Dan was het terrein ook niet meer bruikbaar voor de jaarlijkse kermis.
Jos Heitmann
AMSTERDAM, 2e december 2008
mailto: joshadam@xs4all.nl
Er zijn er die van aanpakken weten
Hyves Vrijheid van Mening 28 nov 2008, 23:07
Er zijn er die van aanpakken weten:
voor Freud, Plato en Heidegger.
Dat er zulke doorzetters zijn. Er is een geweest die ‘n leven lang gewerkt te hebben aan een proefschrift op z’n ziekbed heeft mogen promoveren (knipsel nog bewaard). Dan kan natuurlijk zijn academische titel mooi en sierlijk in het overlijdensbericht worden opgenomen.
De Freudvertaler W. Oranje heeft 14 jaar gewerkt. Ik hoorde dat hij, niemand zal het hem euvel duiden, een enkel woordje onjuist heeft begrepen en na het verkrijgen van een vonk de index moest omwerken. Nooit vergeet ik vanwege de 19e eeuwse drukcijfers een 5 met een 3 te hebben verwisseld waardoor ik weken lang op verkeerde bladzijden heb gelezen.
Ikzelf heb de originele Traumdeutung gelezen en geraakte onder de indruk van des man’s integriteit hetgeen van zijn navolgers niet gezegd kan worden. De latere Frankfurter Schule heeft de psychoanalyse gebruikt als een politiek wapen: de psychoanalyse moet alleen al een formidabele aantrekkingskracht hebben en importantie verschaffen. Horkheimer echter sloeg de plank mis met zijn Wagnermening. Toen gepubliceerd werd zo’n vijf jaren geleden een geheim psychologisch rapport door Walter C. Langer uit 1943 heb ik uren en uren de onafzienbare lijst met beweringen bekeken en dan was het nog maar deel I, en mij verwonderd hoe goed hij alles toch wist. Toen al in den verre maar hij had ook de formidabele Havardlibrary achter zich. Het lijkt wel of je met de psychoanalyse altijd wel kunt verklaren. Jean-Paul Sartre haatte dit en heeft een geleerde vrouw eens een peremptoire sneer gegeven.
Molengraaf heeft Plato vertaald. Ik vermoedde al dat hij homo is en daarom juist zijn geluk niet opkan met de warme breedborstige. Toch houd ik de vertaler voor een knap vakman zo een groot werk te kunnen aanpakken. Ikzelf studeerde in de Franse editie van Gallimard door een zekere Robin. Maar ik moest natuurlijk allerstrikte keuzen maken. Van deze laatste leerde ik dat de helft van de dialogen onaf zijn in de zin van een voltooid of afgerond denken. Heel wat anders dan de voorgaande geleerden.
Dan zijn er de negen jaren dat Wildschut Heidegger vertaald heeft. Diens boek heb ik weliswaar nimmer gelezen doch van Heidegger erover gelezen iets meer maar dan toch weer weinig. Het is altijd wat te ver van mijn bed geweest. Uiteraard is het moderne universiteits-stof ook ondanks de afgelopen Marxistische periode met dwingelandij: toen de al bejaarde Gadamer in 1979 te Amsterdam sprak over Heidegger (eerst na Hölderlin) zaten met hun rug den spreker toegekeerd de domme studentjes obstructiverwijze te murmelen. Wat anders bij de opening van een fototentoonstelling in het Maagdenhuis over het huiselijke leven van Heidegger waarbij ik de knappe Safranski nog heb gezien.
Met deze bescheiden kennis heb ik niettemin ontzag voor ‘n Heidegger gehad als ook voor ’n Kant en ‘n Hegel. Het zijn de profeten van de Westerse beschaving. De EU zou moeten betreuen wat goed is. Daarom vind ik het onterecht grote geleerden vast te pinnen op een minder saillant citaat zoals de venijnige critici plachten te doen. Ik zal altijd eerbiedig blijven ook al zijn ze frech als de Frankfurters.
Opeens kreeg ook ik een helder idee: zou er een bestand zijn van Heideggers werk? En warempel, ik vind zelfs een serie bandopnamen, slechte bandrecorderkwaliteit weliswaar maar met de stem van Heidegger helemaal! Dat hebben wij toch niet van Plato en Freud? Een gedeelte heb ik al beluisterd. Ik voel me gelukkig dit te mogen meemaken.
De studietijd met zoveel intensief aangepakte keuzen uit de hoge literatuur en schone letterkunde heeft mij een grote voldoening gegeven waarop ik terugkijk met Heimweh dat het voorbij is. De liefde zal altijd blijven.
Jos Heitmann
AMSTERDAM, 18 XI 2008
Er zijn er die van aanpakken weten:
voor Freud, Plato en Heidegger.
Dat er zulke doorzetters zijn. Er is een geweest die ‘n leven lang gewerkt te hebben aan een proefschrift op z’n ziekbed heeft mogen promoveren (knipsel nog bewaard). Dan kan natuurlijk zijn academische titel mooi en sierlijk in het overlijdensbericht worden opgenomen.
De Freudvertaler W. Oranje heeft 14 jaar gewerkt. Ik hoorde dat hij, niemand zal het hem euvel duiden, een enkel woordje onjuist heeft begrepen en na het verkrijgen van een vonk de index moest omwerken. Nooit vergeet ik vanwege de 19e eeuwse drukcijfers een 5 met een 3 te hebben verwisseld waardoor ik weken lang op verkeerde bladzijden heb gelezen.
Ikzelf heb de originele Traumdeutung gelezen en geraakte onder de indruk van des man’s integriteit hetgeen van zijn navolgers niet gezegd kan worden. De latere Frankfurter Schule heeft de psychoanalyse gebruikt als een politiek wapen: de psychoanalyse moet alleen al een formidabele aantrekkingskracht hebben en importantie verschaffen. Horkheimer echter sloeg de plank mis met zijn Wagnermening. Toen gepubliceerd werd zo’n vijf jaren geleden een geheim psychologisch rapport door Walter C. Langer uit 1943 heb ik uren en uren de onafzienbare lijst met beweringen bekeken en dan was het nog maar deel I, en mij verwonderd hoe goed hij alles toch wist. Toen al in den verre maar hij had ook de formidabele Havardlibrary achter zich. Het lijkt wel of je met de psychoanalyse altijd wel kunt verklaren. Jean-Paul Sartre haatte dit en heeft een geleerde vrouw eens een peremptoire sneer gegeven.
Molengraaf heeft Plato vertaald. Ik vermoedde al dat hij homo is en daarom juist zijn geluk niet opkan met de warme breedborstige. Toch houd ik de vertaler voor een knap vakman zo een groot werk te kunnen aanpakken. Ikzelf studeerde in de Franse editie van Gallimard door een zekere Robin. Maar ik moest natuurlijk allerstrikte keuzen maken. Van deze laatste leerde ik dat de helft van de dialogen onaf zijn in de zin van een voltooid of afgerond denken. Heel wat anders dan de voorgaande geleerden.
Dan zijn er de negen jaren dat Wildschut Heidegger vertaald heeft. Diens boek heb ik weliswaar nimmer gelezen doch van Heidegger erover gelezen iets meer maar dan toch weer weinig. Het is altijd wat te ver van mijn bed geweest. Uiteraard is het moderne universiteits-stof ook ondanks de afgelopen Marxistische periode met dwingelandij: toen de al bejaarde Gadamer in 1979 te Amsterdam sprak over Heidegger (eerst na Hölderlin) zaten met hun rug den spreker toegekeerd de domme studentjes obstructiverwijze te murmelen. Wat anders bij de opening van een fototentoonstelling in het Maagdenhuis over het huiselijke leven van Heidegger waarbij ik de knappe Safranski nog heb gezien.
Met deze bescheiden kennis heb ik niettemin ontzag voor ‘n Heidegger gehad als ook voor ’n Kant en ‘n Hegel. Het zijn de profeten van de Westerse beschaving. De EU zou moeten betreuen wat goed is. Daarom vind ik het onterecht grote geleerden vast te pinnen op een minder saillant citaat zoals de venijnige critici plachten te doen. Ik zal altijd eerbiedig blijven ook al zijn ze frech als de Frankfurters.
Opeens kreeg ook ik een helder idee: zou er een bestand zijn van Heideggers werk? En warempel, ik vind zelfs een serie bandopnamen, slechte bandrecorderkwaliteit weliswaar maar met de stem van Heidegger helemaal! Dat hebben wij toch niet van Plato en Freud? Een gedeelte heb ik al beluisterd. Ik voel me gelukkig dit te mogen meemaken.
De studietijd met zoveel intensief aangepakte keuzen uit de hoge literatuur en schone letterkunde heeft mij een grote voldoening gegeven waarop ik terugkijk met Heimweh dat het voorbij is. De liefde zal altijd blijven.
Jos Heitmann
AMSTERDAM, 18 XI 2008
De financiële Crisis in de Bankwereld, dure Verzekeringsmaatschappijen, Den Uyl en Verolme alsmede Dagobert Duck
Hyves Vrijheid van Mening 29 sep 2008, 09:31
Ik had het nooit gedacht de financiële wereld zó te kunnen zien scheuren en instorten gelijk ik zeker drie dagen in november 1989 evenmin kon geloven dat de Muur echt voorgoed doorbroken is. Er werd in den Lande tijdens de socialistische regering in de 70er v.e. vaak gesproken over nationalisatie van het (vervloekte maar onontbeerlijke) Verzekeringswezen maar men gaf wel toe dat het politiekerwijs om de vrije economie niet haalbaar is. Toen al waren de premies lekker hoog (voornamelijk doorberekende kostenposten) en de (ten grondslag liggende) rentevoet lekker laag met als tegenargument de veiligheid van de Verzekerings-Maatschappij.
Den Uyl heeft als ex-calvinist nog zakken geld in de noodlijdende Verolme Scheepsbouw gestort, de calvinist Verolme was allang dood en lag in een praalgraf van zijn immense rijkdom. Toen eindelijk het inzicht verkregen werd dat voortzetting in Europees verband niet mogelijk is, verklaarde Den Uyl dat toch maar bedrijven failliet moesten kunnen gaan. Met andere woorden, kreupelen moeten toch eens dood.
Anders dan nu, Banken en Verzekeringsmaatschappijen dienen een hogerdimensionaal belang dan 'n Scheepsbouwwerf, de gehele landseconomie is er mee verweven. Ondenkbaar dat een bank de deuren sluit en je rekening courant alsmede je spaargeld niet meer toegankelijk zijn...
Over de Verenigde Staten behoeven wij ons geen zorg te maken het land te zien ondergaan. Als ze nu al $800 miljard kunnen vrijmaken voor overneming van hachelijke leningen, is er zoveel geld in de kelder als van Dagobert Duck: toen Donald verwonderend wees naar de kale bodem, een opgebruikte muntenmassa voor de vervaardiging van prachtige standbeelden, greep Dagobert naar de schakelaar en de betonnen bodem zoemde omhoog, te aanschouwen een immense muntenmassa van ongekende diepte.
Wie had echter gedacht dat dit geleend geld is?
Ik had het nooit gedacht de financiële wereld zó te kunnen zien scheuren en instorten gelijk ik zeker drie dagen in november 1989 evenmin kon geloven dat de Muur echt voorgoed doorbroken is. Er werd in den Lande tijdens de socialistische regering in de 70er v.e. vaak gesproken over nationalisatie van het (vervloekte maar onontbeerlijke) Verzekeringswezen maar men gaf wel toe dat het politiekerwijs om de vrije economie niet haalbaar is. Toen al waren de premies lekker hoog (voornamelijk doorberekende kostenposten) en de (ten grondslag liggende) rentevoet lekker laag met als tegenargument de veiligheid van de Verzekerings-Maatschappij.
Den Uyl heeft als ex-calvinist nog zakken geld in de noodlijdende Verolme Scheepsbouw gestort, de calvinist Verolme was allang dood en lag in een praalgraf van zijn immense rijkdom. Toen eindelijk het inzicht verkregen werd dat voortzetting in Europees verband niet mogelijk is, verklaarde Den Uyl dat toch maar bedrijven failliet moesten kunnen gaan. Met andere woorden, kreupelen moeten toch eens dood.
Anders dan nu, Banken en Verzekeringsmaatschappijen dienen een hogerdimensionaal belang dan 'n Scheepsbouwwerf, de gehele landseconomie is er mee verweven. Ondenkbaar dat een bank de deuren sluit en je rekening courant alsmede je spaargeld niet meer toegankelijk zijn...
Over de Verenigde Staten behoeven wij ons geen zorg te maken het land te zien ondergaan. Als ze nu al $800 miljard kunnen vrijmaken voor overneming van hachelijke leningen, is er zoveel geld in de kelder als van Dagobert Duck: toen Donald verwonderend wees naar de kale bodem, een opgebruikte muntenmassa voor de vervaardiging van prachtige standbeelden, greep Dagobert naar de schakelaar en de betonnen bodem zoemde omhoog, te aanschouwen een immense muntenmassa van ongekende diepte.
Wie had echter gedacht dat dit geleend geld is?
De Albatros van Baudelaire en de Vrijheid van Meningsuiting
Hyves Vrijheid van Mening29 jun 2008, 09:22
L'Albatros
Souvent, pour s'amuser, les hommes d'équipage
Prennent des albatros, vastes oiseaux des mers,
Qui suivent, indolents compagnons de voyage,
Le navire glissant sur les gouffres amers.
À peine les ont-ils déposés sur les planches,
Que ces rois de l'azur, maladroits et honteux,
Laissent piteusement leurs grandes ailes blanches
Comme des avirons traîner à côté d'eux.
Ce voyageur ailé, comme il est gauche et veule!
Lui, naguère si beau, qu'il est comique et laid!
L'un agace son bec avec un brûle-gueule,
L'autre mime, en boitant, l'infirme qui volait!
Le Poète est semblable au prince des nuées
Qui hante la tempête et se rit de l'archer;
Exilé sur le sol au milieu des huées,
Ses ailes de géant l'empêchent de marcher.
— Charles Baudelaire
Een weerloos beest, doodslaan voor de lol. Zoals de zeelieden met de dodo eveneens hebben verricht. Ik bestudeerde Baudelaire uit de Pléïade-editie waarbij de deskundige toelichting de schrijver net zo te zien worden behandeld door de wrede maatschappij. Ze loeren totdat er wat komt om hem daarna te pakken. Zo is maar net met de Vrijheid van Meningsuiting: ook hier loeren de vijanden om de schrijver te kunnen denunciëren, ze wachten de kans af, jaloezie. Misselijk zo een inquisitoire mentaliteit, wat gaat onder het mom van democratie.
L'Albatros
Souvent, pour s'amuser, les hommes d'équipage
Prennent des albatros, vastes oiseaux des mers,
Qui suivent, indolents compagnons de voyage,
Le navire glissant sur les gouffres amers.
À peine les ont-ils déposés sur les planches,
Que ces rois de l'azur, maladroits et honteux,
Laissent piteusement leurs grandes ailes blanches
Comme des avirons traîner à côté d'eux.
Ce voyageur ailé, comme il est gauche et veule!
Lui, naguère si beau, qu'il est comique et laid!
L'un agace son bec avec un brûle-gueule,
L'autre mime, en boitant, l'infirme qui volait!
Le Poète est semblable au prince des nuées
Qui hante la tempête et se rit de l'archer;
Exilé sur le sol au milieu des huées,
Ses ailes de géant l'empêchent de marcher.
— Charles Baudelaire
Een weerloos beest, doodslaan voor de lol. Zoals de zeelieden met de dodo eveneens hebben verricht. Ik bestudeerde Baudelaire uit de Pléïade-editie waarbij de deskundige toelichting de schrijver net zo te zien worden behandeld door de wrede maatschappij. Ze loeren totdat er wat komt om hem daarna te pakken. Zo is maar net met de Vrijheid van Meningsuiting: ook hier loeren de vijanden om de schrijver te kunnen denunciëren, ze wachten de kans af, jaloezie. Misselijk zo een inquisitoire mentaliteit, wat gaat onder het mom van democratie.
Eduard X Y is dood
Hyves Vrijheid van Mening 22 sep 2009, 08:59
Eduard is dood, hij is zaterdag 19 september te München overleden met 80 jaar.
Hij was de man die het misdaadprogramma Akten Zeichen X Y Ungelöst maakte, het programma was zowat van hem, iets wat meer voorkomt, denk aan Werner Höfer met Der internationale Frühschoppen, Bernard Pivot met zijn Apostrophes en Walter Cronkite met zijn gezaghebbende mening.
Altijd die innerlijke rust die van hem uitstraalt deed mijn bewondering voor hem houden. Bij vreselijke incidenten toont hij een beheerste verontwaardiging.
Hoe stijfjes was toentertijd de Nederlandse variant Opsporing Verzocht. Alleen maar praten voor de camera, te saai voor woorden. XY vervaardigde korte films hoe een misdaad zich heeft voltrokken, het begon altijd mysterieus als de criminele voorbereidingen werden uiteengezet, spannende muziek, wat zal er komen? OV was tegenstander van het vertonen dergelijker films, ik vóór want als na jaren er toch een zaak is opgelost en een stukje van de film wordt hertoont, herkende ik nog alle beelden! Daar zijn ze voor bedoeld, inprenting geheugen!
Ik kreeg eens schriftelijk antwoord. Hij ondertekende met de titel Kriminaldirektor, deutscher könne es nicht!
Eduard is dood, hij is zaterdag 19 september te München overleden met 80 jaar.
Hij was de man die het misdaadprogramma Akten Zeichen X Y Ungelöst maakte, het programma was zowat van hem, iets wat meer voorkomt, denk aan Werner Höfer met Der internationale Frühschoppen, Bernard Pivot met zijn Apostrophes en Walter Cronkite met zijn gezaghebbende mening.
Altijd die innerlijke rust die van hem uitstraalt deed mijn bewondering voor hem houden. Bij vreselijke incidenten toont hij een beheerste verontwaardiging.
Hoe stijfjes was toentertijd de Nederlandse variant Opsporing Verzocht. Alleen maar praten voor de camera, te saai voor woorden. XY vervaardigde korte films hoe een misdaad zich heeft voltrokken, het begon altijd mysterieus als de criminele voorbereidingen werden uiteengezet, spannende muziek, wat zal er komen? OV was tegenstander van het vertonen dergelijker films, ik vóór want als na jaren er toch een zaak is opgelost en een stukje van de film wordt hertoont, herkende ik nog alle beelden! Daar zijn ze voor bedoeld, inprenting geheugen!
Ik kreeg eens schriftelijk antwoord. Hij ondertekende met de titel Kriminaldirektor, deutscher könne es nicht!
Bartók leerde ik kennen op de Jeugdconcerten vanaf 1956
Hyves Vrijheid van Mening 18 aug 2009, 20:26
Bartók leerde ik kennen op de Jeugdconcerten, speciaal op de woensdagmiddag gehouden om de intelligente middelbare schooljeugd de liefde voor de muziek bij te brengen.
Nu was dit eigenlijk voor mijn eliteschool (pdf) minder van toepassing aangezien er onnoemelijk veel jongens al een muzikale scholing genoten hadden waarmede waarlijk een heus schoolorkest geformeerd kon worden! Benevens een schoolkoor waarvan 'n opname eens door de VARA werd uitgezonden, de toen nog in de zuilenmaatschappij fervent socialistische omroep, welke aankondiging op school niet zonder hilariteit werd ontvangen.
Zitten in de zaal van het concertgebouw is schier een voorrecht. Wij lazen de namen van de componisten en wisten nog niet dat die van Gustaaf Mahler en Felix Mendelssohn in de Oorlog- en Bezettingstijd zijn overgeschilderd geworden. Maar het meest moesten wij jongens grinniken om de zeventiende-eeuwer Lully.
Het podium stond vol met instrumenten: naast die van het symfonieorkest, waarvan ik op de lagere school tijdens muziekles (mijn cahier bezit ik nog!) al een uitleg had gekregen, een vleugel en een celesta. Extra slagwerk als de xylofoon.
Scherp toeziend viel het mij op dat sommige musici meerdere blaasinstrumenten bespeelden en er derhalve een naast hun stoel hadden geparkeerd. Ik vond dit zo merkwaardig dat ik een vriendje met kennis van het pianospel vroeg of dit de componist wel zo heeft bedoeld maar daarop wist hij ook geen antwoord.
Dan komen de momenten van tutti en vooral de grote trom. Dan konden wij onze lach werkelijk niet meer houden en werden wij uitgelaten.
Muziek voor Snaarinstrumenten, Slagwerk en Celesta (1936/7) is sedertdien in mijn herinnering gebleven met de merkwaardige aantekening dat ik het grotendeels nooit mooi gevonden heb. Neem nu het begin, een donkere ruimte tussen oude huizen alwaar de zwerfkatten zich verzamelen en gezamenlijk een oorsnerpend gejank beoefenen. Deze smart vinden we vaak terug bij de meester, het is zijn intiemste uiting van droeve gevoelens. Het geschenk dat hij ons geeft zijn toch altijd weer die ouderwets melodieuze klanken die geschikt zijn om mee te neuriën, althans te beluisteren met intense aandacht voor een genot.
De combinatie van het afgrijselijke en het hemelse heeft wel een psychische oorzaak. Ik vraag mij af of de man wel een uitgebalanceerd karakter heeft gehad en of hij misschien niet schizo was. Volgens de beschikbare informatie heeft hij een santenkraam aan motieven beheerd waaruit hij kan putten voor het vervaardigen van nieuwe composities. Iedere intellectueel, componist of literator maakt een ontwikkeling door, wat in een encyclopedische beschrijving wordt opgenomen doch dan moet er wel een rode draad zijn dat het wezenskenmerkende van het genie laat zien, niet zonder te beseffen dat het genie 'n ongrijpbaar fenomeen is. Gezien zijn talent komt er altijd wel iets interessants uit, dat ook de kritiek van de tijd kan doorstaan.
En die is er heus wel geweest. Achteraf zou men nog denken dat de mening over een première altijd foutief is aangezien in de loop der tijd het werk wel geaccepteerd zal worden, denk aan het luidkeelse protest na de Sacre van toehoorders die zich belazerd gevoelden... Een Amerikaanse musicus zei eens in een interview dat een muzikaal werk zijn tijd nodig heeft aanvaard te worden. Kan zijn maar dat zal mij toch nimmer gelukken met 'n Schönberg en 'n Berg hoor.
Bartók werd in de 30er niet gewaardeerd door het Duitse muziekleven. Ik heb gelezen bij een contemporain zijn verhaal dat deze 'n dirigent vroeg of je nu wel de musici kan beoordelen op hun correcte manier van vertolken, nader verklaard (mijn excuus bij voorbaat) of ze echt niet valsspelen? Hij preciseerde dit zo om een reactie uit te lokken. De dirigent antwoordde op een ongelofelijk ondiplomatieke manier dat inderdaad een couac niet door het publiek als zodanig ervaren zal worden, hiermede blijk gevend de componist zelf evenmin te waarderen!
Gistermiddag hoorde ik dus een van de laatste werken, met een zo gewoon mogelijke titel als Concert voor Orkest (1943). Ook hier herken ik heerlijke motieven maar krijg ik kippenvel van schrille klanken. Voor een toehoorder is de ritmiek nauwelijks te analyseren. Maar het geheel is wel degelijk een muzikaal werk, ik zou hem een geniaal warhoofd durven noemen.
Jos Heitmann
AMSTERDAM, 17 VIII 2009
Bartók leerde ik kennen op de Jeugdconcerten, speciaal op de woensdagmiddag gehouden om de intelligente middelbare schooljeugd de liefde voor de muziek bij te brengen.
Nu was dit eigenlijk voor mijn eliteschool (pdf) minder van toepassing aangezien er onnoemelijk veel jongens al een muzikale scholing genoten hadden waarmede waarlijk een heus schoolorkest geformeerd kon worden! Benevens een schoolkoor waarvan 'n opname eens door de VARA werd uitgezonden, de toen nog in de zuilenmaatschappij fervent socialistische omroep, welke aankondiging op school niet zonder hilariteit werd ontvangen.
Zitten in de zaal van het concertgebouw is schier een voorrecht. Wij lazen de namen van de componisten en wisten nog niet dat die van Gustaaf Mahler en Felix Mendelssohn in de Oorlog- en Bezettingstijd zijn overgeschilderd geworden. Maar het meest moesten wij jongens grinniken om de zeventiende-eeuwer Lully.
Het podium stond vol met instrumenten: naast die van het symfonieorkest, waarvan ik op de lagere school tijdens muziekles (mijn cahier bezit ik nog!) al een uitleg had gekregen, een vleugel en een celesta. Extra slagwerk als de xylofoon.
Scherp toeziend viel het mij op dat sommige musici meerdere blaasinstrumenten bespeelden en er derhalve een naast hun stoel hadden geparkeerd. Ik vond dit zo merkwaardig dat ik een vriendje met kennis van het pianospel vroeg of dit de componist wel zo heeft bedoeld maar daarop wist hij ook geen antwoord.
Dan komen de momenten van tutti en vooral de grote trom. Dan konden wij onze lach werkelijk niet meer houden en werden wij uitgelaten.
Muziek voor Snaarinstrumenten, Slagwerk en Celesta (1936/7) is sedertdien in mijn herinnering gebleven met de merkwaardige aantekening dat ik het grotendeels nooit mooi gevonden heb. Neem nu het begin, een donkere ruimte tussen oude huizen alwaar de zwerfkatten zich verzamelen en gezamenlijk een oorsnerpend gejank beoefenen. Deze smart vinden we vaak terug bij de meester, het is zijn intiemste uiting van droeve gevoelens. Het geschenk dat hij ons geeft zijn toch altijd weer die ouderwets melodieuze klanken die geschikt zijn om mee te neuriën, althans te beluisteren met intense aandacht voor een genot.
De combinatie van het afgrijselijke en het hemelse heeft wel een psychische oorzaak. Ik vraag mij af of de man wel een uitgebalanceerd karakter heeft gehad en of hij misschien niet schizo was. Volgens de beschikbare informatie heeft hij een santenkraam aan motieven beheerd waaruit hij kan putten voor het vervaardigen van nieuwe composities. Iedere intellectueel, componist of literator maakt een ontwikkeling door, wat in een encyclopedische beschrijving wordt opgenomen doch dan moet er wel een rode draad zijn dat het wezenskenmerkende van het genie laat zien, niet zonder te beseffen dat het genie 'n ongrijpbaar fenomeen is. Gezien zijn talent komt er altijd wel iets interessants uit, dat ook de kritiek van de tijd kan doorstaan.
En die is er heus wel geweest. Achteraf zou men nog denken dat de mening over een première altijd foutief is aangezien in de loop der tijd het werk wel geaccepteerd zal worden, denk aan het luidkeelse protest na de Sacre van toehoorders die zich belazerd gevoelden... Een Amerikaanse musicus zei eens in een interview dat een muzikaal werk zijn tijd nodig heeft aanvaard te worden. Kan zijn maar dat zal mij toch nimmer gelukken met 'n Schönberg en 'n Berg hoor.
Bartók werd in de 30er niet gewaardeerd door het Duitse muziekleven. Ik heb gelezen bij een contemporain zijn verhaal dat deze 'n dirigent vroeg of je nu wel de musici kan beoordelen op hun correcte manier van vertolken, nader verklaard (mijn excuus bij voorbaat) of ze echt niet valsspelen? Hij preciseerde dit zo om een reactie uit te lokken. De dirigent antwoordde op een ongelofelijk ondiplomatieke manier dat inderdaad een couac niet door het publiek als zodanig ervaren zal worden, hiermede blijk gevend de componist zelf evenmin te waarderen!
Gistermiddag hoorde ik dus een van de laatste werken, met een zo gewoon mogelijke titel als Concert voor Orkest (1943). Ook hier herken ik heerlijke motieven maar krijg ik kippenvel van schrille klanken. Voor een toehoorder is de ritmiek nauwelijks te analyseren. Maar het geheel is wel degelijk een muzikaal werk, ik zou hem een geniaal warhoofd durven noemen.
Jos Heitmann
AMSTERDAM, 17 VIII 2009
Bach - Meine Große Liebe
Hyves Vrijheid van Mening 24 jul 2009, 22:41
Bach, meine große Liebe
door
Jos Heitmann
AMSTERDAM, 24 VII 2009
Zo begin ik naar Karl Böhm met zijn emotioneel pleidooi voor het genie Mozart op de inleidende gesproken LP van het jubileum Symfonie-Cassette uit 1969. Je moet die woorden zij het dan met de naam Mozart uitspreken om al onmiddellijk zijn heilige bewondering voor de componist in de aderen te doorvoelen. Kan dit met Bach ook?
Bach staat weliswaar verder af maar is ons door en door vertrouwd. Tot Mendelssohn was de muziek van Bach onbekend zoals zovele componisten na hun overlijden niet meer nodig waren. Er geldt immers broodnijd onder componisten de eigen werken ten gehore te brengen, hetgeen nu nog het gevolg is met de totaal vergeten Hollandse meesters als Jacob Obrecht, Jan Pieterszoon Sweelinck (formidabel œuvre) en Michael Praetorius.
Daarenboven was het muziekminnend publiek geenszins geïnteresseerd in oude koek.
En toch is er kritiek geweest. Ik hoorde in een interview de controversiële Duitse professor Ernst Nolte (Historikerstreit, juni 1986) duidelijk stellen dat Bach niet slechts door Mendelssohn doch door de Duitse protestanten op de voorgrond is geschoven ter wille van de bevordering der godsvrucht in een tijd dat de Bijbelse kritiek begon door te breken en de grondslagen van het geloof ter discussie werden gesteld. Na wat intermezzi van Bach gehoord te hebben, zei de prof: “Luister nu eens naar dit…”, en wij kregen de jubelende, juichende en extatische blazersklanken van ’n Monteverdi te horen. Maar dit is katholieke muziek uit de zuidelijke landen die de zwaarmoedigheid van het protestantisme in het geheel niet kent.
Bachs einde is niet leuk. Hij kreeg de idee de bladmuziek te graveren op koperplaten wat zijn gezondheid geen goed heeft gedaan. De man werd slechtziend en liet zich opereren waardoor hij blind werd. Ja, wat dan? Doorwerken was een noodzaak omdat oudedagspensioen nog niet bestond, wel toelagen van een vorst maar daarvoor kwam Bach niet in aanmerking in zijn betrekking bij een kerk. Je was dus verplicht te sterven in het harnas.
Een meer dan vierdaagse ondernam Bach met zijn zoon naar Lübeck om Dietrich Buxtehude te horen spelen. Ik denk dat Bach hier de zelfstandige partij van de pedaal heeft doorvorst.
Dit nu is wat mij als jongeman is opgevallen zonder dat ik muziektechnisch geschoold ben: de strengeling van handen en voeten tot een multi-klank. Nu was de muziekweergave van oude Erres radio (1932) lang niet zo duidelijk om partijen te kunnen onderscheiden maar mijn liefde voor de muziek deed mij aandachtig luisteren. Ik neuriede, zong of floot mee, had al direct de Barokke tierelantijntjes onder de knie. Ik heb nooit kunnen nagaan hoeveel motieven wel in het menselijk geheugen liggen opgeslagen. Bij Bach ben je aan een goed adres tot ver na de incipit mee te kunnen zingen met het verloop van de melodie. Ik kan dus stellen dat Bach mijn pubertijd heeft bepaald.
Een klasgenoot heeft pianoles gehad, gaf met een verlegen glimlach te kennen dat hij volleerd was. Ik wil het graag geloven. Toen ik in zijn familie de pianist Arthur Rubinstein te berde bracht, een vertolker die ik verdenk van chronische j.-bluf, werd ik door zijn oudere broer, geschiedenisleraar, gekat niet te mogen spreken over zaken waar ik niets van afwist. Erg chicaneus, moet ik zeggen, mag een leek dan niet een muzikaal onderwerp aansnijden? De muziektechniek zal ik niet zo gauw aan de orde stellen maar van Bach leer je de techniek of je wilt of niet. Zonder dat ik het juiste woord wist kon ik al de cantus firmus aanvoelen als een compositietechniek als ook de handen- en pedalen partijen voorheen. Mijn vroegere vriendin Irene, zelf pianist en zangeres met voltooide conservatoriumopleiding, heeft mij nimmer verwijten gemaakt over mijn mogelijke incompetentie maar hebben wij wel altijd heerlijk over muziek gesproken. Het is haar beroep en het maakt mijn levensliefde. Ook voelde ik de dragende melodie als in de Matthäus alwaar de koorpartijen elk een deel voor hun rekening nemen terwijl je als toehoorder een vaste lijn volgt. In alle muziek heeft Bach dit principe gevolgd. Dit oratorium, waar ik als jongen geen genoeg van kon krijgen en minstens een lijdensweek lang alle beschikbare zenders herhaaldelijk afzocht, zit vol met voornoemd principe, zodat ik als amateur dan weer de Klavierauszug kocht om de partijen als autodidact goed te kunnen analyseren. Alleen spijtig dat hierin de baspartij een globale samenvatting is van de orkestinstrumenten gezamenlijk.
De Brandenburgse concerten waren een genot. Platen had ik toen nog niet, die schoolvriend wel. Daar zette hij enkele delen op en wij luisterden in stilte. Ik moet zeggen dat deze werken wel tot de meest populaire behoren en niet gelovigen in het christendom zonder meer boeien. Want het Oratorium is protestants en een ongelovig mens denkt altijd wat hij daar nu wel te zoeken heeft… Rudy Kousbroek heeft wel zijn aanwezigheid gerechtvaardigd maar zijn motivering ben ik vergeten. Zou je de woorden moeten verdoezelen en louter de muziekklanken in je opnemen gelijk je ook bij Wagner kan doen? Ik heb veel van de Wagnerteksten grondig bestudeerd maar dat verwacht je niet direct van een ander. En dan nog, hoor je de oneindige klanken dan vergeet je de tekst vroeg of iets later toch wel en wordt je meegesleurd met de stroom. Zo luister ik naar de zaterdagavondse opera, zonder een tekst voorhanden te hebben en louter de tonen in mij op te nemen. Niet altijd meer lees ik de inhoud in mijn dtv-Handbuch.
Voornoemde concerten heb ik nog als plaat waar deze opgenomen zijn met oude instrumenten. Ik geloof niet dat dit veel bijdraagt tot een beter genieten dan met de geperfectioneerde apparaten van nu. Darmsnaren zijn niet gek, het is een fluwelige klank die op je afkomt, doch de metalen snaren kunnen ook een warm geluid voortbrengen.
We gaan terug naar een Bach-jaar in maart 1985.
Enthousiast was ik door de prachtige deskundigheid waarmee de kijker wordt overspoeld en dan even de vergelijking met een Brederode-herdenking in Amsterdam waar de krakkemikkigheid vanaf straalt, een deutsche Gründlichkeit zoals het betaamt. Woordvoerder was de beminnelijke August Everding, de vermaarde intendant van de Bayrische Opera. Er speelde Musica Antiqua Kln (1973) onder de bezielende leiding van Reinhard Goebel. Deze heeft de ambitie de vertolking van Bach te ontdoen van de 19e eeuwse klef maar voor hem zijn originele instrumenten niet zozeer nodig, als ook Ton Koopman die veel aanslagfouten maakte. Opmerkelijk dat de vorst te Brandenburg zeker geen keurvorst was doch niet meer dan Markgraaf, als dit al niet mooi genoeg is! Ik die in Von Ranke heb gestudeerd moet dit weten. Bachs bezoek aan Sans Souci wordt vermeld, dat de populariteit genietende Johan Christian wel zijn vader begroette met “Der alte Bach” zonder zijn bevoorrechte positie te willen afstaan. Ook hier een reden temeer dat Bach vergeten werd, ondanks zijn Musikalisches Opfer. Een acteur die de rol van Frederik speelt komt in de annalen, hij met Bach niet aangezien deze daarenboven een Oostduits acteur was die na afloop netjes naar zijn land terugkeerde.
De luisteraar kon niet lang hierna een lezing volgen van een Duitse professor die het beroemde orgelstuk beginnend met de triool scherpzinnig analyseerde. Zijn conclusie is dat het niet van de hand van Bach kan zijn omdat niets voldoet aan de stijl en vormgeving anderer zijnen werken. Verondersteld wordt dat een leerling het vervaardigd heeft. Waarom wij dan toch altijd dit magistrale werk als van Bach krijgen voorgeschoteld is mij dan onklaar, echter zal niemand ervoor weglopen.
Ik hoorde in maart 1998 dat Bach woonachtig geweest is in Eisenach, Ohrdruf, Arnstadt, Mühlhausen, Weimar en Erfurt. De stad Leipzig zelf wordt niet vermeld.
Vervolgens de Bach-dag 28 VII 2000 met een uitvoering van de Hohe Messe en vooraf het Spiritu Sancte Gratia. Het Leipziger Gewandthauschor en een Londons koor met een orkest van de 18e eeuw. Men wist tussen de bedrijven door een reformatorisch theoloog met de naam Schöne in een functie van Bischof aan het woord te laten aangaande het motet Jesu meine Freude. Van deze compositie heb ik een uitvoerige analyse gekopieerd waarin de veelsoortigheid aan techniek wordt beschreven als ook de kerktoonaarden die erin verwerkt zitten. Doch staat in de tekst dat “De poorten van de hel het geloof niet zullen doen wankelen” en “Weg Satan, geef mij Jezus”, wat de Bischof met een azijngezicht interpreteert als de roomskatholieke kerk! Dat nu nog papenvreters actief zijn, wat betekent dat nu nog Bach gebruikt wordt als ondersteuning van en propaganda voor het protestantse geloof. Ik ben lange tijd bezig geweest het adres van die man op te sporen maar moest mijn zoektocht staken. Wat zou ik immers hebben kunnen bereiken bij zo een fossiele die-hard?
Op 19 III 2009 gaf Kees van Houten te St.-Oedenrode een lezing over de “Kruisvorm van de Matthäus”. Ik hoefde niet af te reizen aangezien ik zijn interview al tien jaren eerder gevolgd heb op de geweldige Klara! Dit geschiedde in twee delen, 27 III en 3 IV 1999 naar aanleiding van het verschijnen van zijn boek. Vergelijk je diverse uitvoeringen van het oratorium van verschillende lengte dan nog is de verhouding van de lengte van het eerste deel tot de lengte van het tweede deel een constante. Het kruispunt zelf is de allerdiepste kern van het werk en de filosofie van de meester: Ieder mens is een zondaar en loochent als Petrus. Wat ook weer de somberheid van het protestantse geloof illustreert. Van Houten haalt verschrikkelijk veel overhoop dat mij doet denken aan ene Theodore van Houten die in 1976 een interpretatie van Elgars Enigma publiceerde waarvan je het gezochte om resultaat te verkrijgen, wel Hineininterpretation genoemd, duidelijk aanvoelt. Dit nu denk ik in het geheel niet van Hans Westgeest wiens boek uit 2007 ik ten zeerste bewonder doch hem moest schrijven of de Elgar Society zijn visie ooit wel zal accepteren van een continentaal?
Uithoudingsvermogen heb je nodig een Bach-Tiendaagse op de BBC classic te volgen. Maar dan ook dag en nacht! De periode was 16 XII tot 24 XII 2005, waarin alle werken van de meester werden uitgestraald. En ik maar luisteren. Ik ben er somber van geworden als je de onbekende cantates aanhoort. Op een nacht schier recitatieve zang met “Mein Jesus, mein Jesus” waarbij je onwillekeurig denkt of er iemand niet goed geworden is en kermend om een geneesheer roept. Maar de gedachte alleen al doet de geniale meester onrecht en geeft blijk van oneerbiedigheid wat niet mag! En een wederkerende sopraan met een staalharde doch loepzuivere stem, ik zoek haar naam niet eens op. Moest Bach nu altijd maar Jesus-minded zijn om zijn brood te verdienen? Was hij echt wel een protestant ondanks de vervaardiging van Latijnse missen? Heeft hij zich niet gewoon laten gebruiken door zijn opdrachtgever?
Het donkere en sombere straalde er tien dagen van af, zo een intensiteit heb ik nog nooit gevoeld. En toch… zag ik eens een documentaire op de Duitse TV waarin zijn Huwelijkscantate werd besproken. Dat paar inleidende noten op de cello, een dans van ongekende vreugde, enthousiasme en geluk, de cellist was er perplex van hoe een zwartkijker als Bach ooit zoiets uitzinnigs heeft kunnen componeren! Toen gevoelde ik al dat Bach niet anders kon omdat de vrijheid zoals wij die nu kennen nog veroverd moest worden.
Bach bestaat heden ten dage nog. Zijn profane muziek is altijd te geven, zijn religieuze bij gelegenheid. De cantate “Alles nur nach Gottes Willen”, BWV 72 hoorde ik nog op 25 januari in de Westerkerk. Max van Egmond schreef een toelichting dat Bach als 41-jarige te Leipzig weliswaar doortrokken was van de leer van Luther maar dat het openingskoor heel calvinistisch aandoet vanwege een dominante octaafsprong met het woord “Alles”. De dienst hierom is duidelijk om belangstelling te kweken voor de protestantse kerk, zoals ik ook omstreeks 1970 veelvuldig diensten in de Westerkerk bijwoonde om toch vooral het Bachorkest en Bachkoor te kunnen horen. Maar protestant ben ik als katholiek van huis en school uit nooit geworden hoewel ik ze niet zal uitlachen. Bach is en blijft dus een protestants eigendom waarvan wij slechts ten dele kunnen genieten maar als gelovige weer meer dan een ander. Zeg ik dit wel goed?
Anders in Japan met een Bach-cultuur die je versteld doet staan. Een koor onder leiding van Masaaki Suzuki dat louter fonetisch zingt en nog goed ook. Niemand daar zal de protestantse theologie terdege kennen en toch flikken ze het Bach uit te voeren! Ver weg van het Duitse Blut und Boden kerngebied sta je zonder historische ballast open voor de ongekende schoonheid van klanken met eeuwigheidswaarde. Geeft dit een idee hoe Bach gaat worden als de dwingende geloofsorganisaties van nu niet meer bestaan?
Bach, meine große Liebe
door
Jos Heitmann
AMSTERDAM, 24 VII 2009
Zo begin ik naar Karl Böhm met zijn emotioneel pleidooi voor het genie Mozart op de inleidende gesproken LP van het jubileum Symfonie-Cassette uit 1969. Je moet die woorden zij het dan met de naam Mozart uitspreken om al onmiddellijk zijn heilige bewondering voor de componist in de aderen te doorvoelen. Kan dit met Bach ook?
Bach staat weliswaar verder af maar is ons door en door vertrouwd. Tot Mendelssohn was de muziek van Bach onbekend zoals zovele componisten na hun overlijden niet meer nodig waren. Er geldt immers broodnijd onder componisten de eigen werken ten gehore te brengen, hetgeen nu nog het gevolg is met de totaal vergeten Hollandse meesters als Jacob Obrecht, Jan Pieterszoon Sweelinck (formidabel œuvre) en Michael Praetorius.
Daarenboven was het muziekminnend publiek geenszins geïnteresseerd in oude koek.
En toch is er kritiek geweest. Ik hoorde in een interview de controversiële Duitse professor Ernst Nolte (Historikerstreit, juni 1986) duidelijk stellen dat Bach niet slechts door Mendelssohn doch door de Duitse protestanten op de voorgrond is geschoven ter wille van de bevordering der godsvrucht in een tijd dat de Bijbelse kritiek begon door te breken en de grondslagen van het geloof ter discussie werden gesteld. Na wat intermezzi van Bach gehoord te hebben, zei de prof: “Luister nu eens naar dit…”, en wij kregen de jubelende, juichende en extatische blazersklanken van ’n Monteverdi te horen. Maar dit is katholieke muziek uit de zuidelijke landen die de zwaarmoedigheid van het protestantisme in het geheel niet kent.
Bachs einde is niet leuk. Hij kreeg de idee de bladmuziek te graveren op koperplaten wat zijn gezondheid geen goed heeft gedaan. De man werd slechtziend en liet zich opereren waardoor hij blind werd. Ja, wat dan? Doorwerken was een noodzaak omdat oudedagspensioen nog niet bestond, wel toelagen van een vorst maar daarvoor kwam Bach niet in aanmerking in zijn betrekking bij een kerk. Je was dus verplicht te sterven in het harnas.
Een meer dan vierdaagse ondernam Bach met zijn zoon naar Lübeck om Dietrich Buxtehude te horen spelen. Ik denk dat Bach hier de zelfstandige partij van de pedaal heeft doorvorst.
Dit nu is wat mij als jongeman is opgevallen zonder dat ik muziektechnisch geschoold ben: de strengeling van handen en voeten tot een multi-klank. Nu was de muziekweergave van oude Erres radio (1932) lang niet zo duidelijk om partijen te kunnen onderscheiden maar mijn liefde voor de muziek deed mij aandachtig luisteren. Ik neuriede, zong of floot mee, had al direct de Barokke tierelantijntjes onder de knie. Ik heb nooit kunnen nagaan hoeveel motieven wel in het menselijk geheugen liggen opgeslagen. Bij Bach ben je aan een goed adres tot ver na de incipit mee te kunnen zingen met het verloop van de melodie. Ik kan dus stellen dat Bach mijn pubertijd heeft bepaald.
Een klasgenoot heeft pianoles gehad, gaf met een verlegen glimlach te kennen dat hij volleerd was. Ik wil het graag geloven. Toen ik in zijn familie de pianist Arthur Rubinstein te berde bracht, een vertolker die ik verdenk van chronische j.-bluf, werd ik door zijn oudere broer, geschiedenisleraar, gekat niet te mogen spreken over zaken waar ik niets van afwist. Erg chicaneus, moet ik zeggen, mag een leek dan niet een muzikaal onderwerp aansnijden? De muziektechniek zal ik niet zo gauw aan de orde stellen maar van Bach leer je de techniek of je wilt of niet. Zonder dat ik het juiste woord wist kon ik al de cantus firmus aanvoelen als een compositietechniek als ook de handen- en pedalen partijen voorheen. Mijn vroegere vriendin Irene, zelf pianist en zangeres met voltooide conservatoriumopleiding, heeft mij nimmer verwijten gemaakt over mijn mogelijke incompetentie maar hebben wij wel altijd heerlijk over muziek gesproken. Het is haar beroep en het maakt mijn levensliefde. Ook voelde ik de dragende melodie als in de Matthäus alwaar de koorpartijen elk een deel voor hun rekening nemen terwijl je als toehoorder een vaste lijn volgt. In alle muziek heeft Bach dit principe gevolgd. Dit oratorium, waar ik als jongen geen genoeg van kon krijgen en minstens een lijdensweek lang alle beschikbare zenders herhaaldelijk afzocht, zit vol met voornoemd principe, zodat ik als amateur dan weer de Klavierauszug kocht om de partijen als autodidact goed te kunnen analyseren. Alleen spijtig dat hierin de baspartij een globale samenvatting is van de orkestinstrumenten gezamenlijk.
De Brandenburgse concerten waren een genot. Platen had ik toen nog niet, die schoolvriend wel. Daar zette hij enkele delen op en wij luisterden in stilte. Ik moet zeggen dat deze werken wel tot de meest populaire behoren en niet gelovigen in het christendom zonder meer boeien. Want het Oratorium is protestants en een ongelovig mens denkt altijd wat hij daar nu wel te zoeken heeft… Rudy Kousbroek heeft wel zijn aanwezigheid gerechtvaardigd maar zijn motivering ben ik vergeten. Zou je de woorden moeten verdoezelen en louter de muziekklanken in je opnemen gelijk je ook bij Wagner kan doen? Ik heb veel van de Wagnerteksten grondig bestudeerd maar dat verwacht je niet direct van een ander. En dan nog, hoor je de oneindige klanken dan vergeet je de tekst vroeg of iets later toch wel en wordt je meegesleurd met de stroom. Zo luister ik naar de zaterdagavondse opera, zonder een tekst voorhanden te hebben en louter de tonen in mij op te nemen. Niet altijd meer lees ik de inhoud in mijn dtv-Handbuch.
Voornoemde concerten heb ik nog als plaat waar deze opgenomen zijn met oude instrumenten. Ik geloof niet dat dit veel bijdraagt tot een beter genieten dan met de geperfectioneerde apparaten van nu. Darmsnaren zijn niet gek, het is een fluwelige klank die op je afkomt, doch de metalen snaren kunnen ook een warm geluid voortbrengen.
We gaan terug naar een Bach-jaar in maart 1985.
Enthousiast was ik door de prachtige deskundigheid waarmee de kijker wordt overspoeld en dan even de vergelijking met een Brederode-herdenking in Amsterdam waar de krakkemikkigheid vanaf straalt, een deutsche Gründlichkeit zoals het betaamt. Woordvoerder was de beminnelijke August Everding, de vermaarde intendant van de Bayrische Opera. Er speelde Musica Antiqua Kln (1973) onder de bezielende leiding van Reinhard Goebel. Deze heeft de ambitie de vertolking van Bach te ontdoen van de 19e eeuwse klef maar voor hem zijn originele instrumenten niet zozeer nodig, als ook Ton Koopman die veel aanslagfouten maakte. Opmerkelijk dat de vorst te Brandenburg zeker geen keurvorst was doch niet meer dan Markgraaf, als dit al niet mooi genoeg is! Ik die in Von Ranke heb gestudeerd moet dit weten. Bachs bezoek aan Sans Souci wordt vermeld, dat de populariteit genietende Johan Christian wel zijn vader begroette met “Der alte Bach” zonder zijn bevoorrechte positie te willen afstaan. Ook hier een reden temeer dat Bach vergeten werd, ondanks zijn Musikalisches Opfer. Een acteur die de rol van Frederik speelt komt in de annalen, hij met Bach niet aangezien deze daarenboven een Oostduits acteur was die na afloop netjes naar zijn land terugkeerde.
De luisteraar kon niet lang hierna een lezing volgen van een Duitse professor die het beroemde orgelstuk beginnend met de triool scherpzinnig analyseerde. Zijn conclusie is dat het niet van de hand van Bach kan zijn omdat niets voldoet aan de stijl en vormgeving anderer zijnen werken. Verondersteld wordt dat een leerling het vervaardigd heeft. Waarom wij dan toch altijd dit magistrale werk als van Bach krijgen voorgeschoteld is mij dan onklaar, echter zal niemand ervoor weglopen.
Ik hoorde in maart 1998 dat Bach woonachtig geweest is in Eisenach, Ohrdruf, Arnstadt, Mühlhausen, Weimar en Erfurt. De stad Leipzig zelf wordt niet vermeld.
Vervolgens de Bach-dag 28 VII 2000 met een uitvoering van de Hohe Messe en vooraf het Spiritu Sancte Gratia. Het Leipziger Gewandthauschor en een Londons koor met een orkest van de 18e eeuw. Men wist tussen de bedrijven door een reformatorisch theoloog met de naam Schöne in een functie van Bischof aan het woord te laten aangaande het motet Jesu meine Freude. Van deze compositie heb ik een uitvoerige analyse gekopieerd waarin de veelsoortigheid aan techniek wordt beschreven als ook de kerktoonaarden die erin verwerkt zitten. Doch staat in de tekst dat “De poorten van de hel het geloof niet zullen doen wankelen” en “Weg Satan, geef mij Jezus”, wat de Bischof met een azijngezicht interpreteert als de roomskatholieke kerk! Dat nu nog papenvreters actief zijn, wat betekent dat nu nog Bach gebruikt wordt als ondersteuning van en propaganda voor het protestantse geloof. Ik ben lange tijd bezig geweest het adres van die man op te sporen maar moest mijn zoektocht staken. Wat zou ik immers hebben kunnen bereiken bij zo een fossiele die-hard?
Op 19 III 2009 gaf Kees van Houten te St.-Oedenrode een lezing over de “Kruisvorm van de Matthäus”. Ik hoefde niet af te reizen aangezien ik zijn interview al tien jaren eerder gevolgd heb op de geweldige Klara! Dit geschiedde in twee delen, 27 III en 3 IV 1999 naar aanleiding van het verschijnen van zijn boek. Vergelijk je diverse uitvoeringen van het oratorium van verschillende lengte dan nog is de verhouding van de lengte van het eerste deel tot de lengte van het tweede deel een constante. Het kruispunt zelf is de allerdiepste kern van het werk en de filosofie van de meester: Ieder mens is een zondaar en loochent als Petrus. Wat ook weer de somberheid van het protestantse geloof illustreert. Van Houten haalt verschrikkelijk veel overhoop dat mij doet denken aan ene Theodore van Houten die in 1976 een interpretatie van Elgars Enigma publiceerde waarvan je het gezochte om resultaat te verkrijgen, wel Hineininterpretation genoemd, duidelijk aanvoelt. Dit nu denk ik in het geheel niet van Hans Westgeest wiens boek uit 2007 ik ten zeerste bewonder doch hem moest schrijven of de Elgar Society zijn visie ooit wel zal accepteren van een continentaal?
Uithoudingsvermogen heb je nodig een Bach-Tiendaagse op de BBC classic te volgen. Maar dan ook dag en nacht! De periode was 16 XII tot 24 XII 2005, waarin alle werken van de meester werden uitgestraald. En ik maar luisteren. Ik ben er somber van geworden als je de onbekende cantates aanhoort. Op een nacht schier recitatieve zang met “Mein Jesus, mein Jesus” waarbij je onwillekeurig denkt of er iemand niet goed geworden is en kermend om een geneesheer roept. Maar de gedachte alleen al doet de geniale meester onrecht en geeft blijk van oneerbiedigheid wat niet mag! En een wederkerende sopraan met een staalharde doch loepzuivere stem, ik zoek haar naam niet eens op. Moest Bach nu altijd maar Jesus-minded zijn om zijn brood te verdienen? Was hij echt wel een protestant ondanks de vervaardiging van Latijnse missen? Heeft hij zich niet gewoon laten gebruiken door zijn opdrachtgever?
Het donkere en sombere straalde er tien dagen van af, zo een intensiteit heb ik nog nooit gevoeld. En toch… zag ik eens een documentaire op de Duitse TV waarin zijn Huwelijkscantate werd besproken. Dat paar inleidende noten op de cello, een dans van ongekende vreugde, enthousiasme en geluk, de cellist was er perplex van hoe een zwartkijker als Bach ooit zoiets uitzinnigs heeft kunnen componeren! Toen gevoelde ik al dat Bach niet anders kon omdat de vrijheid zoals wij die nu kennen nog veroverd moest worden.
Bach bestaat heden ten dage nog. Zijn profane muziek is altijd te geven, zijn religieuze bij gelegenheid. De cantate “Alles nur nach Gottes Willen”, BWV 72 hoorde ik nog op 25 januari in de Westerkerk. Max van Egmond schreef een toelichting dat Bach als 41-jarige te Leipzig weliswaar doortrokken was van de leer van Luther maar dat het openingskoor heel calvinistisch aandoet vanwege een dominante octaafsprong met het woord “Alles”. De dienst hierom is duidelijk om belangstelling te kweken voor de protestantse kerk, zoals ik ook omstreeks 1970 veelvuldig diensten in de Westerkerk bijwoonde om toch vooral het Bachorkest en Bachkoor te kunnen horen. Maar protestant ben ik als katholiek van huis en school uit nooit geworden hoewel ik ze niet zal uitlachen. Bach is en blijft dus een protestants eigendom waarvan wij slechts ten dele kunnen genieten maar als gelovige weer meer dan een ander. Zeg ik dit wel goed?
Anders in Japan met een Bach-cultuur die je versteld doet staan. Een koor onder leiding van Masaaki Suzuki dat louter fonetisch zingt en nog goed ook. Niemand daar zal de protestantse theologie terdege kennen en toch flikken ze het Bach uit te voeren! Ver weg van het Duitse Blut und Boden kerngebied sta je zonder historische ballast open voor de ongekende schoonheid van klanken met eeuwigheidswaarde. Geeft dit een idee hoe Bach gaat worden als de dwingende geloofsorganisaties van nu niet meer bestaan?
Accident Air France AF 447 1 juni 2009
Hyves Vrijheid van Mening 2 jun 2009, 10:56
Er zijn zoveel bij dit vliegtuigongeluk academici als hoger opgeleiden omgekomen dat je kunt spreken van een aderlating voor de wetenschap en techniek.
Er zijn zoveel bij dit vliegtuigongeluk academici als hoger opgeleiden omgekomen dat je kunt spreken van een aderlating voor de wetenschap en techniek.
Wolfram|Alpha Calculator
Hyves Vrijheid van Mening 29 mei 2009, 11:15
In dit Wolfram|Alpha programma zijn alle mogelijke mathematische functies te visualiseren. Ook is het te gebruiken als encyclopedie, woordenboek en wat er nog allemaal meer komt. Zelfs bij BACH krijg je de tijdlijn. Handig voor supersnelle en snelsuper informatie.
In dit Wolfram|Alpha programma zijn alle mogelijke mathematische functies te visualiseren. Ook is het te gebruiken als encyclopedie, woordenboek en wat er nog allemaal meer komt. Zelfs bij BACH krijg je de tijdlijn. Handig voor supersnelle en snelsuper informatie.
Koninginnedag 2009
Het Seksuele Schandaal aan het Jezuïtische Canisius-College te Berlijn
Hyves Vrijheid van Mening 2 feb 2010, 01:42
Het nu onthulde schandaal eertijds op het rooms-katholieke Canisius-college te Berlijn plaatsgevonden seksuele handelingen met leerlingen doet mij daarom pijn omdat het een Jezuïetencollege betreft.
De zeer intelligente heren van deze orde, veelal met academische opleiding en zelfs promotie naast de toch al Romeins-religieuze en westers-filosofische vorming tot hun 35e jaar zijn geen benepen kloosterlingen doch wereldse mensen die leven in gewone open huizen. Niet altijd hoeven zij zich te kleden in een pij maar hebben veelal een donker pak, met een onopvallende overjas of zijn anders gekleed in normaal kostuum.
Ze staan midden in de maatschappij en kunnen gaan en staan waar zij willen.
Nu is het zo dat op een internaat de kans bestaat dat het spek op de kat gebonden wordt maar hier is van voornoemd Canisius mijns inziens geen sprake.
Het was in mijn tijd aan het Ignatius-college dat vrouwen een pater konden spreken in een aparte ontvangstkamer, in de jaren nadien konden de paters normalerwijze ieder op hun eigen kamer inviteren.
Het zijn dus te Berlijn een of twee paters geweest die aberratieve opvattingen bezaten en rare dingen hebben uitgespookt met leerlingen, een nog wel op gymnastiekles (sport heeft een hoge waarde in het Jezuïetenonderwijs) waar kleden en ontkleden derhalve noodzaak is.
Openheid is compleet, in plaats van het oorspronkelijke verdoezelen zeer aanbevelenswaardig, een schrijven van de huidige rector aan ouders en oud-leerlingen te richten en landelijke publiciteit te zoeken.
Dit is heugelijk maar kan bij de leerlingen ook oude ervaringen tot leven roepen. Dan overstijgt deze onthulling ook de oproep op andere rooms-katholieke scholen een nader onderzoek in te stellen.
Wij hebben net het Murphy-report gehad...
Update 18 II 2010:
Nu al twaalf vieze leraren.
Het nu onthulde schandaal eertijds op het rooms-katholieke Canisius-college te Berlijn plaatsgevonden seksuele handelingen met leerlingen doet mij daarom pijn omdat het een Jezuïetencollege betreft.
De zeer intelligente heren van deze orde, veelal met academische opleiding en zelfs promotie naast de toch al Romeins-religieuze en westers-filosofische vorming tot hun 35e jaar zijn geen benepen kloosterlingen doch wereldse mensen die leven in gewone open huizen. Niet altijd hoeven zij zich te kleden in een pij maar hebben veelal een donker pak, met een onopvallende overjas of zijn anders gekleed in normaal kostuum.
Ze staan midden in de maatschappij en kunnen gaan en staan waar zij willen.
Nu is het zo dat op een internaat de kans bestaat dat het spek op de kat gebonden wordt maar hier is van voornoemd Canisius mijns inziens geen sprake.
Het was in mijn tijd aan het Ignatius-college dat vrouwen een pater konden spreken in een aparte ontvangstkamer, in de jaren nadien konden de paters normalerwijze ieder op hun eigen kamer inviteren.
Het zijn dus te Berlijn een of twee paters geweest die aberratieve opvattingen bezaten en rare dingen hebben uitgespookt met leerlingen, een nog wel op gymnastiekles (sport heeft een hoge waarde in het Jezuïetenonderwijs) waar kleden en ontkleden derhalve noodzaak is.
Openheid is compleet, in plaats van het oorspronkelijke verdoezelen zeer aanbevelenswaardig, een schrijven van de huidige rector aan ouders en oud-leerlingen te richten en landelijke publiciteit te zoeken.
Dit is heugelijk maar kan bij de leerlingen ook oude ervaringen tot leven roepen. Dan overstijgt deze onthulling ook de oproep op andere rooms-katholieke scholen een nader onderzoek in te stellen.
Wij hebben net het Murphy-report gehad...
Update 18 II 2010:
Nu al twaalf vieze leraren.
Café Koekenbier is voorgoed weg.
Hyves Vrijheid van Mening 17 jan 2010, 15:08
Café Koekenbier is voorgoed van de aardbol verdwenen. De ruimte is als een metamorfose totaal verbouwd en opgevuld met ultramoderne zaken, een design zo te zeggen. Jonge ambitieuze mensen bezitten deze zaak en jonge werkende mensen zullen er komen.
Al in 1965 kwam ik in Koekenbier. De eigenaar, eerst de bovenverdieping bewonend en later gegaan naar Vinkenveen, wist alhoewel hij innerlijk een verlegen mens was op ouderwetse gestrenge wellicht katholieke wijze het gezag te handhaven en zijn personeel hem hierin te laten volgen. Zijn zoon zat op het Ignatiuscollege.
- Geen hangen met schouder of heup aan de bar;
- Niet meisje zoenen, aaien of aanschuren;
- Geen vulgaire taal.
- Gerucht biervaten in een koelruimte weken te laten "rijpen".
- Breken van een pint komt je te staan op een ernstige vermaning door de caféhouder of personeel.
Een pint was norm, 6/10 L maar met schuim een halve. Net nog meegemaakt dat dit 55 cents kostte, doch het jaar erop 65, wat een tijd zo bleef.
Een groot glas is de ware werkelijkheid, genieten van het oeroude vocht dat uitnodigt tot meer. Drie was wel mijn norm, als je praatte soms vier. Een portie leverworst, een tomatensap als afsluitertje.
Dit gaat heel wat jaren zo en ik wilde niet anders.
Een kellner was ook gestreng doch qua karakter lag hem dit niet zo, het kwam onsympathiek over. Ik wist wel een goede relatie met die man te krijgen, dat is mijn geheim, maar anderen werden van zijn gechicaneer wel zo giftig dat ze wegbleven. Geen zorg, mensen genoeg, op avonden soms zes rijen dik. Je kan aanvoelen dat een eigenaar van zo een bierzaak met forse aanloop en omzet miljonair wordt en naburige panden kan aankopen.
Een andere Kellner, Fransje geloof ik, werd alcoholist en zag ik eens in een praatprogramma. Een derde, misschien Leo, ging voorzien van snor werken bij Frits Looijen totdat die zaak ook verdween.
Het interieur was al te gek: betegelde wanden en een mozaïek bar. Tussen die kleine steentjes verzamelde zich jarenlang biergist zodat het barvlak eerder een afvalput werd. Het moest eens op aandringen van een controle vervangen worden door glanzend nikkel.
Slechte kwaliteit tafeltjes, slechte stoelen. Ik heb een vrouw wel eens zien doorzakken (door de stoel dan), ze keek boos maar de eigenaar zweeg.
Een toilet waar je je nauwelijks kon bewegen.
Alles functioneerde toch maar vele jaren lang!
Des nachts kochten we nog een vers broodje bij de tegenoverliggende bakkerij en gingen dan huiswaarts. Of ik reed met de bromfiets naar de luxe broodjeszaak Van Dobben, als ook diverse friteszaken in de buurt. Eind zestiger heb ik 195 pond gewogen.
Geen muziek, wat ik altijd waardeerde. Achtergrondmuziek onwillekeurig slikken is eigenlijk een slaafsheid. Je moet de geluiden van glazen horen, je op de belangrijke stemmen richten en de geuren opsnuiven.
Maar 1979 was het einde. Koekenbier verpachtte de zaak met na 12 jaren recht op koop voor 220.000 gulden aan een net gekapt ventje die zowat zijn tegendeel was. Geen gezicht maar de mensen zagen dit niet. Net als met een andere chefkok verandert dan het restaurant. Onmiddellijk stond er een speelautomaat te flikkeren en te rinkelen dat mij zo deed gruwelen dat ik wegbleef.
Zo hoort het te handelen met elk café dat van eigenaar verandert.
Later Essay van 15-11-2013
Abonneren op:
Posts (Atom)